Terwijl de vastgebonden gevangene doodsangsten uitstaat, zet de beul een schaal van aardewerk op de blote buik van de man, met de open kant naar beneden. De schaal zit vol ratten.
In het begin voelt de gevangene alleen de pootjes van de ratten, maar als de beul gloeiende kooltjes op de schaal legt, maakt het kriebelige gevoel plaats voor pijn. Ondraaglijke pijn.
Vanwege de hitte raken de ratten in paniek, en terwijl de gevangene het uitschreeuwt, beginnen de dieren volgens een bron zich een weg te knagen ‘tot aan de darmen van het slachtoffer’ om aan de hitte te ontsnappen.