Parijs is altijd doelwit van terroristen geweest
TIJDLIJN: De aanslag van afgelopen vrijdag in Parijs is de recentste in een reeks bloedbaden in de Franse hoofdstad. De Lichtstad is vaker het doelwit van politieke en religieuze extremisten die hun bloedige afdruk op de geschiedenis willen zetten.

1800: Royalisten
De militante Chouans probeerden in december 1800 de Franse eerste consul Napoleon Bonaparte om het leven te brengen.
De groepering wilde de monarchie herinvoeren. Die was tijdens de Franse revolutie van 1789 afgeschaft. Napoleon stond de realisatie van dit doel in de weg, en toen hij in zijn koets op weg naar de opera was, ontplofte er een groot vat vol buskruit en stukken ijzer langs de weg.
Bij de explosie kwamen acht mensen om het leven en vielen 60 gewonden. Napoleon kwam met de schrik vrij.
1835: Republikeinen
De kleine crimineel Giuseppe Mario Fieschi en zijn vriend Pierre Morey willen in 1831 de Franse koning Lodewijk-Filips uit de weg ruimen. Het beoogde moordwapen was een zelfgemaakt machinegeweer, dat bestond uit 25 geweren.
Toen de koning in juli 1835 de Boulevard du Temple in Parijs overstak tijdens een parade, vuurde Fieschi zijn superwapen af. Hij trof een heleboel mensen, maar niet de koning. 18 soldaten kwamen om, en Fieschi zelf raakte zwaargewond.
Toen hij was hersteld, werd hij onthoofd onder de guillotine.