Na het geluid van zes schoten lieten de journalisten en secretaresses van Le Figaro alles uit hun handen vallen.
Geschokt renden ze door het luxe pand aan de Parijse Boulevard Haussmann, richting het kantoor van hoofdredacteur Gaston Calmette – waar het geluid vandaan kwam.
Daar zagen ze een afschuwelijk tafereel:
De hoofdredacteur lag levenloos in een plas bloed. Naast hem stond een vrouw met een pistool.
Ze was lang, droeg een zwarte bontjas en straalde een kille rust uit.
Pas toen een van de getuigen haar vastpakte, toonde de vrouw een emotie.
‘Raak me niet aan. Ik ben een vrouw!’ riep ze geagiteerd.
Terwijl artsen probeerden Calmette te redden, werd de dader, Henriette Caillaux, op maandag 16 maart 1914 naar het politiebureau gebracht.
Omdat madame Caillaux op heterdaad betrapt werd, was de schuldvraag geen ingewikkelde kwestie.
Het motief was ook al bekend: madame Caillaux was namelijk getrouwd met de voormalige minister-president, Joseph Caillaux, die een blinde haat koesterde jegens Le Figaro en redacteur Calmette.
Het proces zou eenvoudig worden – dacht men.