5 september 1972, 04.00 uur
Olympisch dorp, München: Een groepje mannen verzamelt zich bij de muur van het Olympisch dorp.
Acht jonge mannen in rode trainingspakken komen een groep dronken Amerikaanse atleten tegen die over de muur bij het Olympisch dorp willen klimmen. De Olympische Spelen in München zijn 10 dagen aan de gang en de Amerikanen zijn zeker niet de eersten die na een avondje stappen over de muur klimmen; de onbewaakte poort 25A is namelijk ’s nachts gesloten.
De twee groepen praten wat en de 19-jarige Jamal Al-Gashey – die is opgegroeid in het vluchtelingenkamp Shatila in Beiroet en vastbesloten is om Palestina te bevrijden – tilt een van de Amerikanen over de muur.
De Amerikaan draait zich om en helpt op zijn beurt Al-Gashey eroverheen.
Gezellig kletsend lopen de twee groepen het slapende Olympische dorp in richting Connollystrasse 31, waar ook de Israëlische delegatie is gehuisvest.
In hun sporttassen hebben de acht mannen onder een laag kleding machinegeweren en granaten verstopt. Ze zijn goed getrainde Palestijnse terroristen van een beweging die de Zwarte September heet.
04.30: Connollystrasse 31, flat 1
Er liggen zeven Israëlische atleten te slapen. Slechts een van hen ontwaakt als hij een gekopieerde sleutel de deur hoort openen.
Yossef Gutfreund staat slaapdronken op uit zijn bed en gaat op onderzoek uit.
Op blote voeten en in zijn ondergoed loopt de 1,95 meter lange en 133 kilo zware worstelscheidsrechter naar de hal. Net als hij die inloopt, ziet hij de deur een stukje opengaan. Hij ziet in een flits enkele bewapende mannen voor de deur staan en roept:
‘JONGENS, WEGWEZEN!’
Terwijl Gutfreund naar zijn vrienden roept, gooit hij zijn volle gewicht tegen de deur aan om de mannen tegen te houden.
Gewichtheffer Tuvia Sokolovsky springt zijn bed uit en rent naar de hal toe. Hij beseft dat ze nog kunnen ontsnappen. Terwijl de bewapende mannen verwoede pogingen doen om Gutfreund weg te krijgen, waarschuwt Sokolovsky de overige Israëliërs en sprint zijn kamer weer in, waar hij koortsachtig probeert het raam te openen.
In paniek breekt hij de ruit en springt op blote voeten in zijn pyjama naar buiten, net als de terroristen de voordeur forceren. De kogels vliegen hem om de oren, maar hij ontsnapt.

Een sporter uit Hong Kong ontsnapt via zijn balkon aan het geweervuur.
De gewapende mannen in het appartement duwen Gutfreund tegen de grond en hij kan alleen maar lijdzaam toezien hoe de leden van Zwarte September de overige Israëliërs verzamelen en vastbinden.
Worstelcoach Moshe Weinberg zet de tegenaanval in met een fruitmesje, maar de terroristen grijpen meteen naar hun wapens.
Een kogel schiet door zijn wang en laat een enorme vleeswond achter.
04.30: Connollystrasse 31, flat 3
Drie terroristen bewaken de gijzelaars. De vijf anderen slepen Moshe Weinberg appartement 3 in. Ze willen meer gijzelaars.
De stemmen buiten zijn slaapkamer verbazen worstelaar Gad Tsabari. Hij werd wakker van het schot, maar omdat hij dacht dat hij droomde had hij zich weer omgedraaid.
Meer nieuwsgierig dan bang komt hij zijn bed uit, heel zachtjes om zijn kamergenoten niet te wekken.
Op de gang wordt hij verrast door een terrorist met een gele trui. Hij heeft zijn machinegeweer gericht op de worstelaars Eliezer Halfin en Mark Slavin en geeft de drie Israëliërs bevel tegen de muur te gaan staan.
De andere atleten komen ook nieuwsgierig tevoorschijn en worden de trap af geschreeuwd, waar de gewichtheffers Yossef Romano en Ze’ev Friedman door bewapende mannen gevangen worden gehouden.
Naast hen houdt Moshe Weinberg een doek tegen zijn bloedende wang.

De Duitsers hadden meer oog voor het ontwerp van de mascotte dan voor de veiligheid tijdens de Spelen.
Een positief beeld van West-Duitsland
De Duitsers wilden nazi-Duitsland doen vergeten met een vrolijk sportevenement. De beveiliging van het Olympisch dorp bestond uit slechts 2000 bewakers met een wit overhemd, blauwe jas, korte broek, een golfpetje en walkietalkie.
Geen uniformen of wapens, er moest een duidelijke boodschap worden overgebracht: West-Duitsland was een vreedzame natie.
Daarnaast hadden de Duitsers creatieve manieren bedacht om op te treden: vrouwelijk personeel moest bloemen uitdelen, er waren kanonnen die snoep schoten en er was een heel peloton teckels om demonstranten te omsingelen en tegen ze te blaffen.
‘We bespringen ze’, zegt David Berger. ‘We hebben niets te verliezen!’ Maar de terroristen zijn goed voorbereid. Een van hen spreekt Hebreeuws en richt zijn wapen op Tsabari’s maag.
Met de handen achter het hoofd worden de Israëlische gijzelaars naar appartement 1 gevoerd. Op het moment dat de groep de foyer bereikt, ziet Tsabari zijn kans.
Hij duwt een van de terroristen opzij en rent de trap af, op weg naar de parkeergarage. De terroristen openen het vuur, maar de worstelaar zigzagt tussen de pilaren van de garage door naar de vrijheid.
Tegelijkertijd verzet de gewonde Moshe Weinberg zich opnieuw uit alle macht: hij stort zich op de 19-jarige Mohammed Safady en geeft hem een klap in zijn gezicht, slaat de Palestijn daarna enkele tanden uit zijn mond en verbrijzelt zijn kaak.
Een andere terrorist schiet, Weinberg wordt in zijn borst getroffen en valt op de grond. Hij is op slag dood.
VIDEO – Zie waar de terroristen toesloegen:
05.00: Bij het hoofd van politie thuis
Manfred Schreiber, hoofd van de politie in München, wordt wakker gebeld.
Manfred Schreiber, bijgenaamd de ‘sheriff’ omdat hij elke crimineel pakt, is sinds het oplossen van enkele moeilijke zaken negen jaar eerder het jongste hoofd van politie in West-Duitsland.
Schreiber wordt op de hoogte gebracht van de situatie en laat het gebied rond de appartementen van de Israëlische atleten afzetten.
Hij belt met de minister van Binnenlandse Zaken, Bruno Merk, en rijdt met loeiende sirenes door de nachtelijke straten naar het Olympisch dorp.
05.10: Connollystrasse 31
Een agent nadert het gebouw.
Met de handen boven zijn hoofd nadert een Duitse agent behoedzaam Connollystrasse 31. Als hij omhoog kijkt naar het drie verdiepingen hoge gebouw, dwarrelen er net twee papiertjes naar beneden.
Hij raapt ze op en loopt weer weg. Op de blaadjes staan de eisen van de terroristen: Israël moet 234 Palestijnse gevangenen vrijlaten, Duitsland twee – Andreas Baader en Ulrike Meinhof, leiders van de West-Duitse Rote Armee Fraktion, die samenwerkt met Palestijnse terreurbewegingen.
De Duitsers hebben tot 9.00 uur. Daarna wordt er elk uur een gijzelaar gedood, tot de eisen zijn ingewilligd.
Een kwartier later staat een tweede agent voor de ingang van Connollystrasse 31.
Er komt iemand naar buiten in safarikleding en met een hoed. Hij draagt een donkere zonnebril en zijn gezicht is zwart gemaakt met schoensmeer.
De man zegt dat hij ‘Issa’ heet en geeft zijn maten in het appartement een teken.

‘Issa’, de leider van de terroristen, geeft zijn eisen door aan de West-Duitse onderhandelaars.
Ze slepen het lichaam van Moshe naar buiten en gooien het voor de agenten neer. Zijn gezicht ligt half open, zijn borstkas is doorzeefd met kogels.
07.15: Olympisch dorp
Radio en tv komen met de eerste berichten over de gijzeling en Duitse ambtenaren en politici zijn bijeen voor crisisoverleg.
In de kelder onder het hoofdkantoor van het Olympisch dorp vergaderen politiecommandant Manfred Schreiber, de burgemeester van het Olympisch dorp, Walter Tröger en de West-Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Hans-Dietrich Genscher, uit Bonn overgevlogen.
Ook al heeft de minister de hoogste rang, vanwege de federale structuur van West-Duitsland heeft de plaatselijke Beierse overheid de leiding.
Er wordt besloten om een crisiscomité in te stellen onder leiding van Bruno Merk, de Beierse minister van Binnenlandse Zaken.
Kort daarna komt er bericht uit Tel Aviv:
Israël onderhandelt niet, premier Golda Meïr laat zich niet door terroristen afpersen.
08.45: Connollystrasse 31
De Duitsers willen meer tijd en sturen een onderhandelaar naar de Connollystrasse.
De deadline van de terroristen loopt over een kwartier af als politiechef Schreiber en burgemeester Tröger het gebouw naderen, met een Egyptisch lid van het Olympisch Comité, A.D. Touny. Misschien kan hij – als Arabier – het vertrouwen van de Palestijnen winnen.
Vanaf het balkon op de eerste verdieping worden de drie mannen onder schot gehouden door een man met bivakmuts en een kalasjnikov.
Issa ruikt onraad. Hij laat zijn handen zien. In de ene heeft hij een handgranaat, en zijn duim houdt hij om de pin.
Uit de hoofdingang komt Issa, de man in safarikleding, naar buiten. Mechanisch herhaalt hij de eisen van de terroristen, alsof hij een rijmpje uit zijn hoofd heeft geleerd.
Er zit een steekje bij hem los, denkt Schreiber. Dan komt de Egyptenaar Touny naar voren en vertelt Issa dat de regeringen in Bonn en Tel Aviv bezig zijn met de eisen. Intussen vraagt Schreiber zich af: kunnen we Issa overmeesteren?
Issa ruikt onraad. Hij laat zijn handen zien. In de ene heeft hij een handgranaat, en zijn duim houdt hij om de pin.
‘Als je me aanraakt, vliegen we allemaal de lucht in’, zegt hij doodgemoedereerd. Hij heeft zich er blijkbaar al op ingesteld dat het niet gaat lukken binnen de tijd en stemt erin toe de deadline te verschuiven naar 12.00 uur.
09.00: Olympisch dorp
Het Olympisch dorp ontwaakt en bij de autoriteiten breekt paniek uit.
Het Olympisch dorp verandert in de loop van de dag in het decor van een absurd toneelstuk. Een paar atleten doen hun warming-up, anderen zonnen wat op een grasveld bij de Connollystrasse. Duizenden drommen samen bij de poort van het Olympisch dorp om het drama te volgen.
3500 mensen zien de volleybalwedstrijd tussen West-Duitsland en Japan en op tv worden beelden van de paardendressuur afgewisseld met die van de gijzeling.

De wereldpers volgde het gijzelingsdrama op een veilige afstand. Alles kwam live op tv.
Pas om 11.00 uur legt het Olympisch Comité de Spelen stil.
Bij de autoriteiten slaat de paniek toe. Alle onderhandelingspogingen lopen op niets uit.
De Israëlische regering geeft niet toe, de leden van Zwarte September ook niet. Issa lijkt onaangedaan als Schreiber schreeuwt: ‘Jullie komen hier niet levend weg!’ Het lukt de Duitsers echter wel om de deadline voor de executie van de eerste gijzelaar te verlengen naar 13.00 uur, dan naar 15.00 uur en tot slot 17.00 uur.
16.40: Connollystrasse 31
De Duitsers proberen tijd te rekken, maar dan verandert Issa van tactiek.
Issa loopt woedend de straat op voor overleg met Duitse overheidsfunctionarissen. De Duitsers hebben de ene na de andere smoes: eerst hadden ze meer tijd nodig voor contact met Israël. Toen konden de Israëliërs de Palestijnse gevangenen niet vinden. Nu is hij het zat.
‘We laten ons niet voor de gek houden!’ schreeuwt hij en wijst dreigend naar de Duitsers. Issa, die in het echt Luttif Afif heet, is in 1958 naar West-Duitsland gekomen om er te studeren. Hij is getrouwd met een Duitse en spreekt vloeiend Duits.
Sinds 1966 is hij lid van Yassar Arafats Fatah-beweging en hij gaat vaak naar het Midden-Oosten om tegen Israël te vechten.

Militante Palestijnen vochten tegen het leger van Jordanië, maar verloren.
Bloedbad gaf zijn naam aan Zwarte September
Terreurorganisatie vocht voor een zelfstandige Palestijnse staat.
Koning Hoessein van Jordanië had in 1970 genoeg van de Palestijnen die de vluchtelingenkampen in zijn land gebruikten als uitvalsbasis voor terroristische aanslagen en vliegtuigkapingen. Op 17 september zette hij tanks tegen ze in.
Omdat de afloop van de strijd nog onzeker was, stonden er duizenden Israëlische soldaten en 12.000 Amerikaanse paratroepers bij de grens klaar ingeval de Palestijnen wonnen.
Syrische tanks schaarden zich aan Palestijnse zijde, maar werden door Hoesseins luchtmacht teruggedrongen. Ook al hielden de Palestijnen langdurig stand, het Jordaanse leger won de strijd.
Minstens 4000 guerrilla’s kwamen om en veel Palestijnen vluchtten. Enkele Palestijnse leiders voelden zich verraden door de Arabische wereld en richtten Zwarte September op.
Hun eerste wapenfeit was de moord op de Jordaanse premier in november 1971. De groep pleegde een jaar later moorden, aanslagen op bedrijven die samenwerkten met Israël en kaapte een vliegtuig.
Toen de Fatah-leiding in 1971 Zwarte September oprichtte, werd hij tot leider van de gijzeling gekozen. Hij heeft zich maandenlang voorbereid en werkte undercover in het Olympisch dorp met zijn kompaan Yussuf Nazzal.
‘We doen wat we kunnen’, zegt minister van Binnenlandse Zaken Genscher. ‘Alle eisen die we konden inwilligen, zijn ingewilligd. We zijn ook bereid naar andere eisen te luisteren, als jullie die hebben.’
Issa neemt peinzend een haal van zijn sigaret. Eén van zijn doelen is bereikt: aandacht voor de Palestijnse zaak.
Issa loopt het appartement in. Als hij weer naar buiten komt, zegt hij dat de plannen zijn gewijzigd. Ze willen naar Caïro. Binnen een uur moeten er twee vliegtuigen klaarstaan.
De Duitsers zijn radeloos. Israël zal nooit toestaan dat er een toestel met gijzelaars uit Duitsland vertrekt, en zelf willen ze dat ook niet.
De Duitse onderhandelaar biedt geld, een vrijgeleide en zichzelf als gijzelaar aan, maar Issa weet van geen wijken.
Uiteindelijk gaan de Duitsers akkoord met één vliegtuig om 19.00 uur, maar alleen als ze met de gijzelaars mogen praten.
17.05: Connollystrasse 31
Issa laat zich overhalen om Duitse onderhandelaars binnen te laten.
Minister Hans-Dietrich Genscher gaat naar binnen en loopt de trap van Connollystrasse 31 op, gevolgd door Walter Tröger, de burgemeester van het Olympisch dorp.
Issa wil geen politiemensen binnenlaten en dus heeft politiechef Schreiber aan Tröger en Genscher gevraagd om zich alle details heel goed in te prenten voor een eventuele bevrijdingsactie.
Twee terroristen met machinegeweren bewaken de kamer met gijzelaars. Als de deur opengaat, schrikken de Duitsers zich wezenloos: de muren zitten vol kogelgaten en zijn besmeurd met bloed.
Midden in de kamer ligt het lichaam van gewichtheffer Yossef Romano in een plas bloed.
Midden in de kamer ligt het lichaam van gewichtheffer Yossef Romano in een plas bloed. De terroristen hebben hem vermoord toen hij zich verzette, net als Moshe Weinberg.
De stank is ondraaglijk. Bij het raam zit worstelscheidsrechter Yossef Gutfreund vastgebonden op een stoel, op twee bedden zitten de acht andere gijzelaars vastgebonden.
Alle negen kijken ze met een mengeling van hoop en vrees naar Genscher en Tröger.
De gijzelaars verklaren bereid te zijn om aan boord van een vliegtuig naar Caïro te stappen, als hun veiligheid gegarandeerd kan worden.
Dan worden Genscher en Tröger weer door de gemaskerde terroristen naar buiten gewerkt.
Genscher is geschokt. ‘Ze menen het echt’, zegt hij tegen zijn medewerkers. Tegen Schreiber zeggen ze – ten onrechte – dat er maar vijf terroristen in het appartement zijn.
18.00: Olympisch dorp
Een gewaagde politieactie loopt mis.
‘Bukken, bukken!’ De toeschouwers buiten het Olympisch dorp kijken gespannen toe. Al bijna anderhalf uur volgen ze hoe politieagent Heinz Hohensinn met 12 collega’s van een speciale eenheid met machinegeweren over het dak van Connollystrasse 31 kruipen.
Hohensinn en zijn collega’s zijn niet getraind in de aanpak van terroristische aanslagen, en het lijkt de 30-jarige politieman een gevaarlijk plan.
Ze zijn erin geslaagd een rooster te openen, zodat ze in een ventilatieschacht kunnen klimmen voor een bevrijdingsactie. Het wachten is op groen licht.

Een West-Duitse politieagent besloop de gijzelnemers. Hij wist niet dat hij live op tv was te zien.
Plotseling staat Issa voor het gebouw te schreeuwen. Hij dreigt twee gijzelaars te vermoorden als de agenten het dak niet verlaten.
De agenten krijgen daarop bevel om snel naar beneden te gaan. Op een heuvelrug vlak buiten het Olympisch dorp staan enkele cameralieden.
Ze hebben de hele actie gefilmd, en binnen in het appartement heeft Issa – samen met miljoenen andere kijkers – alles op tv kunnen volgen.
20.50: Connollystrasse 31
Een wanhopige Genscher haalt Issa over tot 21.00 uur op zijn vliegtuig te wachten.
Minister Genscher, burgemeester Tröger, de Beierse minister Merk en politiechef Schreiber hebben Issa verteld dat er twee helikopters klaarstaan om de groep naar het vliegveld te brengen, waar het vliegtuig staat te wachten.
Maar als Issa hoort dat er eerst 200 meter naar de helikopters moet worden gelopen, wil hij de route inspecteren. Dat was niet de bedoeling.
Om bij de helikopters te komen, moeten ze via de donkere parkeergarage lopen waar Gad Tsabari 12 uur eerder wist te ontsnappen.
Er staan tussen de auto’s en pilaren Duitse politieagenten klaar om de terroristen te overmeesteren. Als Issa samen met de Duitsers naar de garage loopt, waarschuwt Schreiber zijn mensen: ‘Niet schieten! Dit is een oefening!’
Issa draait meteen om en eist dat ze met een bus naar de helikopters worden gebracht.
’s Avonds: Vliegveld Fürstenfeldbruck
De Duitsers hebben een onaangename verrassing in petto voor de terroristen.
Agent Heinz Hohensinn maakt weer deel uit van een dubieus Duits plan. Hij moet in de buurt zien te komen van de Boeing 727 die de Duitsers voor de terroristen hebben geregeld.
Met 15 anderen is hij ‘als vrijwilliger aangewezen’, zoals een ander het later zou noemen.
De hele dag hebben de Duitsers gedacht dat er slechts vijf terroristen waren. Nu telt de minister van Binnenlandse Zaken er opeens acht.
Het plan is dat bewapende agenten de terroristen overmeesteren zodra ze het vliegtuig ingaan. De agenten zijn verkleed als Lufthansa-personeel – de een beter dan de ander: enkelen dragen alleen een Lufthansa-overhemd op hun politiebroek.
Volgens Hohensinn is het een zelfmoordactie. Het vliegtuig is volgetankt, de terroristen hebben granaten en de stoelen en romp van het vliegtuig beschermen niet tegen kogels.
De agenten stemmen of ze ermee doorgaan. Iedereen is tegen en ze verlaten het vliegtuig. Nu kunnen alleen de vijf sluipschutters de terroristen nog stoppen.
Geen van hen is ervoor opgeleid en ze hebben geen kogelvrije vesten en walkietalkies. Drie van hen staan op het dak van de vertrekhal, een verstopt zich achter een muur, een achter een geparkeerde truck.
22.03: Connollystrasse 31
De leden van Zwarte September verlaten het Olympisch dorp.
De terroristen zwaaien nerveus met hun machinegeweren terwijl ze de Israëlische gijzelaars met z’n drieën tegelijk in de donkergroene bus duwen. De sporters zijn geblinddoekt.
Hans-Dietrich Genscher telt de terroristen – een, twee, drie, vier ... de hele dag hebben de Duitsers gedacht dat er slechts vijf terroristen waren. Nu telt de minister er opeens acht, tegen slechts vijf sluipschutters op het vliegveld.
Bij de helikopters loopt Issa rustig de bus uit met een zaklamp in zijn handen. Hij gaat de toestellen grondig na op zoek naar eventuele valstrikken, en klimt zelfs het dak op.
Voor de lens van tientallen filmcamera’s en flitsende fototoestellen stuurt Issa drie terroristen en vier gijzelaars de ene helikopter in.
Terwijl de wieken beginnen te draaien, stuurt hij de rest naar de tweede helikopter en neemt er zelf ook plaats. Ze stijgen op en verdwijnen met rode knipperlichten richting het westen.
22.30: Vliegveld Fürstenfeldbruck
Terwijl terroristen en gijzelaars een omweg nemen, arriveren Duitse functionarissen en leden van de Israëlische inlichtingendienst.
Als zijn helikopter in het donker op het asfalt voor het hoofdgebouw van het militaire vliegveld landt, kan Zvi Zamir, hoofd van de Israëlische inlichtingendienst, zijn ogen niet geloven: de Duitsers hebben niet eens voor verlichting gezorgd. Hun sluipschutters kunnen niets zien!
Hij is die avond vanuit Israël ingevlogen met veiligheidsagent Victor Cohen, die ervaring heeft in het onderhandelen met terroristen.
De Israëliërs voelen zich niet welkom, vooral de Beierse ambtenaren zijn stug. Zamir, die tot dan toe steeds vertrouwen had in de bekwaamheid van de Duitsers, begint nu te twijfelen.
Door een raam in een van de gebouwen van het vliegveld ziet hij de helikopters honderd meter verderop landen.
De terroristen hadden tevoren beloofd dat ze de vier Duitse bemanningsleden zouden laten gaan, maar lijken niet van plan zich aan hun belofte te houden. Intussen inspecteren Issa en Yusuf Nazzal de 150 meter verderop geparkeerde Boeing 727.
Ook al hebben de agenten het toestel verlaten, Issa heeft het gevoel dat er iets mis is met het lege vliegtuig. Schreeuwend rent hij samen met Nazzal terug naar de helikopters.

Het brein achter de aanslag in München, Abu Daoud, werd nooit door Israël gestraft.
Israëlische wraak mislukte
Het Israëlische leger en de inlichtingendienst Mossad joegen jaren op de terroristen die zij verantwoordelijk hielden voor het drama in München.
Op 10 april 1973 zat de Israëlische elitesoldaat Ehud Barak verkleed als vrouw in een auto op weg naar het centrum van Beiroet. Hij droeg een pruik en een dikke laag make-up, en in zijn bh zaten handgranaten.
Barak was de leider van een team commando’s op geheime missie: ze moesten de drie Palestijnse leiders doden die Israël verantwoordelijk hield voor het drama in München.
Na een half uur verlieten ze Libanon in een speedboot. Ze lieten de lijken van enkele hooggeplaatste Palestijnen, een vrouw, drie bodyguards, een ongelukkige Italiaanse toerist en enkele Libanese politieagenten achter. De actie was het summum van de Israëlische wraak op Zwarte September.
Na het drama in München had Israël PLO-kantoren in Syrië en Libanon gebombardeerd, huizen van militante Palestijnen verwoest, bombrieven gestuurd naar Palestijnse politici en zelfs mensen in Europa vermoord.
De acties maakten deel uit van Operatie Toorn van God, die in een schande voor Israël eindigde toen in 1977 in Noorwegen een onschuldige man omkwam bij de jacht op Ali Hassan Salameh, operationeel leider van Zwarte September. De Mossad-agenten werden veroordeeld, het aanzien van Israël kreeg een knauw.
De soldaat in Beiroet, Ehud Barak, werd in 1999 premier van Israël.
Dan openen de Duitsers het vuur. Ontzet ziet Zvi Zamir hoe de situatie binnen enkele seconden uit de hand loopt. De twee terroristen die de helikopters bewaken, worden gedood, en de Duitse helikopterpiloten rennen hard weg.
Issa en Nazzal zigzaggen om de kogels te ontwijken. Nazzal wordt in zijn been geraakt en valt, maar Issa verstopt zich onder een van helikopters, samen met vier andere terroristen.
Zvi Zamir ziet hoe de Palestijnen wild om zich heen beginnen te schieten. De Duitse politieagenten schieten in paniek terug op alles wat beweegt – ook op de helikopters zelf.
Zamir kan het geklungel niet langer aanzien. Volgens hem is de enige oplossing de helikopters te bestormen met een politiemacht. Telkens vraagt hij Genscher wat de bedoeling is.
‘Dit is een interne Beierse aangelegenheid. We kunnen niets doen’, luidt het antwoord. Dan grijpt Zamir zelf in. Samen met Victor Cohen pakt hij een megafoon en klimt het dak op.
‘Stop met schieten!’ roept Cohen in het Arabisch. ‘Het vliegtuig is er, zoals jullie vroegen!’
De terroristen antwoorden met een regen van kogels en de Israëlische veiligheidsagenten moeten maken dat ze wegkomen.

De Duitsers werden door een kaping gedwongen de terroristen vrij te laten.
Overlevende terroristen kwamen vrij
West-Duitsland liet de drie gevangen München-terroristen vrij in 1972. Het jaar erop werd antiterreureenheid GSG-9 gevormd om in de toekomst beter voorbereid te zijn.
Al op 29 oktober 1972 kwam Zwarte September in actie om haar leden uit de gevangenis te krijgen.
Twee Palestijnen kaapten een Lufthansa-vliegtuig dat op weg was van Damascus naar Frankfurt en eisten de vrijlating van de drie overgebleven München-terroristen.
Duitsland wilde deze ongewenste gasten, die nog steeds niet veroordeeld waren, graag kwijt, en nog die avond landden Jamal Al-Gashey, Adnan Al-Gashey en Mohammed Safady in Tripoli.
In het Libië van Khaddafi werden ze als Arabische helden ontvangen. Een aantal journalisten gelooft dat West-Duitsland betrokken was bij de kaping om van deze problematische gevangenen af te komen.
Naar aanleiding van de gebeurtenissen werd in 1973 de Duitse antiterreureenheid GSG-9 opgericht, omdat pijnlijk duidelijk was dat er behoefte was aan een eenheid die terrorisme bestrijdt. GSG-9 is nu een van de beste antiterreureenheden.
23.00: Rondom het vliegveld
Bij het hek van het vliegveld staan honderden journalisten en nieuwsgierigen.
München is massaal uitgelopen. Met kinderen, thermosflessen en klapstoeltjes is iedereen naar het vliegveld van Fürstenfeldbruck gekomen om het drama live te volgen.
Er staat een file, met daarin ook vier pantservoertuigen die moeten helpen in de strijd tegen de terroristen.
De aanvankelijk vrolijke stemming slaat om als de eerste kogels over het hek beginnen te vliegen. Maar dan loopt een toeschouwer met een officieel Olympische Spelen-petje op naar de journalisten bij de hoofdingang.
Hij roept: ‘Alles is oké. De gijzelaars zijn bevrijd!’ Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje.
De Beierse politie geeft het door aan het hoofdbureau en om 23.31 uur stuurt persbureau Reuters een telegram: ‘Alle Israëlische gijzelaars bevrijd!’ Binnen de kortste keren denkt de hele wereld dat het voorbij is.
00.01: Vliegveld Fürstenfeldbruck
Er is meer dan een uur geschoten als de vier pantservoertuigen eindelijk arriveren.
Bij de aanblik van de vier pantservoertuigen raken de terroristen in paniek. Een van hen begint van dichtbij te schieten op de vier gijzelaars in een van de helikopters.
Dan rent hij weg, trekt de pin uit een handgranaat en gooit de granaat naar de helikopter. Tegelijkertijd komt Issa onder de andere helikopter vandaan en opent het vuur op het hoofdgebouw van het vliegveld.

Een van de twee helikopters die de gijzelaars vervoerden, werd door de terroristen opgeblazen.
De sluipschutters op het dak beantwoorden zijn vuur, maar zijn te laat: terwijl de twee terroristen worden gedood, verandert de ene helikopter in een zee van rook en vuur.
Er komt nog een terrorist onder de helikopter vandaan. Hij draait zich om en schiet de andere vier Israëlische sporters dood. Hun doodskreten zijn te horen tot in het hoofdgebouw, waar de Duitsers machteloos toekijken.
Een van de terroristen, Khalid Jawad, probeert te vluchten. Hij valt schreeuwend op de grond als een van de Duitse sluipschutters uit het donker tevoorschijn komt en hem van dichtbij neerschiet. Onder de helikopter die heel is zitten nog altijd terroristen, en het schieten houdt pas rond half een ’s nachts op.
‘Ik heb heel slecht nieuws. Geen Israëliër is meer in leven.’ Zvi Zamir, hoofd van de Israëlische inlichtingendienst
Als het vuurgevecht voorbij is, lopen Zvi Zamir en Victor Cohen samen met tientallen wanhopige Duitsers naar de helikopters op zoek naar overlevenden. Maar in de ontplofte helikopter vinden ze slechts vijf verkoolde lichamen.
In de tweede helikopter liggen de andere vier Israëliërs met hun handen geboeid, hun lichamen doorzeefd met kogels. Ook vijf terroristen en een Duitse agent zijn omgekomen.
Drie terroristen zijn ontsnapt, maar zij worden nog voordat ze het vliegveld hebben kunnen verlaten, gevangengenomen.
Omstreeks 03.00: Tel Aviv
De telefoon gaat bij Golda Meïr, de premier van Israël.
‘Golda ...’, zegt Zvi Zamir. ‘Ik heb heel slecht nieuws. Ik kom net terug van het vliegveld ... geen Israëliër is meer in leven.’

In totaal 11 Israëlische sporters en trainers werden tijdens de Spelen van 1972 gedood. Enkelen van hen boden hevig verzet.
Golda Meïr kan haar oren niet geloven. Samen met haar ambtenaren heeft ze uren geleden al een toost uitgebracht op de goede afloop.
‘Maar het goede nieuws dan, op de radio, op de televisie ...’, stamelt ze.
‘Golda’, onderbreekt Zamir haar. ‘Ik heb het met mijn eigen ogen gezien.’