De jaren 1690 tot 1730 waren de gouden eeuw van de piraten. De grote Europese oorlogen werden afgelost door een rustige periode met een levendige koloniale handel.
En de zwaarbeladen schepen die terugreisden naar Europa, waren een gemakkelijke prooi.
Maar piraten maken al sinds de oudheid de wereldzeeën onveilig, en een aantal van hen heeft dit grimmige deel van de geschiedenis helpen romantiseren.
1. Francis Drake – gesponsord door de koningin
Toen Francis Drake van 1577 tot 1580 als eerste Engelsman rond de wereld voer, plunderde hij onderweg elk Spaans bezit.
Koningin Elizabeth I financierde de reis, omdat het in haar belang was op deze manier de concurrent Spanje dwars te zitten.
Maar toen de Spaanse ambassadeur haar opzocht in Londen, zei ze het gedrag van Francis Drake te betreuren.
In Engeland was Sir Drake een volksheld, maar de Spanjaarden noemden hem ‘un corsario’ – een kaper.

Francis Drake (1540-1596) – zeerover of volksheld?
2. John Hawkins – succesvol slavenhandelaar
De Engelse koningin Elizabeth I handhaafde een complete vloot van individuele schepen die met haar toestemming piraterij bedreven.
De kapiteins werden ‘The Sea Dogs’ genoemd. Francis Drake was zo’n Sea Dog, en de leider was John Hawkins (1532-1595), de eerste Engelsman die zijn inkomsten aanvulde met slavenhandel.
John Hawkins staat bekend als de man die als eerste het lucratieve driehoeksverkeer inzette voor de slavenhandel.
3. Piet Hein – geregistreerd kaper
Na een vierjarig bestaan als Spaanse galeislaaf zon de jonge Nederlandse admiraal Piet Hein op wraak.
Toen hij in 1602 werd vrijgekocht, wilde hij maar al te graag kaperkapitein worden. Hij had toestemming van de staat om Spaanse handelsschepen te overvallen, en nam op die manier deel aan de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tussen de Nederlanden en Spanje.
Aan boord van zijn schepen handhaafde hij een strenge discipline, en hij behandelde zijn gevangenen met respect.
Maar voor grote ondernemingen werkte hij samen met ‘echte’ piraten, zoals de Joodse Moses Cohen Henriques, die veel barbaarser was.
4. John Ward – bekeerde zich tot de islam
In 1603 werd John Ward opgeroepen voor de Engelse marine. Twee weken later deserteerde hij door samen met dertig anderen een klein zeilschip te stelen.
Op de Middellandse Zee wist hij een echt oorlogsschip met 32 kanonnen te veroveren. Daarmee overviel hij handelsschepen in de omgeving.
De Tunesische heerser Othman Dey liet de piraten zijn land als uitvalsbasis gebruiken, tegen een vijfde van de buit.
Toen John Ward in 1622 de pest kreeg, toonde hij zijn dankbaarheid door zich te bekeren tot de islam. Kort daarna stierf hij als Yusuf Rais.
5. Emanuel Wynne – uitvinder van de piratenvlag
In de oudste bronnen over de piratenvlag wordt de Franse piraat Emanuel Wynne genoemd. In 1700 zag een Engels oorlogsschip hem bij Kaapverdië voor de Afrikaanse kust.
De piratenkapiteins wilden hun buit met zo min mogelijk moeite veroveren en gebruikten daarom doodsvlaggen om de bemanning van de handelsschepen zo bang te maken dat ze zich overgaven.
De vlag van Wynne met een doodshoofd en gekruiste botten werd later de meest gangbare piratenvlag.
Op zijn vlag stond ook een zandloper, om zijn slachtoffers te laten weten dat hun laatste uur had geslagen als ze niet meewerkten.

Emanuel Wynne gebruikte mogelijk als eerste de vlag met een doodshoofd en gekruiste botten, die later de meest gangbare piratenvlag werd.
6. Edward Teach – Zwartbaard vermeed geweld
Zijn reputatie was erger dan hijzelf. De beruchte Engelse piraat Edward Teach opereerde van 1717 tot 1718 in het Caribisch gebied en langs de Amerikaanse oostkust.
Hij belegerde Charleston en plunderde talrijke handelsschepen, en stopte pas toen de inwoners hem een flink bedrag aan losgeld betaalden. Hij vermeed echter altijd geweld en kreeg zijn zin dankzij zijn angstaanjagende uiterlijk.
Een korte, zwarte baard gaf hem zijn beroemde bijnaam. En om zijn omgeving af te schrikken stak hij lonten in de rand van zijn hoed, waardoor die op een bom leek.
Op 22 november 1718 werd hij in een gevecht met een regiment soldaten gedood, en haalde de hele wereld opgelucht adem.

Edward Teach (circa 1680-1718), beter bekend als Zwartbaard, werd aan boord van het schip Adventure in de baai van Ocracoke gevangengenomen.
7. Bartholomew Roberts – theedrinker met goede manieren
Bartholomew Roberts (1682-1722) vergat nooit zijn tijd als matroos bij de Engelse handelsvloot. Het maandloon van drie pond voldeed niet voor de luxe waar hij van droomde.
Daarom legde hij zich toe op zeeroverij in het Caribisch gebied. Hij was een van de besten uit zijn tijd. In de paar jaar dat hij actief was, kaapte hij 470 handelsschepen, en elke keer als hij ten strijde trok, deed hij zijn mooiste kleren aan.
Na elke verovering mocht de bemanning feesten aan boord van het schip Royal Fortune – als ze zich aan de regels hielden.
Zolang de rum vloeide, mochten de mannen geen wapens dragen en niet om geld spelen. En op het aan boord brengen van vrouwen stond de doodstraf.
Om acht uur 's avonds moesten alle lichten uit zijn. Wie verder wilde drinken, moest dat op het donkere dek doen. Zelf dronk Bartholomew niet, hij gaf de voorkeur aan een kop goede thee.
8. Anne Bonny – bastaardkind van een advocaat
Anne Bonny was de dochter van een rijke advocaat in de Zuidelijke Verenigde Staten. Deze had haar bij een dienstmeisje verwekt, en om nadelige gevolgen voor zijn kantoor te voorkomen, liet hij Anne als jongen verkleed opgroeien.
Rond 1714 liep Anne weg van huis en reisde ze samen met een arme zeeman door het Caribisch gebied.
Ze sloten zich aan bij John Rackham, een van de piratenkapiteins uit die tijd, totdat de bemanning in 1720 door soldaten uit Jamaica werd gevangengenomen.
Iedereen werd veroordeeld tot ophanging. Anne Bonny bleek echter zwanger te zijn en kon daarom volgens de Engelse wet niet worden geëxecuteerd. Over haar verdere lot is niets bekend.

Anne Bonny werd in Ierland geboren, leefde als piraat in de Cariben en stierf volgens een aantal historici in South Carolina.
9. Edward Low – wild, grotesk en barbaars
Als kind was Edward Low een Londense zakkenroller. Hij groeide op tot een van de wreedste piraten en overviel van 1721 tot 1724 in het Caribisch gebied en langs de Noord-Amerikaanse kusten wel honderd handelsschepen.
Hij martelde zijn gevangenen graag, door hun handen vast te binden met in teer gedrenkt touw, dat hij in brand stak, of door ze vanuit de mast op het dek te laten vallen.
De schepen die hij niet verbrandde, liet hij op zee achter zonder tuigage of voorzieningen.
De schrijver Arthur Conan Doyle beschreef Low als ‘een wanhopig man’ die ‘grotesk barbaars’ was.
Vanwege Lows geweld stuurden de grootmachten oorlogsschepen naar het gebied, wat wordt gezien als het einde van de gouden eeuw van de Caribische piraten.
10. Kapitein Haak – een heer met een haak
Schrijver J. M. Barrie (1860-1937) heeft nooit willen onthullen wie er als voorbeeld diende voor Kapitein Haak, de schurk in zijn roman Peter Pan.
Dat zou een schandaal betekenen, zei hij. Volgens literatuurwetenschappers is Kapitein Haak samengesteld uit een studievriend van Eton College en Christopher Newport.
Deze laatste was een Engelse kaperkapitein uit de 17e eeuw. Een beschaafde heer, die echter genadeloos Spaanse schepen aanviel.
Tijdens een gevecht in het Caribisch gebied verloor kapitein Newport zijn rechterhand. Hij verving de hand door een ijzeren haak, die hem bekend en berucht maakte.