Terroristen: Het doel heiligt ALLE middelen

In de 1e eeuw n.Chr. werd Judea – het huidige Palestina en Israël – ingelijfd bij het Romeinse Rijk.

De wreedheid van de bezetter vormde de basis voor de eerste terreurorganisatie uit de geschiedenis: de Sicarii.

Iedereen die in Judea samenwerkte met de Romeinen werd een legitiem doelwit voor de Sicarii, een woord dat in het Latijn ‘dolkmannen’ betekent.

Deze terroristen – of opstandelingen, afhankelijk van je perspectief – sloegen meestal toe tijdens feestdagen, wanneer de straten gevuld waren met enorme mensenmassa’s. Met een dolk onder hun gewaad begaven de terroristen zich onder het publiek en vermoordden hun doelwitten op klaarlichte dag.

‘De terreur die de moorden veroorzaakten was erger dan de misdaden zelf. Iedereen was voortdurend bang, alsof het oorlog was,’ schreef de Joods-Romeinse historicus Josephus over de terreur van de Sicarii.

Maar de Sicarii maakten ook onschuldige burgerslachtoffers. Volgens Josephus vermoordden ze 700 onschuldige vrouwen en kinderen tijdens verschillende terreurdaden.

In 73 n.Chr. werden de Sicarii definitief verslagen door de Romeinen en kwam er een einde aan de steekpartijen.

Elk jaar op 5 november worden in heel Engeland vreugdevuren aangestoken ter nagedachtenis aan de beroemdste terrorist van het land – Guy Fawkes.

Guy Fawkes was een van de hoofdpersonen achter het Buskruitverraad van 1605.

Het doel van het complot was om de protestantse koning en het hele Britse parlement op te blazen en de weg vrij te maken voor een katholieke staat.

Daarom hadden de katholieke terroristen 36 vaten buskruit geplaatst in de kelder onder het House of Lords in het Palace of Westminster.

Guy Fawkes moest op 5 november 1605 de kruitvaten aansteken. Helaas voor hem hadden de Britse autoriteiten een tip gekregen en werd het paleis die ochtend doorzocht.

In een van de kelders vonden de soldaten van de koning de tonnen met buskruit, verstopt onder hout en kolen.

Guy Fawkes werd gearresteerd en gemarteld, en op 31 januari 1606 ter dood veroordeeld wegens hoogverraad.

Na de executie werd zijn lichaam door de straten van Londen gesleept – om andere terroristen die het tegen de koning wilden opnemen af te schrikken.

In 1845 werd Ierland getroffen door de aardappelziekte, die het land in een hongersnood stortte en tot 1850 één miljoen levens eiste.

In die chaos ontstond de revolutionaire Irish Republican Brotherhood (IRB) – ook bekend als de Fenians.

In de jaren 1860 probeerde de IRB Ierse soldaten uit het Britse leger te rekruteren en een gewapende strijd tegen de Britse overheersing te ontketenen.

Het complot mislukte toen Britse spionnen lucht kregen van de onderneming. In de jaren 1880 gaf de IRB de gewapende strijd op en begon een reeks bomaanslagen – de Fenian dynamite campaign.

Tussen 1881 en 1885 pleegde de IRB 18 terroristische bomaanslagen in Londen en Glasgow. Hierbij raakten ongeveer 80 mensen gewond en vielen drie doden.

In 1916, toen Groot-Brittannië verwikkeld was in de Eerste Wereldoorlog, begon de IRB de Paasopstand in Dublin, die leidde tot de Ierse Onafhankelijkheidsoorlog.

Na de onafhankelijkheidsoorlog ging de IRB op in het Ierse Republikeinse Leger (IRA), dat in de 20e eeuw terroristische aanslagen gebruikte in zijn strijd voor hereniging met Ierland.

Op 13 maart 1881 werd de Russische tsaar Alexander II gedood door een bom op enkele kilometers van het Winterpaleis.

De aanslag werd gepleegd door de anarchistische groepering Narodnaja Volja – Wil van het Volk.

Na de moord op Alexander II volgde een golf van moorden op Europese en Amerikaanse machthebbers, gepleegd door anarchisten die de staatsmacht wilden ontbinden.

In 1894 pleegde de terreurbeweging alleen al in Frankrijk 10 bomaanslagen, en in datzelfde jaar werd de Franse president Sadi Carnot in Lyon door een anarchist vermoord.

‘De aanhangers (van het anarchisme, red.) zijn niet alleen vijanden van de maatschappij en de vooruitgang, maar doodsvijanden van de vrijheid zelf,’ predikte de Amerikaanse president Theodore Roosevelt in september 1901.

Twee dagen eerder was zijn voorganger, William McKinley, doodgeschoten door de anarchist Leon Czolgosz tijdens een tentoonstelling in Buffalo.

Het hoogtepunt van de anarchistische beweging was de moord op de Oostenrijkse aartshertog Frans Ferdinand op 28 juni 1914, het startsein van de Eerste Wereldoorlog.

Begin 1900 streden militante vrouwelijke demonstranten – de suffragettes – voor kiesrecht in Groot-Brittannië.

Een van de meest beruchte suffragettes van het land was Emily Wilding Davison. Ze zat negen keer in de cel, onder meer voor het gooien van stenen naar een Britse minister in 1909.

Op 4 juni 1913, tijdens de paardenrace Epsom Derby ten zuiden van Londen, werd Davison echter wereldberoemd.

Toen het paard van koning George V, Anmer, over de baan rende, sprong Davison vanaf haar plek op de tribune voor het paard.

De vrouwelijke waaghals raakte bewusteloos bij de botsing en liep een schedelfractuur op, die haar uiteindelijk fataal werd.

Het is onduidelijk of Davison het paard probeerde te stoppen uit protest – of dat ze opzettelijk zelfmoord pleegde om een martelaar voor de vrouwenbeweging te worden.

Wat we wel weten, is dat de strijd van Emily Wilding Davison en de suffragettes voor vrouwenkiesrecht aan het eind van de Eerste Wereldoorlog eindelijk vruchten afwierp.

Op 6 februari 1918 besloot het Britse parlement dat vrouwen ook mochten stemmen.

‘De Jakhals’ of ‘Carlos’ is Ilich Ramírez Sánchez. Hij groeide in de jaren 1950 op in Venezuela met een vader die een fervent marxist was.

Hij gaf zijn politieke ideeën over aan zijn zoon, en in 1970 sloot Carlos zich aan bij het marxistische Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP) in Libanon.

In 1974 pleegde Carlos een bomaanslag in Parijs waarbij twee mensen omkwamen, maar pas het jaar daarop werd hij een van de meest gevreesde terroristen ter wereld.

Op 21 december 1975 viel Carlos met zes andere terroristen het hoofdkwartier van de OPEC in Wenen binnen, waar ze drie mensen doodden en 60 mensen gijzelden.

In 1982 en 1983 bevestigde Carlos zijn status als meest gezochte terrorist ter wereld, toen hij verschillende bomaanslagen in Parijs en Marseille pleegde, waarbij 11 mensen omkwamen.

Carlos werd in 1994 door Franse commando’s opgepakt in Soedan en zit sindsdien een levenslange gevangenisstraf uit in Frankrijk. Hij beweert zelf 1500 moorden te hebben gepleegd.

De Rote Armee Fraktion (RAF) was een voortvloeisel van de studentenopstanden van de jaren 1960 en had als doel ‘het verpletteren van de fascistische politiestaat in West-Duitsland’.

In 1972 werden verschillende RAF-leden gearresteerd, waaronder de leiders Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Ulrike Meinhof.

Daarna organiseerde de RAF verschillende acties om de staat te dwingen de gevangenen vrij te laten. In 1975 bezetten de terroristen de West-Duitse ambassade in Stockholm, maar de Zweedse politie bestormde het gebouw en de gijzelingsactie mislukte.

Twee jaar later, in 1977, ontvoerde de RAF de voorzitter van de Duitse werkgeversorganisatie, Hanns Martin Schleyer. Maar kanselier Helmut Schmidt weigerde toe te geven. Schleyer werd vermoord, en Baader en Ensslin pleegden zelfmoord in hun cel.

De Rote Armee Fraktion bleef aanslagen plegen, maar op 20 april 1998 was het voorbij. In een persbericht kondigde de groep zijn afscheid aan:

‘Bijna 28 jaar geleden, op 14 mei 1970, ontstond de RAF. Vandaag beëindigen wij dit project. De stadsguerrilla RAF is nu geschiedenis.’

Osama bin Laden richtte in 1988 Al Qaida op om alle ‘vijanden van de islam’ te bestrijden. En de grootste vijand waren, volgens hem, de kapitalistische Verenigde Staten.

Vanaf eind jaren 1990 pleegden Osama bin Laden en Al Qaida talloze terroristische aanslagen om de Amerikanen uit te lokken tot een oorlog met het Midden-Oosten.

Bin Laden dacht dat een oorlog tussen de VS en het Midden-Oosten de Amerikaanse economie zou vernietigen en de supermacht uiteindelijk op de knieën zou dwingen.

Na de terreuraanslag op het World Trade Center op 11 september 2001 kreeg de terrorist zijn zin. De VS vielen Afghanistan binnen en Osama bin Laden en zijn handlangers moesten onderduiken.

Maar op 2 mei 2011 was het spel uit voor de terroristenleider. Zijn onderduikadres in de Pakistaanse stad Abbottabad werd bestormd en hij werd gedood door de Navy SEALs.

‘Er is recht gedaan,’ zei toenmalig president Barack Obama na de moord.

Na tien jaar kregen de Amerikanen eindelijk hun wraak.