Aartsbisschop Sharp is tevreden met zijn leven en zichzelf als hij op 3 mei 1679 in zijn koets zit, samen met zijn volwassen dochter Isabella.
Het is een drukke dag geweest, want Sharp is een belangrijk man. De bisschopsvergadering voorgezeten, de Privy Council bijgewoond. Ook het netwerken dat bij zulke hoge posten hoort slurpt tijd. Na een goede lunch zakt Sharp diep weg in zijn stoel.
Ze zijn bijna thuis, in het bisschoppelijk paleis in de stad St Andrews aan de Schotse oostkust.
Maar Sharp zal zijn fraaie huis nooit meer terugzien, want er staan negen mannen aan de weg hem op te wachten, en ze zijn witheet.
De bisschop bepaalt alles
Het Schotse kerkelijk leven in de 17e eeuw was roerig. In 1660 viel het land toe aan de nieuwe koning van Engeland, Karel II. Tegelijkertijd werd de Schotse kerk verenigd, zodat zij voortaan door de bisschoppen zou worden geleid niet meer door de gemeenten, zoals tot dan gebruikelijk.