Kleischijfje is een raadsel
De Italiaanse archeoloog Luigi Pernier was in 1908 aan het graven bij de oude stad Phaistos op Kreta. Toen hij de ruïnes van het paleis van de stad blootlegde, trof hij een voorwerp aan dat sindsdien de codekrakers flink beziggehouden heeft: een schijf van aardewerk met een diameter van slechts 15 centimeter. Op beide zijden staan in totaal 241 symbolen.
Tot nu toe heeft niemand de tekens kunnen duiden, vooral omdat er nergens andere voorwerpen met dezelfde soort tekens zijn gevonden. Daardoor is een methode die vaak zijn vruchten afwerpt hier onbruikbaar: de frequentieanalyse. Door het aantal keren dat een teken voorkomt te tellen is meestal de betekenis af te leiden.
Enkele tekens zijn weliswaar geïdentificeerd als dieren en werktuigen, maar de functie van de schijf is voor archeologen en historici nog een groot raadsel.
Volgens sommigen is de Schijf van Phaistos een overzicht van een alfabet, maar anderen denken dat Pernier hem zelf gemaakt heeft.
De schijf stamt uit circa 1700 v.Chr. – de bronstijd, waarin de minoïsche beschaving veel technische en culturele vooruitgang boekte. Hij is tegenwoordig te zien in het archeologisch museum van Kreta.
Gaf seriemoordenaar zijn naam prijs?
Een seriemoordenaar stuurde jarenlang brieven over zijn misdaden.
In augustus 1969 ontvingen drie kranten in Californië een brief waarin de schrijver bekende drie beestachtige moorden te hebben gepleegd. Bij elke brief zat een derde deel van een gecodeerd bericht, dat volgens de schrijver zijn naam zou kunnen prijsgeven.
De boodschap werd snel ontcijferd, maar een naam stond er niet in. De moorden gingen door en de brieven bleven komen. Ze bevatten onder meer stukjes van een bebloed hemd dat een van de slachtoffers gedragen had.
In november 1969 verstuurde de moordenaar een code van 340 tekens, die nooit gekraakt is. En in april 1970 ontving de pers nog een brief, die begon met ‘mijn naam is’, gevolgd door een code van 13 tekens. Er zat ook een technische schets van een bom bij, waarmee de Zodiac Killer, zoals hij genoemd werd, een schoolbus dreigde op te blazen.
De identiteit van de moordenaar is nog altijd niet bekend. De Amerikaanse autoriteiten en hobbyisten proberen de code nog steeds te kraken.
Lichaam met mysterieuze boodschap
Op 1 december 1948 omstreeks 6.30 uur vond een voorbijganger in het Australische Adelaide een lichaam. Volgens de forensisch arts die het onderzocht ging het om een 45-jarige, roodharige man met een Brits uiterlijk en ‘een lijf als een balletdanser’. Hij bleek te zijn vergiftigd.
De man had geen papieren bij zich, en alle merkjes van zijn kleding waren afgeknipt. In een verborgen zak werd een stukje papier gevonden met de woorden tamam shud, die uit een Perzische verzameling gedichten van rond 1100 bleken te komen. Korte tijd later werd een exemplaar van dit werk in een auto in de buurt gevonden, en het fragment dat de man in zijn zak had, ontbrak. Op de laatste bladzijde van het boek was een gecodeerde tekst gekrast, die niemand tot nu toe heeft kunnen ontcijferen.
Sinds 1948 is er uitgebreid onderzoek naar de zaak gedaan en doen er allerlei theorieën de ronde. Zo zou de man een Britse spion zijn geweest die vergiftigd werd door vijandelijke agenten. En volgens anderen is een liefdesdrama de man noodlottig geworden. Het is nog steeds een raadsel wie de man was en wat de code betekent.
448 onbegrijpelijke pagina’s
In een bibliotheek in Boedapest staat een dik boek in een onbekend alfabet. Volgens deskundigen is het op 16e-eeuws papier uit Venetië geschreven, maar het werk duikt pas vanaf 1840 in bronnen op. De illustraties beelden onder meer kruisen, halve manen, zonnen en swastika’s af.
Rond 1840 werden de eerste ontcijferpogingen gedaan.
Bij het landgoed Shugborough Hall in Midden-Engeland staat onder een reliëf een korte code te lezen: O·U·O·S·V·A·V·V. Niemand kan zich meer herinneren wie de inscriptie gemaakt heeft en of die oorspronkelijk bij het reliëf hoort, dat een vrouw en drie herders afbeeldt die op een graf wijzen.
Sinds de 18e eeuw zijn er allerlei pogingen ondernomen om de code te kraken, onder anderen door Charles Darwin en Charles Dickens.
Toen de inscriptie werd genoemd in het boek The Holy Blood and the Holy Grail uit 1982 werd hij wereldberoemd. Volgens het boek wijst het monument de weg naar de Heilige Graal. Maar het kan ook gewoon een boodschap aan een geliefde zijn - een soort 18e-eeuwse graffiti.
Verboden liefde versleuteld?
De Britse componist Edward Elgar mocht graag in code schrijven. De meeste van zijn cryptische brieven zijn inmiddels wel ontcijferd, maar de zogeheten Dorabella-brief uit 1897 blijft een raadsel.
De brief is gericht aan de jonge domineesdochter Dora Penny en geschreven na een bezoek van de 20 jaar oudere componist en zijn vrouw aan haar ouderlijk huis.
De tekst is maar 87 tekens lang en bestaat uit 24 verschillende symbolen. Dora Penny heeft zelf de inhoud van de brief nooit kunnen ontcijferen. In 1937 schreef ze een boek over de beroemde componist, waarin ze de brief openbaar maakte.
In 2007 schreef The Elgar Society, een vereniging die meer mensen kennis wil laten maken met de componist, een wedstrijd uit in een poging de brief ontcijferd te krijgen.
Dat is niet gelukt, maar er zijn nog steeds mensen die hun tanden erop stukbijten. Het laatste voorstel, van een Canadese code-expert, luidt: ‘Waarom ben ik zo bedroefd, Bella? Ik verwelk, zoals rozen doen. E.E. (Edward Elgar, red.) houdt voor altijd van je, Dora. Ik schrijf dit aan een geliefde. Al mijn toegenegenheid.’