Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog bracht de Duitse kruiser Emden diverse schepen in de Indische Oceaan tot zinken. Op 9 november 1914 gingen 50 matrozen aan land op het kleine Australische eilandje Direction Island. Onder leiding van kapitein-luitenant Hellmuth von Mücke vielen ze het telegraafstation aan.
Maar de Emden werd door een Australische pantserkruiser aangevallen. De Duitsers moesten toezien hoe hun schip door de kanonskogels werd verwoest. Maar ze gaven zich niet over, ze vluchtten 11.000 kilometer de halve aardbol rond.
Eerst enterden de mannen een witte schoener, de Ayesha, die in een lagune voor anker lag. ‘Veel succes, de scheepsromp is een zeef,’ waarschuwde de kapitein. Na een paar mijl werd duidelijk dat het houtwerk verrot was en dat het schip nauwelijks nog kon drijven.