PHAS/Getty Images

Inhaligheid wordt veroveraar van het Incarijk fataal

De Spaanse bevelhebber Francisco Pizarro schuwde geen middel toen hij het Incarijk onderwierp. Maar toen hij zijn eigen mensen verraadde, ging het mis voor de oude conquistador.

Francisco Pizarro was een tevreden man toen hij op zondag 26 juni 1541 in het gezelschap van zijn vrienden aan de goed gedekte lunchtafel zat in Lima in Peru.

Acht jaar eerder had de 66-jarige onderkoning een legertje van een paar honderd conquistadores geleid tijdens de verovering van het rijk van de Inca’s in Zuid-Amerika. Vóór die expeditie had Pizarro afgesproken de buit te delen met een andere Spaanse veroveraar, Diego de Almagro.

Toen de Inca’s verslagen waren en ze een hele gevangeniscel met goud hadden gevuld om hun koning vrij te kopen, bedacht Pizarro zich: hij wilde alle rijkdommen zelf houden.

Om van zijn rivaal af te komen stuurde Pizarro hem op een lange, uitputtende expeditie naar het arme en dunbevolkte Chili, terwijl hij zelf als God in Frankrijk leefde in de hoofdstad van de Inca’s, Cusco.

Toen De Almagro doorkreeg dat hij misleid was, was hij woedend en bracht hij een leger op de been om naar Cusco op te rukken. Maar hij verloor de slag, en in 1538 liet Pizarro hem executeren.

De onderkoning trok zich hierop terug naar Lima, dat hij zelf had gesticht. Hij wilde er zijn oude dag in luxe doorbrengen.

Pizarro ligt nu in een sarcofaag in de kathedraal van Lima.

© RAF-YYC

Pizarro wordt vermoord

Maar lang kon Pizarro niet genieten. De zoon van Diego de Almagro, bijgenaamd El Mozo (de knaap), zwoer zijn vader te wreken. Op 26 juni 1541, toen Pizarro net aan tafel zat, stuurde El Mozo een groep gewapende mannen naar het paleis.

De mannen verzamelden zich bij het gebouw en riepen dat ze de onderkoning wilden spreken. Pizarro kreeg meteen argwaan en probeerde zijn harnas aan te trekken. Hij droeg zijn bedienden op de ingang van de eerste verdieping te barricaderen.

Een harnas schiet je echter niet zo even aan, en voordat Pizarro klaar was, duwden de mannen de bedienden omver en renden ze de trap op.

Een paar gasten ontkwamen door uit het raam te springen. Anderen probeerden de aanvallers te stoppen, maar werden neergeslagen met bijlen en zwaarden. Er vielen vier doden en vier gewonden voor de aanvallers Pizarro bereikten.

De bejaarde conquistador greep zijn zwaard, waar hij nog goed mee uit de voeten kon. Hij stak twee aanvallers neer en hief zijn wapen opnieuw op, maar voordat hij kon toeslaan maakte een zwaard een diepe wond in zijn hals.

Bloedend viel Pizarro op de grond, en zijn vijanden stortten zich op hem en hakten op hem in.

De moord vond plaats in het paleis dat Pizarro zelf had laten bouwen. Het staat nog in het centrum van Lima.

PHAS/Getty Images

Pizarro was weerloos

Het gebeurde zo snel dat Pizarro zijn harnas niet kon aantrekken. Het was een kort, ongelijk gevecht.

PHAS/Getty Images

Zwaarbewapend

De moordenaars droegen bijlen, lansen, zwaarden en kruisbogen, en waarschijnlijk ook een harnas.

PHAS/Getty Images

Diepe wonden

Uit onderzoek van Pizarro’s skelet en schedel blijkt dat de daders hem 10 keer staken en in totaal 14 snijwonden toebrachten.

PHAS/Getty Images

De stervende conquistador lag in een plas donkerrood bloed. Volgens de legende tilde hij met zijn laatste krachten zijn hand op, doopte hij een vinger in het bloed en tekende hij een kruis. ‘Jezus Christus’ zouden zijn laatste woorden zijn geweest.

Dader wordt gewurgd

Na de moord riepen de rebellen El Mozo uit tot onderkoning van Peru. Maar dat kon de Spaanse koning niet over zijn kant laten gaan.

Gelukkig had Karel V de juiste man ter plaatse: de ambtenaar Vaca de Castro wist wel raad met de daders. Hij bracht een leger op de been om af te rekenen met het rebellenleger dat El Mozo inmiddels om zich heen had verzameld.

Op 16 september 1542 vochten de legers een veldslag uit bij Chupas in het midden van Peru. Daarbij doodde Vaca de Castro zo’n 200 van de 1200 opstandelingen.

Velen van hen werden gevangengenomen, onder wie El Mozo, die hetzelfde lot onderging als zijn vader: na een kort proces werd hij op het marktplein op een krukje gezet met zijn hoofd tegen een paal.

De beul deed een ijzeren ring om zijn hals en draaide aan een hendel. De ring werd kleiner en kleiner, terwijl El Mozo langzaam stikte.

Garrotteren, zoals deze executiemethode wordt genoemd, kon een hele tijd duren. Het hing ervan af hoe lang de beul het wilde rekken. De terdoodveroordeelde werd gewurgd of kwam om doordat zijn nek uiteindelijk brak.