Het eerst bekende geval van een bloedbad op een school vond plaats op 26 juli 1764 in Pennsylvania in de VS. Vier Lenape-indianen drongen een schooltje binnen, waar het hoofd, Enoch Brown, een groep kinderen lesgaf.
Toen Brown de vier krijgers zag, smeekte hij hen volgens ooggetuigen om de kinderen te sparen, waarop hij met een knots neergeslagen en gescalpeerd werd. Vervolgens stortten de aanvallers zich op de kinderen, die ook gescalpeerd werden. Het hoofd van de school en tien kinderen kwamen om het leven.
Sluipschutter vuurde om zich heen
De eerste massaschietpartij op een school vond ruim 200 jaar later plaats, in 1966, toen Charles Whitman op de University of Texas 16 mensen doodde en 31 mensen verwondde. Whitman was voormalig sluipschutter bij het marinekorps en studeerde architectuur aan de universiteit. Hij had verschillende psychische aandoeningen.
Op 1 augustus 1966 kort na middernacht vermoordde Whitman zijn moeder en vrouw, waarna hij ’s ochtends tot de tanden gewapend naar de universiteit ging. Hij verschanste zich in een toren en schoot bijna twee uur lang op willekeurige mensen. Het bloedbad eindigde pas toen Whitman door de politie werd doodgeschoten.