Fotocollectie Anefo // Wikipedia

Zo oud is de strafrechtelijke minimumleeftijd

Wanneer begonnen Europese rechters onderscheid te maken tussen kinderen en volwassenen bij het vonnissen?

In Nederland werden minderjarigen die een misdaad hadden gepleegd van oudsher minder streng gestraft dan volwassenen. In het oud-Hollands recht lag de minimale leeftijd waarop iemand strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kon worden voor zijn daden tussen de 10 en de 14 jaar.

In 1811, in de Franse tijd, werd het strafrecht van Napoleon ingevoerd, de Code Napoléon. Deze noemde geen minimumleeftijd, maar ging uit van het ‘oordeel des onderscheids’. Als een rechter meende dat een kind met dit oordeel had gehandeld, kon hij of zij gestraft worden.

Kinderen draaiden de bak in

Het ontbreken van een leeftijdsgrens in het strafrecht leidde soms tot excessen.

In 1868 klommen twee Zeeuwse zusjes van vijf en negen jaar door een raam het huis van een buurman in. Ze stalen ‘eene som gelde ten bedrage van ƒ 17.50, en eene doos met kindergoed, waarin tien mutsen, een hemdrok, een voordoek en een wit katoenen hemd’.

Een tijdje later kwamen de meisjes terug om ‘eene doos met eenige babbelaars’ buit te maken.

De negenjarige Maria en haar vijfjarige zusje Geertje bekenden het geld te hebben gestolen om er snoep van te kopen. De rechters kenden hun het oordeel des onderscheids toe en legden hun de maximale gevangenisstraf van zevenenhalf jaar op.

Er ontstond veel ophef over deze zaak, en in 1870, na twee jaar vastgezeten te hebben, kregen Maria en Geertje gratie.

Strenge straffen verdwijnen geleidelijk

In 1886 kwam er een nieuw wetboek van strafrecht, waarin naar Duits voorbeeld een minimumleeftijd van tien jaar was vastgelegd. De regering besefte dat jonge kinderen niet in staat zijn de gevolgen van hun daden te overzien.

Rond de eeuwwisseling vonden steeds meer mensen dat opvoedende maatregelen nuttiger waren dan strenge straffen. In 1905 kwam er een wet die jeugddetentie en andere speciale maatregelen invoerde voor jonge criminelen, en in 1965 werd de mininumleeftijd in het strafrecht op 12 jaar gesteld.