Op een dag in augustus 1722 ligt Edward Low met zijn twee piratenschepen te wachten bij de Azoren. Een Brits schip komt nietsvermoedend dichterbij. De Wright is met een kostbare lading op weg naar Noord-Amerika – en dus een ideaal doelwit voor de piraat en zijn mannen.
De zeerovers hijsen de piratenvlag en gaan recht op hun doel af, maar de kapitein van de Wright is niet van plan zich zomaar gewonnen te geven. Die beslissing is fataal, want Low spaart niemand die zich niet direct overgeeft. De piraten enteren het schip en al snel kleurt het dek rood van het bloed.
‘Ze werden op barbaarse wijze vermoord en mishandeld, vooral sommige Portugese passagiers.’ Kapitein Charles Johnson, 1724
‘Ze werden op barbaarse wijze vermoord en mishandeld, vooral sommige Portugese passagiers,’ vertelt schrijver Charles Johnson in zijn werk A General History of the Robberies and Murders of the Most Notorious Pirates uit 1724.
Na het eerste bloedvergieten binden de piraten de overlevende Portugezen – onder wie twee monniken – vast aan de lier van de mast en met touwen trekken ze de armen van hun slachtoffers in tegengestelde richtingen.
‘Ze herhaalden dit een aantal keren, gewoon voor de lol,’ schrijft Johnson.
Als een van de passagiers misselijk wordt bij het zien van de marteling, steekt een van Lows mannen een zwaard in diens maag, zodat de ingewanden eruit vallen.
Op het dek geniet kapitein Low van het bloedige spektakel. En dit is zeker niet de eerste of laatste keer dat hij zijn slachtoffers verminkt en martelt. In de jaren 1720 is hij de meest gevreesde piraat ter wereld.

Edward Low deed geen enkele moeite om de gewonden te redden. Hij vermoordde ze liever.
Dochter achtergelaten
Edward Low werd in 1690 in Londen geboren in een familie van dieven en moordenaars. Op zevenjarige leeftijd begon hij te stelen, maar ‘Ned’ wilde een eerlijk leven leiden en zocht zijn geluk in New England, aan de oostkust van Noord-Amerika.
Hij ging aan de slag als scheepsbouwer in Boston en ontmoette zelfs de liefde van zijn leven, Eliza Marble, die uit een rijk gezin kwam. In 1719 kregen ze een dochter, maar zijn vrouw Eliza stierf tijdens de bevalling. Ned was er kapot van. Hij verloor zijn baan, liet zijn dochter achter bij de familie van zijn vrouw en ging de zee op.

Boston was de belangrijkste haven van de Amerikaanse koloniën. De meeste Britse handelsschepen legden hier aan.
Low kreeg werk op een eenmaster die naar Midden-Amerika voer om hout te halen. Maar hij haatte zijn kapitein, en toen de jonge zeeman op een dag geen eten kreeg, werd hij woest. Hij schoot met een musket richting het hoofd van de kapitein, maar raakte een van de bemanningsleden. In de chaos die vervolgens ontstond, ontsnapte Ned met 12 andere mannen in een roeiboot.
Low en zijn mannen waren nu vogelvrij en sloten zich in december 1721 aan bij de piraat George Lowther. Een maand later kreeg Low al het bevel over zijn eigen schip, maar de kersverse kapitein was koppig en er was geen land met hem te bezeilen, dus werd hij door Lowther ontslagen. In mei 1722 ging Low zijn eigen weg, met 44 man onder zich.

De beroemde Low werd al in de 18e eeuw afgebeeld in verschillende boeken over piraten.
Kapitein werd gedwongen tot piraterij
Low voer naar de oostkust van Noord-Amerika, waar hij elk schip dat in zijn buurt kwam plunderde. Op een zomerdag veroverden de piraten zelfs een schoener van 80 ton, die Low gebruikte als zijn nieuwe vlaggenschip.
De piraat was erg ambitieus en dwong de zeelieden die hij had verslagen om zich bij hem aan te sluiten.
Een van hen was de Brit Philip Ashton – kapitein van de Milton, die op 15 juni 1722 door Low werd geplunderd. Nadat het schip zich had overgegeven, sprong Low aan boord en schreeuwde:
‘Zijn er hier ongetrouwde mannen?’
Toen geen van de zeelieden reageerde op deze nogal onverwachte vraag, liep Low naar Ashton en trok zijn pistool.
‘Geef antwoord, vuile hond!’
‘Telkens als hij dronk en even tot rust kwam, vertelde hij dat hij zijn achtergelaten dochter enorm miste.’ Philip Ashton, onvrijwillig piraat onder Edward Low
Ashton had geen keuze en vertelde eerlijk dat hij inderdaad geen vrouw had. Toen kreeg hij een pistool tegen zijn hoofd en werd hij gedwongen om zich aan te sluiten bij de piraten. Ook moest hij een lijst met tien regels ondertekenen die de kapitein had opgesteld om zijn mannen in het gareel te houden.
‘Iedereen die tijdens een aanval lafhartig gedrag vertoont, zal een straf ondergaan die de kapitein en bemanning passend vinden,’ luidde één van de piratenregels.
Omdat niemand erachter wilde komen welke vreselijke straffen de sadistische Low in gedachten had, deden ze wat de kapitein zei.
Ashton beschreef de mannen van Low als de grootste barbaren die hij ooit had gezien. Ze martelden gevangenen, gewoon om de tijd te doden. Maar Low zelf was, volgens Ashton, een tragische figuur.
‘Telkens als hij dronk en even tot rust kwam, vertelde hij dat hij zijn achtergelaten dochter enorm miste. Hij begon te huilen als hij alleen haar naam maar hoorde,’ schreef Ashton in zijn autobiografie.
De Brit vermoedde dat Low alleen ongehuwde mannen tot piraterij dwong, omdat hij niet wilde dat ze zijn verdriet zouden ervaren.







Low terroriseert driehoekshandel
Edward Low werd vooral berucht in het gebied waar de driehoekshandel plaatsvond. In het Caribisch gebied en op de Atlantische Oceaan plunderde en vernielde hij alle schepen die hij tegenkwam.
10 januari 1722: Low plundert de eerste schepen
Aan boord van het schip van George Lowther plundert Low zijn eerste schepen in de Golf van Honduras. Een paar dagen later wordt Low kapitein en krijgt hij het bevel over een buitgemaakte eenmaster.
12 juli 1722: Piraat begint solocarrière
Lowther is ontevreden met Low en ontslaat hem. Eigenhandig plundert Low 13 schepen bij Nova Scotia. Een van de schepen is een schoener van 80 ton met tien kanonnen – dit wordt Lows vlaggenschip. Hij doopt het schip de Fancy.
1 augustus 1722: Slachtoffers worden mishandeld
Low vaart verder naar de Azoren, waar hij een maand lang schepen plundert en hun bemanningen en passagiers martelt. Een Franse scheepskok wordt levend verbrand en Portugese priesters worden gevierendeeld.
10 maart 1723: Spaanse bemanning afgeslacht
Nadat ze zo’n 20 schepen hebben geplunderd op weg naar de Golf van Honduras, vallen de piraten van Low voor de kust van Belize een Spaans schip aan. Op bevel van de piratenkapitein wordt de hele 50-koppige bemanning vermoord.
10 juni 1723: Brits schip valt piraten aan
Het marineschip HMS Greyhound stuit buiten de kust van North Carolina op de schepen van Low. Ze vechten urenlang, tot Low ervandoor gaat met de Fancy. De Greyhound verovert het tweede schip, maar Low weet te ontsnappen.
27 oktober 1723: Bemanning krijgt genoeg van Low
Lows bemanning wordt steeds ontevredener, tot Francis Spriggs en 60 andere piraten Low in de steek laten en met een schip voor de kust van Sierra Leone wegvaren. In 1724 breekt opnieuw muiterij uit en Low wordt in een roeiboot op zee achtergelaten bij Saint Lucia.
Lichaamsdelen werden afgehakt
Hoe ongelukkig Low van binnen ook was, zijn slachtoffers merkten daar niets van. Met twee schepen en 80 piraten zette hij via de Atlantische Oceaan koers richting de Azoren, een belangrijke tussenstop voor het scheepvaartverkeer tussen Europa, Afrika en Amerika.
Halverwege de Atlantische Oceaan kreeg Lows sadisme de overhand. Toen zijn piraten een Frans schip hadden veroverd, bonden ze de scheepskok aan de hoofdmast en staken ze het schip in brand; Low dacht dat ‘zo’n vette kerel goed zou branden in het vuur.’
Een paar weken later – op 20 augustus 1722 – martelden de piraten de Portugese passagiers van het schip de Wright, en ook op de weg terug naar de Cariben gingen hun plunderingen voortdurend gepaard met bloedige slachtpartijen.
‘Een groter zeemonster bestaat niet.’ John Hart, gouverneur van de Benedenwindse Eilanden.
Ten noorden van Brazilië viel Low een zwaarbeladen Portugees schip aan. Zijn piraten begonnen de bemanning onmiddellijk te martelen om erachter te komen waar de Portugese kapitein de scheepskist had verstopt.
Toen ze ontdekten dat de kapitein de kist met 11.000 goudstukken overboord had gegooid, begon Low te schuimbekken van woede. Uit wraak liet hij de lippen van de kapitein afsnijden. Hij bakte ze en dwong de ongelukkige kapitein om zijn eigen lippen op te eten. Daarna werd de hele bemanning uitgemoord.
In mei 1723 schreef de American Weekly Mercury dat Low de kust van Cuba terroriseerde en dat hij vanwege alle gruwelijke verhalen van de weinige overlevenden de meest gevreesde piraat van zijn tijd was. De gouverneur van de Benedenwindse Eilanden was duidelijk.
‘Een groter zeemonster bestaat niet,’ concludeerde hij.

Uit angst voor piraten verstopten de Portugezen hun goud in zakken die buiten de kapiteinshut hingen. Als ze het touw doorsneden, kregen de piraten het goud niet in handen.
Koninklijk schip jaagt op piraten
In de zomer van 1723 had de sadistische Low naar schatting zo’n 100 schepen geplunderd en voor 150.000 pond aan goud en zilver gestolen. Aan beide kanten van de oceaan wilde men de barbaarse piraat uit de weg ruimen, dus werd er een officieel marineschip op hem afgestuurd.
Een van de piratenjagers was kapitein Peter Solgard van het Britse oorlogsschip de HMS Greyhound met zijn 20 kanonnen en 120 bemanningsleden. In de vroege ochtend van 10 juni kreeg hij bij North Carolina de schepen van Low in het vizier. In plaats van aan te vallen, voer hij snel weg van de piraten – alsof de Greyhound een handelsschip was en wegvluchtte. Low trapte erin. Toen de piraten de achtervolging inzetten, draaide het oorlogsschip en opende het vuur.
‘Tijdens het gevecht voeren we tussen de twee (piratenschepen, red.) en schoten de hoofdmast van één schip aan flarden,’ aldus Solgard.

De piratenvlag van Edward Low was versierd met een rood skelet.
De soldaten van de Greyhound gingen meteen aan boord van het verwoeste schip, maar Low deed niets om zijn mannen te redden. Hij vertrok halsoverkop de andere kant op.
Onder luid gejuich kwamen Solgard en zijn bemanning aan op Rhode Island – hun ruim vol met piraten van Low die na een korte rechtszaak hun welverdiende straf kregen.
‘De piraten die door de HMS Greyhound zijn gevangengenomen, worden tussen 12 en 13 uur geëxecuteerd,’ schreef The New-England Courant.
De nederlaag maakte Low niet bang of voorzichtiger – hij werd alleen maar bloeddorstiger. Bij Rhode Island viel hij twee walvisvaarders aan. Hij liet de ene kapitein villen en sneed zijn ingewanden eruit. Toen sneed de piraat de oren van de andere kapitein eraf en dwong hem ze op te eten met zout en peper.
‘Hij wilde nog veel meer mensen vermoorden, maar volgens zijn volgelingen ging hij te ver. Ze weigerden zijn wrede orders uit te voeren,’ vertelde de schrijver Charles Johnson.
Zijn bemanning vond het welletjes.

Door de vermoedelijke schatkaart van Low zijn talloze schatzoekers gaan graven op het eiland – maar zonder succes.
Piratenschat verstopt op Canadees eiland
In 1952 ging een Amerikaanse historicus op zoek naar een mysterieuze schat die Edward Low verborgen zou hebben op een eiland in de buurt van Nova Scotia.
Edward Rowe Snow was verbijsterd toen hij in 1947 een handgetekende kaart in handen kreeg. Onder een schets van het eiland ‘Haute’ stond de handtekening ‘E. Low’. De historicus dacht dat de kaart echt was, omdat Low in de buurt van het eiland Haute in de Canadese provincie Nova Scotia was geweest.
In 1952 vertrok Snow met een metaaldetector naar het vermoedelijke schateiland. Op de plek waar de schatkaart ‘The Place’ aangaf, vond Snow eerst een schedel en daarna een aantal gouden en zilveren munten. Dit moest wel de schat van Low zijn, dacht hij – volgens een legende had de piraat namelijk een bemanningslid opgeofferd, zodat zijn geest over de schat kon waken.
Volgens de schatkaart bevatte de kist 23.758 zilveren en 1355 gouden munten, maar die heeft Snow nooit gevonden. Anderen waren hem waarschijnlijk te snel af geweest. Dankzij deze ontdekking kreeg Snow veel publiciteit, maar er werd ook wel beweerd dat hij de munten daar zelf had neergelegd. De schatzoeker biechtte later op dat hij zijn geld niet zozeer verdiende met schatten, maar met de boeken die hij erover schreef.
Piraten verraadden hun kapitein
Ook al plunderde de onbetrouwbare piraat tijdens zijn tweede tocht over de Atlantische Oceaan talloze schepen, de ontevredenheid onder zijn bemanning nam toe.
In het najaar van 1723 besloot een van Lows meest loyale mannen, Francis Spriggs, om samen met 60 anderen te vertrekken met een schip voor de kust van Sierra Leone.
Dit verraad was het begin van het einde voor Low, die begin 1724 nog maar 30 bemanningsleden over had. Toen hij na een ruzie zijn kwartiermeester ombracht, hadden ook de laatste piraten er genoeg van. Ze zetten Low bij het eiland Saint Lucia zonder proviand in een sloep en lieten hem aan zijn lot over.
Niemand weet wat er daarna gebeurde, maar volgens sommige bronnen werd hij een paar dagen later opgepikt door een Frans schip. Toen ze ontdekten wie hij was, werd hij naar het eiland Martinique gebracht. Na twee jaar terreur op zee eindigde Low aan de galg.