Abraham Zapruder

Zo ging de klopjacht op Kennedy’s moordenaar

Op 22 november 1963 iets na het middaguur gebeurt het ondenkbare: een sluipschutter treft de Amerikaanse president John F. Kennedy met twee kogels. Terwijl artsen Kennedy’s leven proberen te redden, komt in Dallas een grootschalige klopjacht op gang.

Dealy Plaza, Dallas, Texas, vrijdag 22 november, 12.30 uur

Kennedy’s gevolg is op weg naar Texas Hotel in Dallas, de president zal er een toespraak houden.

John Ready stapt van de treeplank achter op de zwarte Lincoln-limousine. De Secret Service-agent voelt de spanning uit zich wegvloeien.

Het onmiddellijke gevaar voor de president wordt veel kleiner nu de stoet wegdraait van de mensenmenigte in de drukke Main Street en het halflege Dealy Plaza oprijdt.

De rit door Dallas heeft veel van Ready gevergd. Hij is erop getraind zijn lichaam te gebruiken als schild voor de Amerikaanse president, maar hij weet ook dat de 46-jarige John F. Kennedy duidelijke orders heeft gegeven: geen enkele lijfwacht mag op de treeplanken staan van de speciaal ontworpen presidentiële limousine.

Kennedy wil dat zijn kiezers op hém letten en niet op het gevaar dat hij loopt. Zelfs hier in Dallas, waar conservatieven een maand eerder nog Adlai Stevenson, de VN-ambassadeur van de president, belaagden.

Tijdens de tocht door Main Street hebben Ready en zijn collega Clint Hill de orders genegeerd, want het gevaar voor Kennedy’s leven was in deze straat vol mensen te groot.

Maar nu trekken de twee zich terug naar de volgauto met vicepresident Lyndon B. Johnson, zodat de president volop kan genieten van de toejuichingen.

De zon schijnt fel op deze novemberdag.

Het is bijna 18 graden, en de inwoners van Dallas houden van hun president.

Mannen, uitzinnige vrouwen en blije schoolkinderen staan te juichen als de stoet met een snelheid van 20 kilometer per uur voorbijrijdt.

Kennedy zelf zit als een koning op zijn troon. Met een knop heeft hij zijn stoel 20 centimeter verhoogd, zodat de toeschouwers Jacqueline en hem goed kunnen zien.

De gouverneur van Texas, John Connally, en zijn vrouw zitten op normale hoogte en juichen mee.

Miljoenen volgen de begrafenis van president Kennedy op 25 november. Op dezelfde dag wordt Oswald begraven. Alleen zijn vrouw, twee kinderen, moeder en broer zijn erbij.

© Getty Images

Jongemannen hangen uit de ramen als de stoet het zeven verdiepingen hoge bakstenen gebouw van de Texas School Book Depository passeert, naar links afbuigt en over Elm Street verder rijdt.

Plotseling klinkt een harde knal door Dealy Plaza en spatten er vonken van het asfalt vlak achter de auto van de president.

Clint Hill heeft het gevaar niet direct in de gaten. Hij hoort het schot wel, maar denkt in eerste instantie aan een lekke band.

Zijn blik gaat naar beneden, naar de wielen van de presidentiële limousine. Dan kijkt hij over zijn rechterschouder naar de plek waar het geluid vandaan kwam.

Rufus Youngblood, verantwoordelijk voor de veiligheid van de vicepresident, reageert daaren­tegen instinctief en bliksemsnel.

Zoals hij in honderden uren training heeft geleerd, trekt hij de vicepresident in diens stoel naar beneden en werpt zich over hem heen.

2,7 seconden later is duidelijk wat er aan de hand is.

Er klinkt nog een schot en Kennedy grijpt naar zijn keel. De kogel raakt de president rechts in zijn hals, gaat dwars door zijn lichaam en boort zich in de rug van gouverneur Con­nally.

Terwijl de gouverneur wegzakt in zijn stoel, blijft Kennedy half rechtop zitten. On­natuurlijk stijf.

Vanwege rugproblemen draagt de president een strak korset, waardoor zijn lichaam niet in elkaar kan zakken. Dat wordt hem fataal, hij is een perfect doelwit.

Hill en Ready sprinten naar de presidentiële limousine wanneer een derde kogel zes seconden later een gat slaat in de rechterkant van het hoofd van de president.

De chauffeur van de zwarte Lincoln, William Greer, trapt in paniek op het gaspedaal.

Clint Hill kan nog net achter op de auto duiken voordat deze snelheid maakt en met 100 kilometer per uur wegscheurt.

Texas School Book Depository, Elm Street, 12.31 uur

Diverse getuigen zien een rookpluim en een man met een geweer bij een raam op de 5e of 6e verdieping van de Texas School Book Depository.

Motoragent Marrion Baker laat het gaspedaal los en remt hard.

Hij weet zeker dat de schoten van het dak van het zeven etages hoge, bruinbakstenen gebouw van de Texas School Book Depository (schoolboekendepot, red.) komen.

Hij zag honderden vogels opvliegen van het dak toen de schoten klonken.

Baker springt van zijn motor en baant zich een weg door de menigte rond het gebouw.

Een vrouw achter hem gilt: ‘Ze hebben hem neergeschoten, ze hebben hem neergeschoten!’ Baker weet niet wie er is geraakt en wil er ook niet over nadenken.

Vanaf de trap voor het gebouw ziet huismeester Roy Truly de jonge agent aankomen.

Haastig stelt hij zich voor, en Baker vraagt hoe hij op het dak kan komen.

De lift is bezet en daarom rennen Truly en Baker de trap op. De agent heeft zijn dienstpistool getrokken.

De huismeester is al bijna op de derde verdieping als Baker de tweede bereikt.

Door een raam in een deur ziet hij een man die door een smalle gang naar beneden loopt.

Zonder nadenken houdt de agent halt. Hij grijpt zijn pistool steviger beet, rukt de deur open en snelt door de nauwe gang naar beneden.

Bij de ingang van een kleine keuken krijgt Baker de haastig weglopende man weer in het oog. Baker staat stil, richt zijn pistool op hem en roept: ‘Kom hier.’

Er komt meteen een reactie. De man staat stil en draait zich om. Zonder uitdrukking op zijn gezicht loopt hij naar Baker en blijft op een meter van de pistoolloop staan.

Huismeester Truly is in de tussentijd teruggerend om Baker te zoeken. Hij haast zich naar de keuken, waar hij stemmen hoort.

‘Kent u deze man?’, vraagt Baker over zijn schouder aan Truly. De huismeester antwoordt bevestigend: ‘Ja, hij werkt hier.’

De agent verspilt geen seconde. Hij rent meteen terug de gang in en vervolgt zijn weg naar het dak, met de huismeester op zijn hielen.

Wat Lee Harvey Oswald van deze ontmoeting met Baker denkt, weet niemand.

De 24-jarige magazijnmedewerker haast zich meteen verder naar de uitgang van het gebouw waar hij de laatste vijf weken heeft gewerkt.

Stemmons Freeway, 12.34 uur

De presidentiële stoet rijdt in allerijl naar het Parkland Hospital een paar kilometer verderop.

J.W. Courson vreest voor zijn leven. In opperste concentratie omklemt hij het stuur van zijn politiemotor. De 3,5 ton zware presidentiële limousine rijdt de hele tijd vlak achter hem.

Als de agent zijn evenwicht verliest, kan hij worden verpletterd door het loodzware staal dat over Stemmons Freeway raast.

Meermalen probeert Courson door snelheid te maken de afstand met de stoet te vergroten, maar steeds weet de chauffeur het gat te dichten.

In de limousine ligt gouverneur Connally stil in de armen van zijn vrouw Nellie. Zijn overhemd raakt doordrenkt met het bloed uit zijn borstwond.

Achter zich hoort het gouverneurspaar de presidentsvrouw huilen. ‘Hij is dood, ze hebben hem doodgeschoten – oh Jack, ik hou van je’, fluistert Jacqueline steeds door haar tranen heen, terwijl ze het gehavende hoofd van haar man in haar armen klemt.

Met 120 kilometer per uur vliegen de politiemotoren en de presiden­tiële limousine de spoor­­wegovergang op Harry Hines Boulevard over.

Met een flinke klap landen ze weer op het asfalt en ze draaien vervolgens scherp met de weg mee naar links.

Na de bocht versnelt de stoet nogmaals om zo snel mogelijk de laatste kilometer naar het ziekenhuis af te leggen.

Elm Street, 12.36 uur

Meer agenten arriveren bij het depot, dat inmiddels is verzegeld. Niemand mag het gebouw verlaten. Maar Lee Harvey Oswald is al weg.

Op Harry Hines Boulevard raast de presiden­tiële limousine in hoog tempo voort, maar in Elm Street blokkeren politieafzettingen en duizenden nieuwsgierigen het verkeer.

Een paar honderd meter van het schoolboeken­depot vandaan stopt de bus naar Oak Cliff wanneer een man op de deur bonkt.

Mary Bledsoe, die voor in de bus zit, herkent Lee Harvey Oswald direct als hij instapt en voor 23 cent een kaartje koopt.

Een paar maanden eerder heeft ze de jongeman een kamer verhuurd, maar vanwege zijn agressieve gedrag heeft ze hem er na vijf dagen weer uitgezet.

Dat hij vandaag een gat in zijn bruine shirt heeft en dat zijn broek gekreukt is, bevestigt voor Bledsoe alleen maar dat ze de juiste keuze heeft gemaakt.

Oswalds gezicht staat grimmig als hij zijn voormalige huisbazin zonder haar op te merken passeert. Hij gaat achter in de bus bij het rechterraam zitten.

Zo heeft hij vrij zicht op de plaats van het misdrijf verderop.

Maar veel dichterbij komt de bus niet. Na een paar trage meters komt hij tot stilstand.

Oswald vraagt de chauffeur of hij mag uitstappen, en terwijl honderden nieuwsgierigen zich richting Dealy Plaza begeven, loopt Oswald haastig de andere kant uit.

Na 300 meter neemt hij een taxi naar North Beckley Avenue in de wijk Oak Cliff.

Daar heeft hij bij de 26-jarige Earlene Roberts een kamer gehuurd.

Voorstad Oak Cliff, Dallas, 12.52 uur

De media hebben het nieuws van de aanslag al opgepikt. Drie ooggetuigen, die een man vanuit het raam van het schoolboekendepot zagen schieten, beschrijven hem als blank, rond de 30, donker haar, slank en ongeveer 1.70 meter lang.

‘Stop hier maar’, zegt Lee Harvey Oswald tegen de taxichauffeur.

William Whaley trapt rustig op de rem en parkeert zijn taxi langs de stoeprand.

De klant, die de hele weg geen woord heeft gezegd, wilde in eerste instantie naar North Beckley Avenue 1026, een paar honderd meter verderop.

Maar het maakt Whaley niet uit. Hij is blij met de dollar die hij voor dit korte ritje krijgt, de meter geeft immers maar 95 cent aan.

Earlene Roberts is bezig om de antenne op haar televisie goed te zetten als haar huurder Oswald binnenstormt en zonder een woord naar zijn kamer verdwijnt.

Een paar minuten later komt de merkwaardige huurder, die sinds een maand bij haar inwoont, zijn kamer weer uit.

Hij heeft een wit windjack aangetrokken, dat hij ondanks het prachtige novemberweer helemaal heeft dichtgeritst.

Oswald verlaat het huis weer net zo snel als hij binnenkwam. Vanuit het raam ziet Earlene Roberts hem bij de bushalte staan, zijn jas nog steeds stevig dicht.

Wat ze niet ziet, is de revolver die Oswald nu bij zich draagt. Earlene loopt terug naar haar tv-toestel en probeert nogmaals een goed beeld te krijgen.

Operatiekamer 1, Parkland Hospital, 13.00 uur

Het leven van Kennedy is niet meer te redden, maar de artsen gaan door. Niemand zal kunnen zeggen dat ze er niet alles aan hebben gedaan.

In de operatiekamer kijkt hoofdchirurg Clark op zijn horloge. 22 minuten lang hebben de beste artsen van Dallas het leven van de president proberen te redden.

Dr. Clark is uitgeput na de intensieve hartmassage, die hij staand op een stoel heeft toegepast om weer leven in het falende hart van president Kennedy te kunnen pompen.

Maar ondanks deze uiterste reddingspoging is de zwakke pols nu helemaal weg.

Dr. Clark stapt van de stoel en pakt een wit laken, dat hij over het hoofd van de president trekt.

Dan wendt hij zich tot de presidentsvrouw en constateert fluisterend: ‘Uw man is aan zijn verwondingen overleden.’

‘Ik weet het’, zijn de woorden die zich op Jacqueline Kennedy’s lippen vormen, maar er komt geen geluid uit haar keel.

Drie maanden eerder heeft ze op de zwartste dag van haar leven haar vijf dagen oude kind begraven, en nu is ze ook haar man kwijt. Het is 13.00 uur en John Fitzgerald Kennedy is overleden, 46 jaar oud.

Voorstad Oak Cliff, 13.16 uur

J.D. Tippit is een van de weinige agenten die niet naar Dealy Plaza zijn geroepen. Drie keer heeft hij het signalement van de vermoedelijke dader op de politieradio gehoord.

De 39-jarige J.D. Tippit observeert vanuit zijn patrouillewagen de man die haastig door 10th Street loopt.

Hij lijkt wat op de beschrijving van de pleger van de aanslag die hij de afgelopen 25 minuten op de radio heeft gehoord.

Terwijl de agent langzaam achter de wat vreemde figuur aanrijdt, meldt hij zich bij de centrale.

‘Vieren­tachtig’, is alles wat agent

Tippit zegt – dat is zijn nummer.

De veteraan uit de Tweede Wereldoorlog staat bekend als een plichtsgetrouwe, rustige en bedachtzame agent, die zich niet snel gek laat maken.

Hij blijft ook kalm als de centrale, die overbelast is door de vele meldingen van Dealy Plaza, niet antwoordt.

‘Vierentachtig’, probeert agent Tippit nog een keer, maar tevergeefs. Hij komt langzaam met zijn patrouillewagen op de man af, gaat naast hem rijden en wenkt hem.

Lee Harvey Oswald heeft zijn handen in de zakken van zijn witte windjack als de agent uit de patrouillewagen stapt, om de auto heen loopt en naar hem toe komt.

Tippit heeft zijn wapen niet getrokken en loopt rustig.

Plotseling haalt Oswald zijn revolver tevoorschijn. Tippit grijpt razendsnel naar zijn eigen dienstwapen, maar te laat.

Vier schoten vuurt Lee Harvey Oswald af op de weerloze agent, die naar zijn buik grijpt, zijn evenwicht verliest en neervalt achter het linkervoorwiel van de patrouillewagen.

Oswald maakt aanstalten om weg te lopen, aarzelt en loopt dan terug naar de van pijn verkrampte Tippit.

Zonder mede­dogen richt hij zijn revolver op Tippits hoofd en haalt nog een keer de trekker over.

Dodelijk gewond blijft de agent liggen.

Oswald rent meteen weg over 10th Street, wringt zich tussen een paar bosjes door, rent via een tuin naar Patton Street en sprint rechtsaf de drukke Jefferson Boulevard op.

Dallas Police Headquarters, 13.22 uur

De eerste patrouillewagens komen aan in 10th Street. De getuigen worden verhoord.

Zes minuten na de moord op agent Tippit ontvangt Murray Jackson op het hoofdbureau van de politie een oproep vanaf de plaats delict.

‘We hebben een beschrijving van de verdachte’, klinkt het krakend over de radio.

‘Het is een blanke man van rond de 30 jaar, ongeveer 1,70 meter lang, met donker haar, slank en gekleed in een wit jack en een donkere broek.’

Dit signalement lijkt verdacht veel op dat van de moordenaar van de president.

Zes minuten later krijgen de politiewagens een melding die bevestigt wat de meesten al dachten – dat het niet onwaarschijnlijk is dat de moordenaar van Tippit en de man die de president heeft neergeschoten, dezelfde zijn.

Hardy’s Shoe Store, Jefferson Blvd, 13.36 uur

Veel mensen hebben Oswald gezien op Jefferson Boulevard. De straat stroomt vol patrouillewagens op jacht naar de politiemoordenaar.

Via zijn transistorradio hoort Johnny Brewer dat de president is neergeschoten, en waarschijnlijk ook een politieagent in 10th Street.

Al zeker een minuut of 20 hoorde de 22-jarige manager van Hardy’s Shoe Store af en toe politiesirenes, maar nu komt het geluid dichterbij.

Brewer schat dat de politie 100 meter van hem vandaan is als een jongeman de winkel binnenkomt. Het valt de schoenenverkoper al snel op dat de nieuwe klant zich vreemd gedraagt.

De man in het versleten, bruine shirt is buiten adem en zijn haar zit in de war. En terwijl iedereen naar buiten gaat om te kijken wat er aan de hand is, keert de jongeman de opwinding op Jefferson Boulevard juist de rug toe.

De vreemdeling blijft doodstil staan en staart Brewer intens aan.

Het lijkt wel een eeuwigheid te duren. Het zweet gutst van zijn voorhoofd. Een zware stilte vult de ruimte.

De politiewagens rijden inmiddels massaal terug in de richting van de bibliotheek.

Getuigen zagen een jongeman verderop in de straat de bibliotheek binnengaan, maar dit bleek later vals alarm te zijn.

De vreemdeling werpt een blik over zijn rechterschouder. Als hij zeker weet dat de politie weg is, loopt hij zonder iets te zeggen de straat weer op, in tegengestelde richting.

Brewer verbaast zich over het gedrag van de klant en besluit hem te volgen.

30 meter verderop is Julie Postal even weggelopen van haar balie voor de bioscoop Texas Theatre.

Hier verkoopt zij kaartjes, maar de sirenes hebben haar naar buiten gelokt.

Doordat ze met haar rug naar de bioscoop gekeerd staat, ziet ze niet hoe Lee Harvey Oswald in het donkere Texas Theatre naar binnen glipt.

Maar Johnny Brewer ziet het wel.

Cameramensen en persfotografen leggen het moment vast waarop Ruby de vermoedelijke moordenaar van Kennedy neerschiet.

Getty Images

CBS News, New York 13.38 uur

Het gerucht dat de president dood is doet de ronde. Er is nog geen officiële verklaring over de toestand van Kennedy.

Midden in een zin valt Walter Cronkite stil. De 47-jarige nieuwslezer zet zijn zware bril af en laat zijn ogen over het papier glijden dat hem net in handen is gedrukt.

Dan vult Cronkites donkere, diepe stem opnieuw de ether:

‘Uit Dallas, het telegram is kennelijk officieel, president Kennedy is overleden om 13.00 uur Central Standard Time, 14.00 uur Eastern Standard Time.’

Cronkite richt zijn blik langzaam naar de klok in de studio en gaat verder:

‘On­geveer 38 minuten geleden.’

De meest gerespecteerde tv-journalist van de VS kan zijn tranen amper bedwingen en moet even zijn keel schrapen voor hij vervolgt: ‘Vicepresident Lyndon Johnson heeft het ziekenhuis verlaten. Wij weten niet waar hij nu is.’

Amerika is totaal in shock. Op straat en op het werk barsten mensen in snikken uit. Van oost tot west is ‘Gods eigen land’ bezorgd en bevreesd voor de toekomst.

De New York Times schrijft dat de aarde ‘plotseling een donker en koud oord is geworden’ en dat de Amerikanen nu ‘bang en vertwijfeld zijn over de toekomst van de wereld’.

Texas Theatre, Jefferson Blvd., 13.50 uur

Gealarmeerd door schoenenverkoper Brewer hebben agenten het Texas Theatre omsingeld.

De vier politieagenten posteren zich bij Johnny Brewer.

Vanachter het zware velours gordijn bij de uitgang wijst de schoenenverkoper in de inmiddels verlichte bioscoopzaal een ten­gere, donkerharige man aan, die in zijn eentje op de derde rij van achteren zit.

Terwijl de drie andere agenten aan de linkerkant langs de rijen lopen, gaat Nick McDonald naar rechts. Hij richt zijn blik niet op de verdachte, maar kijkt strak naar een verliefd stel een paar rijen verderop.

Hij wil niet riskeren dat de moordenaar in paniek zijn wapen trekt.

Als hij langs de derde rij van achteren komt, draait McDonald zich snel om en trekt hij zijn dienstwapen: ‘Sta op’, beveelt de agent.

De man steekt langzaam zijn handen omhoog en komt overeind. Vanaf de andere kant komen de drie collega’s van McDonald dichterbij.

‘Het is allemaal voorbij’, roept Oswald gelaten. Dan valt hij plotseling uit en geeft Nick McDonald een vuistslag vol in het gezicht.

Het volgende ogenblik rollen de twee mannen over de grond.

Agent McDonald komt onder Oswald te liggen, die probeert met zijn rechterhand bij zijn revolver te komen.

Twee van de andere agenten werpen zich in de strijd. De ene slaat zijn arm om Oswalds nek, de andere grijpt zijn linkerhand vast.

Toch lukt het de moordenaar met zijn vrije rechterhand zijn wapen te pakken te krijgen.

Het wapen dat een half uur eerder agent J.D. Tippit doodde, zwaait door de lucht en wijst ineens naar McDonald.

In een flits grijpt de agent geroutineerd de trommel beet, waardoor die niet kan draaien en dus ook niet schieten.

Terwijl de vierde agent de verdachte met zijn geweerkolf een klap op het hoofd geeft, krijgt McDonald met zijn rechterhand de kolf van Oswalds wapen te pakken en hij probeert het uit diens hand te wringen.

In het vuur van de strijd ziet hij niet dat Oswald probeert te schieten en hij voelt de haan tussen zijn duim en wijsvinger slaan.

Dat dunne stukje huid blokkeert het wapen, waardoor het niet afgaat.

Een seconde later heeft hij de verdachte diens revolver ontfutseld.

De strijd is voorbij, Lee Harvey Oswald is gearresteerd.

Parkeergarage onder Dallas Police Headquarters, zondag 24 november, 11.21 u.

Na een verhoor van 12 uur in twee dagen wordt Oswald officieel aangeklaagd voor de moorden op Tippit en Kennedy. Een auto staat klaar om hem naar een grotere gevangenis te brengen.

Jack Ruby kookt van woede.

Ongemerkt baant hij zich een weg door de journalisten die zich in de garage ophouden om Oswalds overdracht naar Dallas County Prison te volgen.

De afgelopen twee dagen heeft de 52-jarige nachtclubeigenaar veel gehuild en rusteloos door de straten van Dallas gezworven.

Zelfs de kalmerende middelen die zijn stemmingswisselingen normaal in bedwang houden, kunnen de gewelddadige gevoelens niet dempen die hem bij de beelden van de rouwende presidentsvrouw overvielen.

Langzaam glijdt zijn rechterhand over de revolver in zijn jaszak – een lang leven in de Amerikaanse onderwereld heeft Ruby geleerd altijd een wapen te dragen.

En dan komt hij opeens in beeld. In een mottige, zwarte trui. Met handboeien aan een politieagent geketend en met dat lepe lachje om zijn mond.

Lee Harvey Oswald – de moordenaar van de president. In een fractie van een seconde trekt Ruby zijn revolver, loopt tot op een kleine meter van Oswald en schiet zijn slachtoffer eenmaal in de buik.

Oswald slaakt een kreet en valt op zijn knieën. Dan barst in de garage de chaos los.

Een paar agenten duiken op Ruby, andere slepen de gewonde – en nog steeds geboeide – gevangene weg. De camera’s draaien en zenden het drama live uit naar de Amerikaanse bevolking.

Operatiekamer 2, Parkland Hospital, zondag 24 november, 13.07 uur

Twee dagen eerder hebben de artsen van het Parkland Hospital gevochten voor Kennedy’s leven. Ze zijn zich ervan bewust hoe wrang het is dat ze nu Lee Harvey Oswald proberen te redden.

Dr. Perry en zijn collega’s hebben alles wat in hun vermogen ligt gedaan.

Een uur lang hebben ze liters bloed uit de buikholte van Oswald gepompt en aderen gehecht.

Tegen alle verwachtingen in is de patiënt op dit moment stabiel, en de artsen durven er voor het eerst in te geloven dat Oswald de aanslag op zijn leven wel eens zou kunnen overleven.

Terwijl Perry met zijn team de volgende stappen bespreekt, zakt Oswalds pols plotseling van 85 naar 40 en dan naar nul. Door het enorme bloedverlies verkeert hij in een shocktoestand.

Bliksemsnel grijpt dr. Perry een scalpel en maakt hij een snee in Oswalds linkerzij. Met zijn handen pakt hij het hart, dat door bloed­verlies slap en week aanvoelt, vast.

Maar deze intensieve hartmassage mag niet meer baten, evenmin als de 240, 360, 500 en 700 volt die Perry door Oswalds lichaam laat stromen.

Na enkele minuten moeten dr. Perry en zijn team het opgeven. De artsen hebben gedaan wat ze konden, maar het was tevergeefs.

Het is 13.07 uur. Twee dagen eerder werd president Kennedy in de naastgelegen operatiekamer doodverklaard.

Nu trekken de artsen het laken over zijn vermoedelijke moordenaar heen. Lee Harvey Oswald is dood.