In 1988 richtte Osama bin Laden de terreurgroep Al Qaida (De Basis) op om de vijanden van de islam overal ter wereld te bestrijden.
Bin Laden zag de kapitalistische VS als zijn grootste vijand, en vanaf eind jaren 1990 organiseerde hij verschillende terroristische aanslagen die de Amerikanen tot een oorlog in het Midden-Oosten moesten verleiden.
Deze oorlog, zo hoopte Bin Laden, zou de Amerikaanse schatkist uitputten en de VS klein krijgen.
Invasie kost geld
Pas met de aanslag op het World Trade Center in New York in 2001 slaagde Bin Laden in zijn opzet. De Amerikaanse president George Bush zag de aanslag als een oorlogsverklaring en beval tot een invasie in Afghanistan, waar Al Qaida zijn basis had.
Dat was een dure aangelegenheid. Eind 2020 had de oorlog 987 miljard dollar gekost – en meer dan 3500 westerse soldaten hadden het leven gelaten.
Maar de droom van Osama bin Laden om de VS te zien doodbloeden in de bergen van Afghanistan is nooit uitgekomen – en op 2 mei 2011 veranderde het beeld.