Photo 12/Getty Images

Meesterdief stal miljoenen met een paraplu

In 1901 werd de kluis van Bourdin leeggehaald door een vindingrijke boef. Naast een zaag en een boor gebruikte de meesterdief staaldraad en zelfs een paraplu!

De goudsmid monsieur Bourdin wist niet wat hem te wachten stond toen hij op 6 oktober 1901 thuiskwam in zijn appartement aan de Rue Quincampoix in Parijs.

Hij kwam terug van een weekendje buiten de stad en maakte zich klaar om naar bed te gaan.

Maar Bourdin zou geen oog dichtdoen, want wat hij in de slaapkamer aantrof ...?

Zijn kluis was opengebroken en geleegd en in het plafond zat een groot gat.

Bourdin haalde direct de politie erbij.

Maar de agenten vonden geen spoor van de dief – ook niet bij de bovenburen.

De anders zo opmerkzame portier van het gebouw kon alleen zeggen dat de huurder van dat appartement Guillout heette en een paar dagen eerder flink wat huur vooruit had betaald.

‘Ik heb de wereld gezien, en die ziet er niet fraai uit.’ Alexandre Jacob

Hoewel de politie geen spoor vond, wist heel Parijs wie de dader was: dat kon alleen Alexandre Jacob zijn, een van de meest geruchtmakende criminelen uit die tijd.

Dieven bedrogen de portier

Alexandre Jacob kwam in 1879 ter wereld in de Franse havenstad Marseille.

Zijn vader was bakker, maar had in zijn jonge jaren de wereldzeeën bevaren.

De 11-jarige en avontuurlijke Alexandre volgde dat voorbeeld en werd scheepsjongen. Het zeemansleven was echter niet wat hij ervan verwacht had.

‘Ik heb de wereld gezien, en die ziet er niet fraai uit’, zei hij later.

Alexandre Jacob, anarchist, ÃŽles du Salut

Deze foto uit 1905 is een van de weinige foto’s van Jacob, omdat hij liever anoniem bleef en talloze aliassen had.

Via kennissen in de haven vond Alexandre Jacob al snel een lucratiever beroep. Op 31 maart 1899 maakte hij zijn debuut als dief door een pandjeshuis in Marseille te overvallen.

Al snel had Jacob de leiding over een criminele bende die vanuit Parijs in heel Frankrijk en in delen van België, Duitsland en Italië opereerde.

Kluizen openbreken was de specialiteit van de bende, en in de herfst van 1901 konden ze een grote slag slaan.

Van een medewerker van goudsmid monsieur Bourdin hoorde Jacob dat de inhoud van diens privékluis zeer de moeite waard was.

Toen het appartement erboven vrijkwam, liet Jacob een van zijn kompanen, Bonnefoy, daar intrekken.

Bonnefoy betaalde onder de naam Guillout de huur vooruit aan de portier, aan wie hij ook liet weten dat hij het huis zou laten inrichten.

De portier had dan ook geen argwaan toen twee werklui de zaterdag erop het appartement bezochten.

Wat de portier niet wist, was dat Alexandre Jacob en nog een bendelid zich verkleed hadden en dat hun plannen allesbehalve onschuldig waren.

Paraplu dempte het geluid

Jacob wist dat Bourdin de stad uit was, en op zondagochtend sloeg hij samen met Clarenson toe. Met een decoupeerzaag en een boor maakten ze een gat in de vloer naar het appartement eronder.

Jacob stak een paraplu door het gat en opende die met een touwtje.

Zo kon de paraplu vallende brokken steen opvangen en verdachte geluiden van de klus maskeren.

Anderhalf uur later was het gat groot genoeg om doorheen te kunnen kruipen, en Jacob en Clarenson daalden met een touw af naar Bourdins appartement.

Hier braken ze de kluis open en gingen er met de inhoud vandoor: contant geld en kilo’s goud en edelstenen.

Alexandre Jacob, illegalisme, Parijs

De diefstal was nog niet opgelost toen het tijdschrift Le Petit Journal een paar weken later een illustratie van het misdrijf publiceerde.

© Photo 12/Getty Images

Dieven kwamen van boven

In de gereedschapskist zat alles

Alle benodigdheden zaten in Jacobs gereedschapskist. Naast een boor, zaag en ander gereedschap zat er staaldraad in om de kluis mee te openen.

Toegang tot appartement met touwladder

De dieven Jacob en Clarenson daalden via een touwladder af naar Bourdins woning. Het gat zat boven het bed, dus de eerste muurbrokken konden zacht en geluidloos landen.

Kluis moest opengebroken worden

Jacob probeerde de kluis eerst open te wrikken, maar dat mislukte. In plaats daarvan moet hij de kluis openbreken. Gelukkig voor de dieven dempte een onweersbui hun lawaai.

‘Ik wil liever van anderen stelen dan zelf beroofd worden.’ Alexandre Jacob, 1905

De politie schatte dat de dieven een buit hadden van ruim 120.000 frank, zeker een half miljoen euro.

Maar ondanks de geruchten was van Jacob geen spoor te bekennen.

Pas op 22 april 1903 werd hij bij een overval in Noord-Frankrijk aangehouden. Twee jaar later werd hij samen met 23 medeverdachten veroordeeld voor 150 diefstallen.

Jacob betuigde geen spijt.

‘Ik wil liever van anderen stelen dan zelf beroofd worden,’ verklaarde hij.

De rechter toonde geen genade. Jacob kreeg een levenslange werkstraf op de eilandengroep ÃŽles du Salut.

Na 20 jaar mocht hij terugkeren naar Parijs. Na zijn vrijlating leidde Jacob een zwervend bestaan en was zijn levensvreugde verdwenen.

Op 28 augustus 1954, op 74-jarige leeftijd, pleegde hij zelfmoord.