In december 1672 betreedt de 30-jarige Mary Carleton de Londense rechtbank Old Bailey. Ze wordt beschuldigd van diefstal van een zilveren bord, maar tijdens het proces blijkt dat slechts het topje van de ijsberg te zijn.
Een jaar eerder was ze veroordeeld wegens diefstal en verbannen naar de Britse kolonie Jamaica. Maar ze ontsnapte en keerde terug naar Londen. Ook daarvoor staat ze terecht.
Mary getuigt voor de rechtbank dat ze eigenhandig muiterij voorkwam op het schip dat haar naar Jamaica bracht.
‘De kapitein van het schip en de gouverneur van Jamaica waren me zo dankbaar dat ze me naar huis lieten gaan,’ beweert ze zonder met haar ogen te knipperen.
Maar de rechter en jury geloven haar niet, en in de dagen daarop volgen de aanklachten tegen Mary Carleton elkaar snel op: bigamie, diefstal en oplichting.
Het ziet er slecht uit voor de veelpleger, maar tot nu toe is ze dankzij haar rappe tong en aristocratische uiterlijk overal mee weggekomen.
Al jaren doet ze zich voor als een Duitse prinses, waardoor ze in de buurt van rijke jongemannen kan komen om hun hun geld afhandig te maken.
Ze wordt de ’grijze weduwe’ genoemd omdat ze anders dan de ‘zwarte weduwe’ haar partners niet vermoordt, maar in een web van leugens verstrikt, waarna ze er met hun geld vandoor gaat.
Mary ontsnapt aan vonnis
Mary Carleton werd op 11 augustus 1642 in het Engelse Canterbury geboren als Mary Moders, voor wie een luxeleventje ver weg leek.
Haar vader was speelman. Hij stierf jong, en Mary groeide op in armoede.
Ze weigerde echter haar lot te accepteren. Toen haar huwelijk met de schoenmaker Thomas Steadman strandde, verhuisde ze in 1658 naar de havenstad Dover.
Haar doel was een man zoeken die haar de luxe kon bieden waarnaar ze snakte. De keus viel op de welgestelde chirurg Thomas Day.
Na de bruiloft ontdekte Day dat Mary al getrouwd was, en hij klaagde haar aan wegens bigamie. Ze wist de jury er echter van te overtuigen dat haar eerste man dood was.
Na een tijdje in Keulen, Duitsland te hebben gewoond, waar ze een lokale edelman veel geld aftroggelde, vestigde Mary zich in Londen als Maria de Wolway, een vermogende Duitse prinses.
‘Als er iemand is bedrogen, ben ik het!’ Mary Carleton tijdens haar rechtszaak
Ze droeg dure kleren en verfijnde sieraden om haar nieuwe identiteit geloofwaardig te maken. Gewapend met haar schoonheid, vermeende afkomst en geruchten over haar rijkdom ging ze op jacht.
Een paar maanden later had ze beet: een jonge advocaat met de naam John Carleton. De twee trouwden snel, maar na twee weken werd hun geluk wreed verstoord toen John Carleton een anonieme brief ontving die de ware identiteit van zijn vrouw onthulde.
De advocaat daagde Mary, die nu Carleton heette, voor de rechter wegens bigamie. Maar het lukte de familie Carleton niet om Mary’s eerste man, de schoenmaker Thomas Steadman, te laten getuigen.
De welbespraakte Mary Carleton overtuigde de jury niet alleen van haar onschuld, maar zette zichzelf ook neer als het echte slachtoffer in de zaak: de familie Carleton had haar tot een huwelijk verleid in de hoop haar geld in handen te krijgen, snikte ze theatraal.
‘Als er iemand is bedrogen, ben ik het!’
Rijke apotheker bestolen
Nog terwijl ze terechtstond, gaf Mary diverse pamfletten uit waarin ze haar onschuld betuigde. Ze werd zo beroemd dat ze kort na het proces zichzelf mocht spelen in het theater.
Met drie huwelijken achter de rug bleef Mary – onder nieuwe valse namen – haar web van leugens spannen rond rijke vrijgezellen om hen veel geld afhandig te maken. Maar in 1671 leek haar geluk op te zijn.
Ze werd betrapt op het stelen van een zilveren beker en verbannen naar Jamaica. Na slechts een jaar liet ze zich echter terugsmokkelen naar Londen.
Ze deed zich weer voor als een welgestelde erfgename en trouwde met een rijke apotheker, die ze prompt verliet – met al zijn geld.
Tien jaar lang was Mary de Londense elite te slim af, maar in december 1672 kwam er een einde aan haar zwendelpraktijken.
Ze werd gearresteerd voor diefstal van een kostbaar zilveren bord, en in de gevangenis herkende een bewaker haar van de spectaculaire zaak-Carleton. In de rechtszaak die volgde kwamen al haar oplichterspraktijken aan het licht.
Mary’s zucht naar roem werd haar uiteindelijk fataal. Op 22 januari 1673 werd ze opgehangen in Tyburn ten westen van Londen.
Het verhaal van de onverbeterlijke bigamist leefde echter verder in de literatuur, zoals in Francis Kirkmans biografie The Counterfeit Lady Unveiled.
Het kostte de auteur echter grote moeite om het volledige verhaal van Mary op te graven. In het voorwoord waarschuwt hij de lezer:
‘Als ik zou zeggen dat dit een waarheidsgetrouwe weergave van haar leven is, zou ik liegen. Want hoe kun je ooit de waarheid achterhalen over iemand die zo doordrenkt is van leugens en onwaarheden?’