Het is 16 juni 1272. De kruisridder hertog Eduard ligt in Akko in zijn bed. De zon is net onder in de christelijke hoofdstad van het Heilige Land, en na een warme dag doet de koelte van de nacht hem goed.
De Engelse kroonprins slaapt net als hij wakker wordt van voetstappen. In het donker vangt hij een glimp op van een gedaante met een dolk. Dan boort het scherpe staal zich diep in zijn heup.
‘Eduard vertrouwde hem zozeer dat hij dag en nacht welkom was.’ Tempelier uit Tyrus, ca. 1320
Terwijl onder zijn nachthemd het bloed uit de wond gutst, gaat Eduard in de tegenaanval. Niet alleen zijn eigen leven, maar ook het rijk van de kruisridders staat op het spel.
Het lot van de kruisvaardersstaten houdt Eduard al bezig sinds hij een jaar eerder, op 9 mei 1271, met zijn kruisleger aankwam in Akko.
De christenen hadden het zwaar.
27 jaar eerder hadden de kruisridders de Heilige Stad, Jeruzalem, aan moslimtroepen verloren, en een paar weken vóór Eduards aankomst hadden de moslims de kruisvaardersburcht Krak des Chevaliers veroverd.

Kroonprins vecht terug
In de 19e eeuw vereeuwigde de beroemde Franse kunstenaar Paul Gustave Doré de aanslag in een houtsnede.
Eduard doet tegenaanval
De zwaargewonde Eduard gaat direct in de tegenaanval door zijn aanvaller een vuistslag te geven.
Sluipmoordenaar valt neer
De aanvaller is overrompeld en Eduard slaat hem tegen de grond. Volgens de bronnen is het zo’n kabaal dat heel het hoofdkwartier wakker wordt.
Dolk is mogelijk vergiftigd
Het gif was niet bedoeld om het slachtoffer direct te doden, maar om de wond te infecteren, wat in die tijd vaak tot de dood leidde.
Zelfs Eduards versterkingen van 225 ridders en 1000 voetsoldaten hadden weinig verschil gemaakt tegen het grote leger van de mammeluk Baibars.
Moslim vreest alliantie
Maar Baibars had zijn eigen problemen. In het oosten, in het huidige Iran en Irak, lag het Mongoolse Il-kanaat, geleid door Abaka Khan. Baibars vreesde een alliantie tussen de kruisvaarders en Abaka.
‘Mijn positie is te zwak om het tegen beide partijen op te nemen,’ klaagde hij volgens de geschiedschrijver Ibn Abd al-Zahir.
Hij wilde zo’n alliantie tussen zijn twee ergste vijanden dus koste wat kost voorkomen.
‘Hij stak de Saraceen in zijn hoofd en doodde hem.’ Tempelier uit Tyrus, ca. 1320
Daarom liet de moslimleider een van zijn spionnen als bediende van Eduard aanstellen. De bediende won Eduards vertrouwen en bekeerde zich zelfs en liet zich dopen. De kroonprins vertrouwde hem volkomen en huurde hem in als spion.
‘Dergelijke diensten deed hij vele keren. Lord Eduard vertrouwde hem zozeer dat hij dag en nacht welkom was,’ schrijft een kroniekschrijver uit die tijd die de Tempelier uit Tyrus werd genoemd.
De dubbelspion leverde Baibars veel op. Terwijl Eduard in de zomer van 1271 onderhandelde met de Mongolen, adviseerde hij de kruisridders enkele aanvallen te doen zonder militair belang.
Toen het Mongoolse leger in oktober 1271 de christenen te hulp kwam, waren Eduards troepen daarom niet klaar voor een oorlog en ging de gezamenlijke aanval op Baibars niet door.

Sultan Baibars heerste van 1260 tot 1277 over het machtige Egyptische Mammelukse Rijk.
Slachtoffer sloeg terug
Op de avond van 16 juni viel de spion Eduard aan met zijn dolk. Maar dat zat de sluipmoordenaar niet glad.
‘Eduard sloeg de Saraceen (de moslim, red.) met zijn vuist tegen zijn slaap. De man viel bewusteloos neer en bleef een tijdje liggen. Eduard pakte een dolk van de tafel die in de kamer stond. Hij stak de Saraceen in zijn hoofd en doodde hem,’ schrijft de Tempelier uit Tyrus.
Geen enkele bron noemt de naam van de dader, maar de Tempelier uit Tyrus noemt hem de ‘Saraceen’, de aanduiding die hij ook voor de spion gebruikt.
Hoewel de aanslag mislukte, trok Baibars toch aan het langste eind. Eduard lag na de aanval nog maanden op bed terwijl zijn wond genas. In 1272 werd hij koning onder de naam Eduard I – ofwel Eduard de Stelt, vanwege zijn lange benen.
Eduards mislukte kruistocht werd de laatste. In 1291 veroverden de moslims Akko onder leiding van een opvolger van Baibars. De tijd van de kruisvaarders was voorbij.