Pizarro wordt vermoord
Maar lang kon Pizarro niet genieten. De zoon van Diego de Almagro, bijgenaamd El Mozo (de knaap), zwoer zijn vader te wreken. Op 26 juni 1541, toen Pizarro net aan tafel zat, stuurde El Mozo een groep gewapende mannen naar het paleis.
De mannen verzamelden zich bij het gebouw en riepen dat ze de onderkoning wilden spreken. Pizarro kreeg meteen argwaan en probeerde zijn harnas aan te trekken. Hij droeg zijn bedienden op de ingang van de eerste verdieping te barricaderen.
Een harnas schiet je echter niet zo even aan, en voordat Pizarro klaar was, duwden de mannen de bedienden omver en renden ze de trap op.
Een paar gasten ontkwamen door uit het raam te springen. Anderen probeerden de aanvallers te stoppen, maar werden neergeslagen met bijlen en zwaarden. Er vielen vier doden en vier gewonden voor de aanvallers Pizarro bereikten.
De bejaarde conquistador greep zijn zwaard, waar hij nog goed mee uit de voeten kon. Hij stak twee aanvallers neer en hief zijn wapen opnieuw op, maar voordat hij kon toeslaan maakte een zwaard een diepe wond in zijn hals.
Bloedend viel Pizarro op de grond, en zijn vijanden stortten zich op hem en hakten op hem in.
De stervende conquistador lag in een plas donkerrood bloed. Volgens de legende tilde hij met zijn laatste krachten zijn hand op, doopte hij een vinger in het bloed en tekende hij een kruis. ‘Jezus Christus’ zouden zijn laatste woorden zijn geweest.
Dader wordt gewurgd
Na de moord riepen de rebellen El Mozo uit tot onderkoning van Peru. Maar dat kon de Spaanse koning niet over zijn kant laten gaan.
Gelukkig had Karel V de juiste man ter plaatse: de ambtenaar Vaca de Castro wist wel raad met de daders. Hij bracht een leger op de been om af te rekenen met het rebellenleger dat El Mozo inmiddels om zich heen had verzameld.
Op 16 september 1542 vochten de legers een veldslag uit bij Chupas in het midden van Peru. Daarbij doodde Vaca de Castro zo’n 200 van de 1200 opstandelingen.
Velen van hen werden gevangengenomen, onder wie El Mozo, die hetzelfde lot onderging als zijn vader: na een kort proces werd hij op het marktplein op een krukje gezet met zijn hoofd tegen een paal.
De beul deed een ijzeren ring om zijn hals en draaide aan een hendel. De ring werd kleiner en kleiner, terwijl El Mozo langzaam stikte.
Garrotteren, zoals deze executiemethode wordt genoemd, kon een hele tijd duren. Het hing ervan af hoe lang de beul het wilde rekken. De terdoodveroordeelde werd gewurgd of kwam om doordat zijn nek uiteindelijk brak.