Shutterstock

Marteling: van kokende olie tot pijnbanken

De heersers van de oudheid lieten mensen in het openbaar martelen als vermaak, middeleeuwse beulen beheersten de wrede kneepjes van het vak en 20e-eeuwse ondervragers waren meesters in psychische vernedering. De geschiedenis van het martelen is niet voor tere zielen.

Oudheid

In de oudheid kende marteling geen grenzen. Koningen en keizers schuwden geen middel om onderdanen te vervolgen die het waagden zich niet in de bestaande orde te schikken.

Omdat marteling een afschrikkende werking moest hebben, werden de gruwelijkheden in het openbaar voltrokken.

Griekse verhoren waren dodelijk

Volgens sommige historici werd marteling als verhoormethode ontwikkeld in het oude Griekenland.

Griekse ondervragers gebruikten bijvoorbeeld een wiel waarop de verdachte werd vastgebonden.

De beul draaide het vervolgens steeds sneller rond, net zo lang tot de aangeklaagde bekende. Uiteindelijk kon het slachtoffer een hersenbloeding krijgen of stikken in zijn braaksel.

Zelfs de Griekse filosofen geloofden heilig in marteling om een bekentenis af te dwingen.

Zo leverde het volgens Aristoteles bewijzen op die ‘absoluut geloofwaardig’ waren.

Volgens de Griekse mythologie at een arend elke dag de lever van de Titaan Prometheus op.

© Alamy / Imageselect

Romeinen hanteerden de zweep

De zweep was een van de meest gebruikte martelwerktuigen in het oude Rome. De Romeinen kenden er talrijke varianten van, die elk hun eigen functie hadden.

Eigenaren van slaven hadden het recht om hun onvrijwillige arbeidskrachten er onbeperkt van langs te geven.

Marteling was voor een slaaf dagelijkse kost, en in de rechtbank werd de verklaring van een slaaf alleen geloofd als deze door marteling was verkregen.

Er waren geen regels voor het aantal zweepslagen dat iemand maximaal kon krijgen, en afstraffingen met de zweep leidden dan ook regelmatig tot ernstige verwondingen of de dood.

Naast slaven maakten ook krijgsgevangenen, burgers van veroverde gebieden en Romeinse legionairs regelmatig kennis met de zweep.

De spijkers van de flagellum maakten diepe vleeswonden.

© Etsy.com, Pastorjedisabers.com & Artimagesfrom.com

Marteling was vermaak

In de Romeinse arena’s ging marteling hand in hand met sportwedstrijden en toneelspel.

Het volk was dol op bloedige schouwspelen, die tegelijk duidelijk maakten wat iemand die de wet overtrad te wachten stond.

Ezels verkrachtten vrouwen

Vaak werden er tamme dieren ingezet bij marteling. Zo werd een vrouw die beticht werd van het vergiftigen van vijf mannen vastgebonden en verkracht door een ezel.

Vervolgens werden er wilde dieren losgelaten in de arena, die haar in stukken scheurden en opaten.

De Romeinen trainden ook geiten voor een bizarre vorm van marteling.

De voeten van het slachtoffer werden in een zoutbad gedoopt, waarna de geiten eraan likten.

In het begin was dat onaangenaam, maar na korte tijd werd het zeer pijnlijk.

Christenen werden in olie gekookt

Vuur en hitte kwamen vaak kijken bij een Romeinse marteling.

Een slachtoffer werd bewerkt met fakkels, gloeiende metalen platen of verhitte bakstenen.

Christenen werden overgoten met kokend vet of hete olie.

Gladiatorengevecht was milde straf

Gladiatoren vochten soms tegen misdadigers als onderdeel van het vermaak.

Omdat veroordeelden niet getraind waren, eindigden ze doorgaans aan het zwaard van de gladiator.

Als een misdadiger tijdens het gevecht met de gladiator bijzondere moed toonde, kreeg hij eerherstel – maar wel postuum.

Bloedige mythen als vermaak

In de arena werden vaak bekende mythen nagespeeld, waarbij misdadigers als onderdeel van het verhaal werden gestraft.

Zo konden ze als de halfgod Hercules in een leeuwenvel worden verbrand.

Een terdoodveroordeelde moest de mythe van Orpheus naspelen, die dieren kon temmen met zijn lier.

Uitgerust met zo’n instrument werden er tamme dieren op hem afgestuurd, maar na een tijdje kwam er een wilde beer binnen. Toen hielp de lier niet.

Keizer sarde misdadigers

Psychische marteling werd zelden gebruikt in Rome, want daar vloeide te weinig bloed bij.

Een uitzondering was de straf die keizer Gallienus (253-268) oplegde aan een juwelier die valse edelstenen had verkocht.

De man werd naar de arena gebracht en er werd een grote leeuwenkooi naar binnen gereden. Terwijl

de sieradenhandelaar sidderde van angst en om genade smeekte, ging de deur van de kooi open – en er stapte een kip uit.

De juwelier was verbluft en het publiek door het dolle heen. ‘Nu ben je gefopt zoals je je klanten hebt gefopt,’ zei de keizer.

De krankzinnige keizer Caligula (37-41) zou een vader hebben gedwongen de executie van zijn zoon bij te wonen.

Daarna hield de keizer een groot feest.

Hij zei tegen de vader dat deze een paar goede moppen moest vertellen over de terechtstelling – anders zou hij de volgende worden.

Keizers leefden zich uit op martelgebied

Het Romeinse Rijk hing aan elkaar van de wreedheden, en de keizers gaven het ‘goede’ voorbeeld. Soms ontwikkelden ze zelfs hoogstpersoonlijk nieuwe manieren om hun onderdanen te pijnigen en af te straffen.

Tiberius (14-37) verhoorde naar verluidt vijanden door hen dronken te voeren met wijn, waarna een beul de snaar van een luit om de penis van het slachtoffer bond.

De beul trok de snaar aan, en omdat de man niet kon plassen, werd het steeds pijnlijker. Als hij de keizer niet vertelde wat deze wilde horen, barstte zijn blaas uiteindelijk.

Caligula (37-41) stond bekend om zijn wreedheid én zijn gezonde eetlust. De keizer liet graag mensen martelen en terechtstellen in zijn eetkamer.

Toen een van zijn huisslaven op een dag werd betrapt op het stelen van een kostbare zilveren plaat, liet Caligula de handen van de man afhakken.

Voor de lol droeg hij de beul op om de afgehakte handen om de nek van de slaaf te binden, waarna de dief heen en weer moest lopen terwijl de keizer zat te eten.

Middeleeuwen

In de middeleeuwen werd marteling uitgekookter, maar niet minder wreed. Beulen waren hun leven lang bezig met het ontwikkelen en testen van geraffineerde martelwerktuigen, die het slachtoffer ertoe moesten bewegen zijn misdaden te bekennen. Marteling was niet zichtbaar, maar iedereen wist dat het gebeurde.

Paus pakte zijn concurrenten aan

Vanaf de 12e eeuw kreeg de katholieke kerk te maken met lieden die het roomse gezag en de onfeilbaarheid van de paus niet erkenden.

De paus riep de inquisitie in het leven om deze zondaars op te sporen en op het rechte pad te brengen. Marteling was daarvoor een goede methode.

In de 15e eeuw maakten de katholieke vorsten Ferdinand II en Isabella I gebruik van de inquisitie om Spanje onder zich te verenigen en land van vermeende ketters af te pakken.

De Spaanse Inquisitie had het met name op bekeerde joden gemunt. Na de reformatie in de 16e eeuw en de opkomst van de wetenschap kreeg de katholieke kerk nieuwe vijanden.

Protestanten en geleerden die het wereldbeeld van de kerk in twijfel trokken werden vervolgd.

De inquisitie werd pas in 1908 officieel opgeheven.

Beulen hielden zich aan de kerkregels

De christelijke kerk was in het begin tegen marteling. Wie de kerkwetten met voeten trad, werd geëxcommuniceerd, uit de kerk gezet.

Excommunicatie was een zwaar middel, want de hele samenleving draaide om de kerk en het geloof.

De verstotene werd aan zijn lot overgelaten en na de dood wachtte hem of haar het eeuwige hellevuur.

Een dreigement om uit de kerk gezet te worden was vaak echter niet toereikend: notoire ketters geloofden niet in de hel en waren er dus niet bang voor.

Daarom begon de kerk te martelen in haar pogingen ketters op te sporen en te straffen.

In 1256 vaardigde paus Alexander IV zelfs een decreet uit waarmee inquisiteurs elkaar vergiffenis konden schenken voor de zonden die ze pleegden tijdens een verhoor. Er mocht echter geen bloed vergoten worden.

Daarom moest een kerkelijke beul vindingrijk zijn en bijvoorbeeld gebruikmaken van water en vuur, waarbij geen bloedingen optraden.

Inwendig letsel

De kwelpeer werd in de mond, vagina of anus van het slachtoffer gebracht. Als de beul aan het handvat draaide, gingen de vier metalen bladen uit elkaar.

Dit werktuig bracht hevige inwendige bloedingen en ander letsel teweeg bij het slachtoffer.

20e en 21e eeuw

Ook in onze tijd wordt er nog volop gemarteld. Moderne beulen weten echter dat ze geen sadistische martelwerktuigen nodig hebben om ondraaglijk leed te veroorzaken.

Verborgen voor de buitenwereld doen ze hun werk met eenvoudige gereedschappen, waarbij ze de slachtoffers geen onherstelbaar lichamelijk letsel toebrengen

Hanns Scharff bleef vrienden met veel gevangenen die hij had verhoord.

© Military history now

Eetlepel is geducht martelwerktuig

Psychisch geweld werd na de Tweede Wereldoorlog de meestgebruikte martelmethode, maar er werd ook nog wel fysiek geweld gebruikt.

Anders dan in de middeleeuwen gebruikten de beulen geen speciale instrumenten, maar gereedschappen van alledag.

Gummiknuppels dienden om gevangenen overal op het lijf te slaan. Klappen onder de voetzolen gaven een bijna ondraaglijke pijn en lieten geen zichtbaar letsel achter. In de Sovjet-Unie was de gummiknuppel gangbaar, en vandaag de dag wordt hij nog veel gebruikt tegen critici van dictatoriale regimes.

Lepels veranderden in gruwelijke martelwerktuigen als ze bijvoorbeeld om de testikels werden geklemd. De KGB was dol op deze methode.

Sigaretten leverden snel permanente brandplekken op. Deze vorm van marteling werd vooral rond de ogen en lippen toegepast. Met name Russen bewerkten veel gevangenen met brandende sigaretten, maar eind jaren 1990 gebruikten de Chinese autoriteiten het middel tegen leden van de religieuze Falun Gong-beweging.

Een plastic zak over het hoofd leidt tot ademnood en dus paniek. Deze methode werd op uitgebreide schaal ingezet tegen vijanden van de Rode Khmer van Pol Pot, die van 1975 tot 1979 in Cambodja aan het bewind was. Er zijn ook gevallen bekend uit Mexico, Turkije, China en andere landen.

Tangen in alle soorten en maten werden gebruikt om iemands nagels uit te trekken tijdens een verhoor. Dit werd wereldwijd toegepast, onder meer door de geheime politie van de Iraanse sjah, de SAVAK.

Een stoelpoot kon een effectief martelwerktuig zijn als iemand er urenlang op moest zitten. Deze methode werd bijvoorbeeld gebruikt door de geheime politie van het communistische Polen.

Psychische terreur wordt wereldwijd beoefend

In de 20e eeuw werd marteling minder fysiek, maar niet minder wreed.

Psychisch geweld is er in allerlei vormen en is steeds gangbaarder geworden.

Zelfs zintuigen zijn doelwit

Soms worden gevangenen van alle zintuigen beroofd door ze in een donkere of spierwitte, geheel lege kamer te zetten.

De verdachte hoort zelfs zijn bewakers niet lopen dankzij hun rubberzolen. Isolatie in een puur witte omgeving, waar zelfs het eten wit is (zoals rijst), is zeer effectief gebleken.

Deze methode werd gebruikt door de Iraanse Revolutionaire Garde tegen tegenstanders van de theocratie en kritische journalisten.

Vernedering is populair

Het vernederen van gevangenen, zoals ze hun kleren afpakken, urine laten drinken of op handen en voeten laten lopen, is een beruchte tactiek om hun wil te breken. Deze vorm van psychische terreur is een van de populairste moderne martelmethoden.

Muziek levert stress op

Luide muziek veroorzaakt trillingen in het lichaam en daardoor stress. Het effect wordt versterkt als hetzelfde nummer telkens wordt herhaald. Muziekterreur is onder meer gebruikt door de VS tijdens de oorlog in Irak.

Liegen als tactiek

Verontrustende berichten werken goed als gevangenen geen contact hebben met de buitenwereld.

Zo kunnen ondervragers vertellen dat kinderen of andere familieleden van de gevangene dood zijn, dat zijn partner ontrouw is geweest of dat vrienden hem hebben verraden. Dit was vooral een specialiteit van de KGB in de Sovjet-Unie en de Stasi in Oost-Duitsland.

De dood in de ogen

Met gefingeerde executies kun je iemand psychisch breken.

Een zogenaamde beul kan een pistool tegen de slaap van een verdachte houden en net doen of hij op het punt staat de trekker over te halen, of er kan een heel toneelstuk opgevoerd worden waarin een team een onthoofding of ophanging lijkt voor te bereiden.

Deze vorm van psychische marteling is al honderden jaren effectief. Vandaag de dag bedient de terreurorganisatie Islamitische Staat zich van gefingeerde executies van gijzelaars.

Slaapgebrek maakt gek

Slaaponthouding is een eenvoudige, maar zeer efficiënte marteltactiek. Na een paar dagen krijgt het slachtoffer last van hallucinaties, angst en stress. De Amerikaanse CIA laat gevangenen kort slapen na een paar dagen van slaaponthouding, waarna er meteen een verhoor begint. Uit dierproeven blijkt dat een langdurig slaapgebrek dodelijk kan zijn.

De onthulling van marteling door de VS in de Abu Ghraib-gevangenis leidde tot veel opschudding.

© Ap/Polfoto