Klap na klap daalt neer op het jongetje. Keer op keer haalt Ernest Christie uit, want opvoeding is een serieuze zaak, vindt hij.
En als het niet goedschiks kan, dan moet het maar kwaadschiks. Zijn zoon is een lulletje rozenwater, en het is hoog tijd dat hij een echte man wordt.
Maar alle inspanningen van Ernest Christie zijn vergeefs. Zijn zoon, John Reginald Christie, is en blijft een slome duikelaar.
Hoe meer zijn vader hem slaat, hoe meer zijn moeder hem vertroetelt en in de watten legt. En drie oudere zussen – hij heeft er vier – behandelen hem als een levende pop.
Ze wiegen hem alsof hij nog een baby is, en laten hem in hun bed slapen. ‘Reg’, zoals de jongen genoemd wordt, is al dat getut zat. Hij stribbelt tegen, maar het mag niet baten. De zussen zijn in de meerderheid, en zijn ouders grijpen niet in. Reg haat zijn zussen!
Als Reg acht jaar is, overlijdt zijn grootvader, voor wie hij als de dood was. Een merkwaardig gevoel van vreugde maakt zich van hem meester als hij het lichaam ziet.
De dood wordt een belangrijk onderdeel van zijn spelletjes.
Op zijn 15e maakt Reg iets mee wat hem voor het leven zou tekenen. Een vriend heeft zonder dat hij het weet een afspraakje gemaakt met twee meisjes – een voor elk – en Reg kan er niet onderuit komen.
Ze gaan naar de ‘Monkey Run’, waar veel jonge paartjes bij elkaar komen. Het meisje dat met Reg meegaat heeft al flink wat ervaring voor haar leeftijd.
Ze sleurt hem kordaat de bosjes in, knoopt zijn gulp open en steekt haar hand in zijn broek.
Veel jongens van 15 zouden wel raad weten met deze situatie, maar zo niet John Reginald Christie. Hij weet niet wat hij moet doen en deinst terug.
Het meisje is zo’n afwijzing niet gewend en is diep gekwetst. Ze rent weg, en roept dat ze hem dit betaald zal zetten: iedereen zal het te weten komen!
Dit voorval zou een van de meest genadeloze seriemoordenaars van Engeland vormen.
Reg wordt vernederd
Het gerucht over de afgang van Reg verspreidt zich als een lopend vuurtje door de school en de hele buurt. Vanaf dat moment wordt Reg Christie niet meer voor vol aangezien.
‘Reggie-No-Dick’ wordt hij genoemd. Kleine jongetjes roepen hem dit na op het schoolplein en op straat. Maar de meisjes zijn het ergst.
Zodra Reg bij een groepje meisjes in de buurt komt beginnen ze opzichtig te fluisteren en te giechelen. Hij haat ze. En hij is bang voor ze. Doodsbang.
Vier jaar lang blijft John Reginald Christie uit de buurt van vrouwen. Pas als hij 19 jaar oud is heeft hij zijn eerste seksuele ervaring, met een prostituee.
Christie is minder bang voor prostituees dan voor andere vrouwen, want ze stellen geen eisen aan de prestaties van de klant.
Daardoor is hij niet zo gespannen en kan hij aan zijn gerief komen. Voor hem is dat een enorme overwinning op zichzelf.
Hij gaat steeds vaker prostituees bezoeken, en dat begint aardig in de papieren te lopen. Hij mijdt de mooiste en meest zelfverzekerde vrouwen en voelt zich alleen veilig bij prostituees die er een beetje verwaarloosd uitzien en geen hoge dunk van zichzelf hebben.
In 1920 trouwt Christie met Ethel. Zij is een onaantrekkelijke vrouw met een onderdanige aard. Het eerste halfjaar wordt het huwelijk niet geconsummeerd.
Christie raakt simpelweg niet opgewonden van zijn vrouw, maar alleen van prostituees, die hij nog steeds om de haverklap bezoekt.
Ethel legt zich erbij neer. Voor haar is het genoeg dat haar man van haar houdt. En dat doet hij, denkt ze.
Christie heeft een eenvoudig baantje op een kantoor, en zijn salaris is bij lange na niet toereikend om al dat prostitueebezoek te bekostigen. Daarom neemt hij een nieuwe baan op het postkantoor.
Het loon is net zo laag als bij zijn vorige werk, maar hij kan nu pakketjes van postorderbedrijven achteroverdrukken en de artikelen op de zwarte markt verkopen.
Hij komt er een tijdje mee weg, maar ten slotte loopt hij tegen de lamp.
De diefstal wordt ontdekt, en drie maanden na zijn bruiloft met Ethel moet hij drie maanden de cel in. Dit is de eerste van een hele reeks veroordelingen.
In 1924 verlaat Christie zijn vrouw en hun huis in Sheffield. Hij wil in Londen zijn geluk beproeven. Het is niet bekend wat hij daar precies doet. In ieder geval krijgt hij in 1929 zes maanden dwangarbeid opgelegd voor de mishandeling van een prostituee.
De vrouw had hem een tijdje in huis genomen en voor hem gezorgd, maar kreeg genoeg van hem.
Toen ze hem verzocht te vertrekken, sloeg Christie haar met een cricketbat op het hoofd. De vrouw had een jaap van 15 centimeter in haar hoofd, maar ze overleefde het.
Draaideurcrimineel wordt agent
Terwijl Christie in 1933 een straf uitzit voor autodiefstal, schrijft hij Ethel een brief waarin hij haar vraagt weer bij hem te komen.
Ethel heeft hem negen jaar niet gezien, maar ze zegt meteen ja en tekent zo haar eigen doodvonnis.
Het paar gaat in de Londense wijk Notting Hill wonen. In 1938 betrekken de Christies de begane grond van Rillington Place 10. Hier zouden verschrikkelijke dingen gebeuren.
Maar eerst zit het Christie eens een keertje mee. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, gaat de Engelse politie op zoek naar vrijwillige reserveagenten voor de zogeheten War Reserve Police.
De kandidaten mogen geen strafblad hebben, dus Christie komt niet in aanmerking. Bovendien is hij ziekelijk en nogal tobberig aangelegd, waardoor hij niet de juiste man voor de baan lijkt. Toch solliciteert hij.
Een paar weken later krijgt Christie een brief. Hij kan meteen beginnen als agent op bureau Notting Hill. Hij is dolblij.
De verklaring is eenvoudig: er is zo’n grote behoefte aan agenten dat de politie geen tijd verspilt aan een achtergrondcheck van de kandidaten.
En deze nalatigheid zal fatale gevolgen krijgen: de toekomstige moordenaar heeft nu een betrouwbare uitstraling, waardoor zijn slachtoffers geen argwaan krijgen.
Christie werkt vier jaar bij de politie, en hij is een uitstekend agent. Hij vervult zijn taken nauwgezet en wordt maar liefst twee keer onderscheiden vanwege zijn goede prestaties.
Voor Christie is het een win-winsituatie. Hij hoeft als politieagent niet in militaire dienst, en hij gaat er in financieel opzicht flink op vooruit.
Eerder was het prostitueebezoek een rib uit zijn lijf, maar nu kan hij gratis gebruikmaken van hun diensten.
De vrouwen weten donders goed dat hij ze ter plekke kan arresteren en dat ze een hoop problemen kunnen krijgen als ze niet doen wat hij zegt.
Het heeft geen zin om aangifte te doen, want hun woord zal nooit standhouden tegenover dat van een politieman.
Bij de politie beleeft Christie zijn gelukkigste jaren. Het kleine, bangige mannetje dat nooit veel van zijn leven kon maken bezit plotseling waar hij het meeste van geniet: macht.

Ondanks zijn lange strafblad werd John Christie bij de politie aangenomen.
Christie pleegt zijn eerste moord
Ruth Fuerst is een aantrekkelijk meisje van 21 uit Oostenrijk. Voor de oorlog kwam ze naar Groot-Brittannië om er te studeren, en ze is gebleven.
Ze steunt haar nieuwe land zo goed als ze kan, en werkt zich van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat een slag in de rondte in een munitiefabriek.
Maar ze verdient niet veel, en omdat ze er alleen voor staat, heeft ze moeite de eindjes aan elkaar te knopen. Na werktijd klust ze daarom soms bij als prostituee.
In de zomer van 1943 krijgt ze een klant. Het is John Reginald Christie, en hij stelt voor dat ze met hem naar huis gaat.
Ze gaat akkoord. Ethel is op bezoek bij haar broer in Sheffield, dus Christie heeft het huis voor zichzelf.
Christie kijkt naar de jonge vrouw terwijl ze zich uitkleedt. Ze is mooier dan de prostituees die hij meestal uitkiest.
Eigenlijk is ze precies het type vrouw waar hij zich altijd minderwaardig en onzeker bij heeft gevoeld.
Maar vandaag is het anders. Vandaag neemt hij wraak. In zijn broekzak heeft hij een dik touw.
Ruth Fuerst weet niet wat haar overkomt als Christie zich plotseling op haar stort. Hij doet het touw om haar nek en trekt het aan terwijl hij haar verkracht.
Ze spartelt hevig tegen, maar uiteindelijk slaagt hij erin haar te wurgen. Later schreef Christie over zijn daad: ‘Ik voelde een wonderlijke, vredige vreugde.’
Christie heeft geen willekeurig meisje gedood. In zijn onderbewuste staat ze model voor het meisje van Monkey Run, waar hij zijn ergste nachtmerrie beleefde.
Hij begraaft het lichaam in de achtertuin.

Ruth Fuerst was de eerste. Christie begroef haar en zijn tweede slachtoffer in de tuin.
Christie heeft de smaak te pakken
Een paar maanden na zijn eerste moord neemt Christie ontslag, zogenaamd om gezondheidsredenen.
Bureau Notting Hill, waar hij werkt, leidt het onderzoek naar de verdwijning van Ruth Fuerst, en Christie wordt er zenuwachtig van om de hele dag door mensen omringd te worden die zijn moord moeten oplossen.
Christie krijgt een baan bij een radiofabriek. Hier ontmoet hij Muriel Eady, zijn volgende slachtoffer.
Muriel heeft een vriend en is niet geïnteresseerd in Christie. Als blijkt dat ze door een keelontsteking moeite heeft met ademhalen, ziet Christe zijn kans schoon.
Hij vertelt haar dat hij een inhalator heeft die haar verlichting kan bieden, en lokt haar zo naar zijn huis.
En Christie heeft inderdaad een apparaat gemaakt, maar met een ander doel.
Hij was geschrokken van de weerstand van zijn eerste slachtoffer, en hij wil Muriel rustig houden.
De eenvoudige inhalator bestaat uit een jampot met een verzachtende balsem. In het deksel heeft Christie twee gaatjes geboord, en uit een daarvan steekt een rubberen slangetje, waardoor hij Muriel laat inhaleren.
Maar Christie heeft een tweede slangetje op de gaskraan in de keuken aangesloten. Muriel zit met haar rug naar hem toe en zuigt aan de slang.
Christie hoeft alleen maar de gasslang in het tweede gaatje te stoppen en het gas open te draaien.
De balsem maskeert de gaslucht, dus Muriel merkt er niets van dat ze het giftige gas inademt. Als ze bewusteloos raakt, verkracht Christie haar terwijl hij haar wurgt.
Christie krijgt weer hetzelfde serene gevoel van euforie als bij zijn eerste moord: ‘Ik voelde weer die stille, vredige vreugde. Ik heb totaal geen spijt,’ schrijft hij later.
Christie is nu een seriemoordenaar, en hij voelt zelf maar al te goed aan dat hij niet kan stoppen. Hij wil opnieuw moorden.
Net als de vorige keer begraaft hij het lijk in de tuin. Dat is riskant, want tussen Ruth en hem was er geen verband, maar Muriel was een collega.
Bovendien weet haar vriend dat ze naar het huis van Christie zou gaan, en als ze ’s avonds niet thuiskomt, komt hij naar Rillington Place 10 om poolshoogte te nemen.
Christie zegt dat Muriel nooit is komen opdagen, en dat hij zich daarover verbaasd heeft. De vroegere collega’s van Christie onderzoeken de zaak, maar het komt niet bij ze op om hem te verdenken.
In 1948 komt het appartement op de tweede verdieping van Rillington Place vrij, en een jong stel trekt erin: Timothy Evans en zijn slechts 19 jaar oude vrouw Beryl, die al snel bevalt van een dochter, Geraldine.
Het nieuwe echtpaar voelt zich meteen thuis, want de buren van de begane grond, meneer en mevrouw Christie, zijn erg aardig en staan altijd voor ze klaar.
De jonge ouders kunnen dan ook wel wat hulp gebruiken, want het zijn zelf net kinderen.
Timothy is zwakbegaafd. Uit een later onderzoek is gebleken dat hij het intellectuele niveau van een jongen van 11 à 12 jaar heeft. Hij kan niet lezen en schrijven en getallen boven de 100 gaan boven zijn pet.
Beryl is ook verstandelijk beperkt en zeer naïef. Ze is zonder moeder opgegroeid en heeft niet geleerd hoe ze een goede huisvrouw moet zijn. Het appartement verslonst al snel.
Omdat Timothy niet kan rekenen, is Beryl verantwoordelijk voor de financiën van het gezin, maar die taak kan ze niet aan.
Ze koopt alles op de pof zonder het tegen Timothy te zeggen, en algauw heeft ze een schuld van 20 pond, drie keer een weekloon voor Timothy, die ongeschoold werk doet in een fabriek.
De twee houden zielsveel van elkaar en van hun dochter, maar de geldproblemen en de gebrekkige keukenprestaties van Beryl leiden vaak tot ruzie.
De buren horen ze tegen elkaar schreeuwen, en de buurman aan de overkant ziet dat er zelfs regelmatig klappen vallen.
Meneer en mevrouw Christie doen hun best om te helpen, maar meneer Christie heeft een verborgen agenda. Beryl is erg mooi, en hij brengt zo veel tijd met haar door als hij kan.
De schoonheid van Beryl zou John Christie normaal gesproken angst inboezemen, maar doordat ze zo naïef is, lijkt ze meer hulpeloos dan gevaarlijk. Toch is ze onbereikbaar voor de bijna 50-jarige Christie, tenzij ...
Een walgelijk plan
Geraldine is pas tien maanden oud als Beryl tot haar schrik ontdekt dat ze weer zwanger is.
Eén baby is eigenlijk al te veel voor haar, dus dit is een ramp. Ze koopt een illegale abortuspil, maar die werkt niet.
In haar wanhoop steekt ze met gevaar voor eigen leven een grote injectiespuit in haar lichaam, maar ook dat mag niet baten.
Uiteindelijk neemt Beryl mevrouw Christie in vertrouwen, en zo komt John Christie erachter wat er aan de hand is.
De volgende dag, wanneer Timothy op zijn werk is, zoekt Christie Beryl op en vertelt hij haar dat hij in de jaren 1930 geneeskunde studeerde, maar vanwege de oorlog zijn studie moest opgeven.
Hij weet echter nog genoeg om een abortus uit te voeren, verzekert hij Beryl. Hij heeft er zelfs een paar gedaan.
Met deze smoes kan Christie in de buurt van Beryl komen om haar te vermoorden. Timothy Evans verklaart later aan de politie dat Christie zijn vrouw hulp aanbiedt, en hem zelfs voorbereidt op de dood van zijn vrouw.
Hij legt hem uit dat een abortus zo laat in de zwangerschap in ongeveer tien procent van de gevallen tot de dood van de vrouw leidt.
‘Maar meestal treden er helemaal geen problemen op,’ zegt hij geruststellend.
Timothy wil er niets van weten. Zijn vrouw mag geen enkel risico lopen.
‘We zijn niet geïnteresseerd,’ zegt hij kortaf, waarna hij naar boven gaat en Beryl verbiedt om op het aanbod in te gaan.
Dan krijgt het echtpaar ruzie. Beryl zegt tegen haar man dat hij er niks mee te maken heeft. Ze vertrouwt Christie en wil van de zwangerschap af.
Uiteindelijk geeft Timothy zich gewonnen. Hij kan haar niet op andere gedachten brengen.
De ‘abortus’ vindt plaats als Timothy op zijn werk is. Gezien de verwondingen aan haar gezicht die de politiearts later vaststelde, heeft Christie vergeefs geprobeerd haar gas te laten inademen.
Vermoedelijk spartelde Beryl tegen en sloeg Christie haar in het gezicht om haar het zwijgen op te leggen voor hij haar wurgde. Hij heeft seks met haar dode lichaam.
Timothy loopt in de val
Geraldine ligt in de kamer ernaast te slapen. Christie houdt het kind de hele dag in de gaten, om te voorkomen dat het gaat huilen en zo ongewenste aandacht trekt.
Wanneer Timothy thuiskomt, staat John Christie hem met een ernstig gezicht op te wachten.
‘Ik heb slecht nieuws,’ zegt hij. ‘De abortus is niet goed afgelopen. Je vrouw is dood.’
Timothy kan er met zijn verstand niet bij. Het lijkt onwerkelijk. De twee mannen lopen samen naar de tweede verdieping, en daar ligt Beryl inderdaad. Christie heeft haar in een groen laken opgerold.
Timothy zegt dat het misschien het beste is om de politie erbij te halen. Christie wijst dat idee resoluut van de hand.
‘Nee, ben je gek! We zouden allebei rechtstreeks de gevangenis in gaan. Ik heb een illegale abortus uitgevoerd, en jij wist ervan en bent dus medeplichtig. We krijgen waarschijnlijk een zware straf.’
Timothy gelooft de vroegere politieman op zijn woord. Christie overtuigt hem ervan dat het het beste is om een tijdje weg te gaan uit Londen, tot de gemoederen tot bedaren zijn gekomen.
Christie zal er dan voor zorgen dat het lijk verdwijnt, en hij kent wel een jong stel dat even op Geraldine wil passen.
Maar er is geen jong stel. Christie wil de baby ook vermoorden, hij ziet geen andere uitweg. Hij heeft geluk: Timothy is toevallig net ontslagen bij de fabriek waar hij werkte, en heeft dus geen verplichtingen in Londen.
Hij besluit naar Wales te gaan, waar hij vandaan komt, om rustig bij te komen. Hij kan bij zijn oom en tante logeren.
Timothy maakt zijn oom en tante wijs dat hij op zakenreis was met zijn baas, en dat ze pech met hun auto kregen en nu moeten wachten tot deze gerepareerd wordt.
Hij heeft het voortdurend over zijn dochter Geraldine. ‘Je zou haar moeten zien, ze is een schatje,’ zegt de jonge vader trots tegen zijn tante.
Timothy gaat tussendoor nog naar Londen om Christie te vragen hoe het met Geraldine gaat.
Christie zegt dat het prima gaat met het meisje en dat Timothy haar over twee à drie weken kan zien.
De oom en tante beginnen zich af te vragen waarom Timothy zo lang bij hen blijft, en uiteindelijk schrijven ze zijn moeder.
Deze stuurt meteen een brief terug. Ze schrijft dat ze Timothy, Beryl en Geraldine al weken niet gezien heeft en zich erg veel zorgen maakt.

De zwakbegaafde Timothy Evans was een makkelijke prooi voor John Christie.
Politie gelooft de moordenaar
Nu zijn leugen doorzien is, neemt Timothy een fataal besluit. Op het plaatselijke politiebureau bekent hij dat hij het lichaam van zijn vrouw in een rioolput heeft gegooid nadat ze aan een illegale abortus was overleden.
Hij wil Christie er niet bij betrekken, want deze wilde alleen maar helpen, dus dat zou niet netjes zijn.
Daarom zegt hij dat de abortus ergens buiten de stad is uitgevoerd. Waar weet hij niet.
Een agent neemt de verklaring van Timothy op en leest hem voor, waarna Timothy hem ondertekent.
De agent belt zijn collega’s in Londen en vraagt hun het riool te onderzoeken dat Timothy beschreven heeft.
Het putdeksel van het riool even buiten Rillington Place 10 is zo zwaar dat er wel drie agenten nodig zijn om het te openen, en het riool is leeg.
Timothy kan het lijk daar nooit in zijn eentje gedumpt hebben.
Opnieuw wordt Timothy verhoord.
‘We weten dat je liegt. Waar is je vrouw? Wat heb je met haar gedaan?’
Timothy moet het antwoord schuldig blijven. Christie heeft gezegd dat hij het lijk in het riool zou gooien. Hij weet dus niet waar het is.
Ondertussen belt de Londense politie aan bij de vroegere agent Christie, en die doet een boekje open over zijn buren.
Hij vertelt, net als de andere buren, dat hij Beryl en Timothy regelmatig tegen elkaar hoorde schreeuwen, en dat Timothy zeer gewelddadig is en zijn vrouw geregeld alle hoeken van de kamer liet zien.
Beryl zocht vaak haar toevlucht bij hem en zijn vrouw, liegt hij, en ze zou een keer gezegd hebben dat Timothy haar op een dag nog dood zou slaan.
De politieagenten schrijven het hele verhaal op. De doortrapte John Christie weet Timothy er zo in te luizen.
Ethel steunt de verklaring van haar man en blijft hem in bescherming nemen, hoewel ze op dat moment hoogstwaarschijnlijk wel in de gaten heeft dat er iets niet in de haak is.
Dat zou haar duur komen te staan: ze wordt zelf het volgende slachtoffer van Christie.
Op 1 december 1949 doet de politie een lugubere vondst in de uitbouw van Rillington Place 10. Hier liggen Beryl en baby Geraldine. Beiden zijn duidelijk gewurgd.
Timothy denkt dat een jong echtpaar voor zijn dochter zorgt. Pas als de politie hem voor de moord arresteert, hoort hij dat ze dood is.
Hij stort in als hij het nieuws verneemt. Nu heeft hij niets meer om voor te leven.
Timothy heeft geen advocaat die hem bijstaat, en na een hele nacht verhoord te zijn geeft hij de politie de bekentenis die ze zo graag wil hebben.
Hij zegt dat hij zijn vrouw en dochter vermoord heeft vanwege hun uitzichtloze financiële situatie. De politie neemt de verklaring op, en Timothy ondertekent hem.
Als hij eindelijk een advocaat toegewezen krijgt, trekt Timothy zijn verklaring in. Hij beweert dat de politie hem gedwongen heeft te bekennen en dat hij onschuldig is.
Christie heeft Beryl en Geraldine vermoord. Maar de politie en de aanklager geloven hem niet.
In het Britse systeem kan iemand maar voor één moord tegelijk aangeklaagd worden, en de aanklager begint met de moord op het kind, omdat Timothy daar waarschijnlijk de doodstraf voor zal krijgen.
Dan is het niet meer nodig hem voor de moord op Beryl te berechten.
Timothy krijgt de doodstraf
Advocaat Malcolm Morris doet er alles aan om aannemelijk te maken dat de kroongetuige van het openbaar ministerie, John Reginald Christie, de echte dader is en dat Timothy Evans geheel onschuldig is.
Dat is echter geen eenvoudige opgave, want Timothy heeft zijn eigen zaak geen goed gedaan. Hij stelde de politie niet op de hoogte van de dood van zijn vrouw, vluchtte naar Wales en ondertekende een bekentenis.
De jury heeft maar 35 minuten nodig om tot een unaniem besluit te komen. Daarna leest rechter Lewis zijn vonnis voor:
‘Timothy Evans, de jury heeft u schuldig bevonden aan moord met voorbedachten rade, en het oordeel van de rechtbank is dat u eerst naar een gevangenis zult worden overgebracht, en vervolgens naar een executieplaats, waar u door middel van ophanging ter dood gebracht zult worden.
U zult binnen de gevangenismuren begraven worden. Moge God genade hebben met uw ziel.’
Timothy blijft kalm terwijl hij het vonnis aanhoort. Hij is een gebroken man.
Op 9 maart 1950 wordt het doodvonnis ten uitvoer gebracht.
Timothy slaapt zijn laatste nacht goed.
Bij zonsopgang wordt hij door de bewaarders gewekt. Hij blijft rustig wanneer hij naar de galg loopt.
De beul trekt eerst een zwarte kap over zijn hoofd, en dan de strop. Het luik valt, en Timothy Evans is dood.

Christie doodde acht mensen en is een van de ergste seriemoordenaars in de Britse geschiedenis. Volgens sommigen maakte hij nog meer slachtoffers.
Christie moordt door
Na de rechtszaak tegen Timothy Evans houdt John Christie zich gedeisd. Maar niet voor lang. Nog geen drie jaar later kan hij de drang tot moorden niet meer onderdrukken.
Maar hij heeft een probleem: zijn vrouw Ethel, die vroeger vaak bij haar familie op het platteland op bezoek ging, blijft tegenwoordig thuis.
Ze zit hem dus in de weg, en op 14 december 1952 wurgt Christie zijn echtgenote. Hij verbergt het lichaam onder de vloerplanken van de woonkamer van hun huis.
Tussen 19 januari en 6 maart 1953 doodt Christie nog eens drie vrouwen: Kathleen Maloney, Rita Nelson en Hectorina Maclennan.
Hij vermoordt ze allemaal in zijn appartement, en hij gaat telkens op dezelfde manier te werk: hij lokt de vrouwen met een smoes naar zijn huis en bedwelmt ze met gas, waarna hij ze verkracht terwijl hij ze wurgt.
De lichamen verbergt hij in de eetkamer. De politie vermoedt later dat hij ze af en toe tevoorschijn haalt om seks met ze te hebben.
Met een desinfecterend middel maskeert hij de stank, maar die wordt uiteindelijk zo sterk dat hij de eetkamer opnieuw behangt.
Op 20 maart verhuurt Christie het appartement en neemt hij zijn intrek in een hotel.
Als vier dagen later het nieuws over de vondst van de lijken in de kranten staat, verlaat Christie het hotel en gaat hij een zwervend bestaan leiden.
Na negen dagen wordt Christie door een politieagent herkend en opgepakt. De verschrikkingen in Rillington Place zijn voorbij.

Ethel Christie werd gewurgd en onder de vloer verborgen.
Lijken in de muur ontmaskeren Christie
Rillington Place 10 had een nieuwe huurder. Toen deze een plank probeerde te bevestigen in de keuken, sloeg hij zijn hamer recht door de muur heen en begon het ineens vreselijk te stinken.
De huurder scheen met een zaklantaarn in het gat in de muur. Hij zag drie halfnaakte vrouwenlichamen in verregaande staat van ontbinding. Hij belde meteen de politie, die nog drie lijken ontdekte in het huis.
Er werd een zoektocht naar de eerdere bewoner van het huis, John Reginald Christie, op touw gezet.
Niet veel later herkende een agent Christie, die haveloos op straat liep. Deze gaf eerst een valse naam op, maar ging rustig mee naar het bureau, waar hij al snel de moord op zeven vrouwen bekende.
De seriemoordenaar toonde niet het minste berouw, en had allerlei fantasierijke verklaringen voor zijn daden.
Zo beweerde hij glashard dat hij uit zelfverdediging had gehandeld, of dat hij zijn slachtoffers alleen geholpen had om zelfmoord te plegen. Maar de moord op baby Geraldine ontkende hij in alle toonaarden.
Toen de politie hem vroeg hoe hij een huis vol lijken had kunnen verhuren – hij moest geweten hebben dat zijn daden dan aan het licht zouden komen – antwoordde Christie: ‘Ik heb daar nooit zo over nagedacht.’
In het Engelse rechtssysteem kon iemand maar voor één moord per keer worden aangeklaagd, en de officier begon met de moord op Ethel, de vrouw van Christie.
Zoals verwacht werd Christie ter dood veroordeeld, en op 15 juli 1953 werd hij opgehangen. Toen de beul de kap over zijn hoofd trok, probeerde Christie wanhopig tijd te rekken.
‘Ik heb jeuk aan m’n neus,’ zei hij.
‘Rustig maar, dat zal niet lang meer duren,’ antwoordde de beul.