Het is een pikdonkere oktoberavond in 1724, maar de jonge gevangene in de Newgate-gevangenis heeft geen licht nodig. Hij staat in de haard en steekt zijn hoofd in de nauwe schoorsteen. Boven zich voelt hij een ingemetselde ijzeren staaf.
Moeizaam krabt hij met een roestige spijker aan de mortel rond de staaf.
Hij wil de staaf gebruiken om een gat in het plafond van de cel te slaan. Op de volgende verdieping wachten hem zes afgesloten gevangenisdeuren. Die wil hij openpeuteren met de spijker of uit hun scharnieren tillen.
‘Arme stakker! Nu was ik een dief, en spoedig zou ik een inbreker zijn.’ Uit Jack Sheppards autobiografie, die waarschijnlijk is geschreven door de auteur Daniel Defoe
Ook de 20 meter vanaf het dak van Newgate is geen punt: hij heeft een touw gemaakt van het vloerkleed in zijn cel. In het donker gaat hij geroutineerd te werk.
De volgende ochtend horen de inwoners van Londen dat de ter dood veroordeelde dief Jack Sheppard uit de gevangenis is ontsnapt – voor de vierde keer in acht maanden.
Meisje van plezier krijgt zilver
De meesterontsnapper van Londen wordt in 1702 geboren in de arme wijk East End. Zijn vader sterft als Jack nog jong is, en hij en zijn broer moeten al vroeg gaan werken. Op 15-jarige leeftijd gaat Jack in de leer bij een timmerman. De kleine, maar beresterke jongen bekwaamt zich snel in het vak en werkt hard – totdat hij de taveerne The Black Lion ontdekt.
In deze louche herberg komen veel dieven en prostituees uit de buurt, en de 21-jarige Jack beseft dat hij liever drinkt en gokt dan hard te werken. Hij wordt ook verliefd op de mollige Elizabeth Lyon, die ‘Edgworth Bess’ wordt genoemd, naar haar geboorteplaats in Middlesex. Maar Bess’ liefde is niet gratis, en de timmermansleerling heeft geld nodig.

Tegen betaling mochten nieuwsgierigen Jack Sheppard bezoeken in de gevangenis – onder wie een kunstenaar, die Jacks portret schilderde.
Op een lentedag in 1723 is Jack als timmerman aan het werk in een herberg als zijn oog valt op een paar zilveren lepels, die verleidelijk liggen te glimmen. In een flits verdwijnen ze in zijn gereedschapskist.
‘Arme stakker! Nu was ik een dief, en spoedig zou ik een inbreker zijn,’ zo beklaagt Jack zich in een pamflet over zijn leven, dat autobiografisch zou zijn maar vermoedelijk is geschreven door de auteur Daniel Defoe (1660-1731).
‘Eind juli moest ik voor de meester een klus doen in een woonhuis,’ zegt Sheppard. ‘Daar stal ik een rol stof zonder dat iemand iets doorhad.’
‘Gisteren is Sheppard, een beruchte inbreker die onlangs uit New Prison is ontsnapt, gevangengezet in Newgate nadat hij door Jonathan Wild was opgepakt.’ Bericht in de ‘Daily Journal’ toen Jack Sheppard voor de derde keer was opgepakt
Maar een andere gezel heeft de rol stof bij Jack gezien en lapt hem erbij. Jack ontkent, en zijn moeder verdedigt hem. Hij gaat vrijuit, maar zijn meester, bij wie hij logeert, is niet blij met de situatie.
Het stoort hem dat zijn goede leerling zo’n losbandig leven leidt en verliefd is op Bess – die verderfelijke hoer. Als de meester Jack wil straffen, sluit hij hem buiten. Maar de volgende ochtend ligt Jack altijd weer lekker in zijn eigen bed op de derde verdieping!
Ook Jack is niet gelukkig, en op 2 augustus 1723, acht maanden voordat zijn zevenjarige leertijd erop zit, geeft hij er de brui aan.
Ontsnapt met scheermes
In februari 1724 sluit Jack zich aan bij zijn broer Thomas, die op de Clare Market in het centrum van Londen als dief actief is. Helaas wordt Thomas op een dag betrapt – en hij verraadt zijn broertje.
Als Jack in een herberg met vrienden zit te gokken, komt er een wachter binnen. Hij brengt Jack naar St Giles’s Roundhouse. In die gevangenis moet de jonge dief de nacht doorbrengen voordat hij voor de rechter wordt gebracht wegens diefstal op de Clare Market.
Criminelen vonden weg uit de gevangenis
In de 18e eeuw was ontsnappen uit Europese gevangenissen niet al te moeilijk: de bewakers waren corrupt, de mortel in de oude gebouwen brokkelde af en bezoekers werden zelden gefouilleerd.

William Maxwell – man in vrouwenkleren
In 1716 werd de graaf van Nithsdale vastgezet in de Tower of Londen in afwachting van zijn executie wegens landverraad. Zijn vrouw zocht hem op met een vriendin. Ze namen een jurk mee voor de graaf, die de Tower vermomd als een mooie vrouw verliet en naar Rome vluchtte.

Marion du Faouët – vrouw kocht bewaker om
Deze vrouwelijke bendeleider ontsnapte in 1752 uit de gevangenis van Quimper, Bretagne. Ze was al vier keer eerder ontsnapt, en er werd een grote rechtszaak voorbereid. Maar toen kocht ze haar bewaker om en verdween. Drie jaar later werd ze opgepakt en geëxecuteerd.

Giacomo Casanova – charmeur ontkwam
Met een op de binnenplaats gevonden staaf hakte Giacomo Casanova zich in 1755 een weg uit de Piombi, de gevangenis boven het Dogepaleis in Venetië. Dankzij de mist liep hij ongezien over het dak, bereikte via een ladder het huis ernaast en wandelde weg.
Maar Jack heeft andere plannen. In zijn zak zit een scheermes, een waardevol werktuig. Hij snijdt een spijl van een stoel los en hakt daarmee een gat in het plafond. Na een paar uur komt de nachtelijke hemel in zicht en bij dageraad is het gat zo groot dat hij zich erdoorheen kan wurmen om op het dak te klimmen.
Op straat slaan voorbijgangers alarm: ‘Gevangene ontsnapt!’
Onverstoorbaar laat Jack zich met een aan elkaar geknoopt laken en vloerkleed langs de muur omlaag zakken. Via een aangrenzende muur dringt hij een kerk binnen. Vandaar kan hij door een deur naar buiten glippen en onopgemerkt tussen de verzamelde toeschouwers verdwijnen – die hem nog steeds op het dak wanen.
Bess wordt neergelaten uit het raam
Een paar maanden later slentert Jack wat rond met een van zijn criminele vriendjes, Benson. Ze passeren een boze man die een prostituee de huid vol scheldt omdat ze zijn zakhorloge wilde stelen. Benson wil het horloge alsnog gappen, maar dat mislukt.
‘Zakkenrollers! Houd de dief!’ brult de man.
Jack en Benson gaan ervandoor, maar een wachter krijgt Jack te pakken en draagt hem over aan een agent. Jack moet weer een nachtje brommen, deze keer in St Ann’s Roundhouse. ’s Ochtends krijgt hij bezoek van Bess. De bewakers denken dat ze zijn vrouw is en sluiten haar in dezelfde cel op.
De twee worden overgebracht naar New Prison en in een extra beveiligde cel geplaatst, waar Jack wordt geketend. Maar diverse bezoekers bezorgen hem slothaken en vijlen, waarna de ontsnapping met Bess kan beginnen.

Op tekeningen wordt Bess vaak slanker afgebeeld dan ze in werkelijkheid was.
Jack maakt zonder moeite zijn ketens los en vijlt dan een van de tralies voor het raam van de cel door. Hij vraagt Bess zo veel mogelijk kleren uit te trekken. Van de kledingstukken en het beddengoed maakt Jack een touw, dat hij om haar middel bindt, waarna hij Bess door de opening in het raam naar buiten duwt. Met zijn sterke armen laat hij haar zakken, waarna hij zelf volgt. Ze komen uit in het gebouw ernaast – ook een gevangenis.
Vanaf de binnenplaats van de Clerkenwell Bridewell-gevangenis moeten ze over een 7 meter hoge poort om op straat te komen. De lenige Jack klimt via bouten en scharnieren tegen de poort op. Vanaf de top gooit hij het touw naar Bess, waarna hij haar omhoog tilt. Als ze veilig aan de andere kant staat, volgt hij.
Corrupte arm der wet komt in actie
De manoeuvre kostte slechts 10 minuten en maakt Jack Sheppard tot de nieuwe ster van de Londense onderwereld. Doorgewinterde schurken en ambitieuze nieuwkomers bieden zich aan als partner van de 22-jarige dief en ontsnappingskunstenaar, die vrolijk loopt te paraderen in gestolen zwartzijden kleding.
Maar de aanklachten tegen hem stapelen zich op, en op een dag schakelt een van Jacks slachtoffers Jonathan Wild in, de Thief-Taker General van de stad.
De pokdalige Wild houdt Jack al langer in de gaten – om heel andere redenen. De dievenjager is door en door corrupt en is bij elk duister zaakje in de onderwereld betrokken. Zijn mannen werken aan talloze diefstallen mee en melden Wild waar de buit verstopt ligt. Vervolgens kan Wild, als keurige arm der wet, de buit teruggeven aan de eigenaar en een forse beloning innen.

Jonathan Wild had begin 18e eeuw de Londense onderwereld in zijn zak, terwijl zijn officiële werk boeven vangen was.
Arm der wet leidde roversbende
Begin 18e eeuw werd Londen geteisterd door dieven en rovers – en de wetshandhavers hielpen niet mee, want die waren ook crimineel. Pas halverwege de 18e eeuw kwamen de eerste politieagenten.
De Thief-Taker Jonathan Wild was nog jong en onschuldig toen hij in 1710 rond zijn 30e in een schuldgevangenis terechtkwam. Hier verdiende Wild wat geld als loopjongen voor de cipiers, waardoor hij in slechts twee jaar zijn schulden kon afbetalen en weer vrij man was. Kort daarna, in 1713, werd hij de assistent van de Londense wetshandhaver – of Thief-Taker-General – Charles Hitchen.
Toen Hitchen werd geschorst wegens corruptie, zag Wild zijn kans schoon. In de herberg Blue Boar richtte hij zijn eigen sheriffskantoor in. Beroofde burgers meldden zich hier bij Wild, die een pruik droeg en een stok had met een zilveren knop.
Maar ook de nieuwe wetshandhaver was corrupt. Hij leidde een dievenbende, die de buit overdroeg aan hem. Als de bestolen burgers hun beklag kwamen doen, gaf Wild de gestolen goederen terug en streek hij de beloning op.
Het was een lucratief businessmodel – tot Wild in 1725 werd ontmaskerd en ter dood werd veroordeeld. Tegen die tijd vertrouwden de Londenaren allang niet meer op particuliere ondernemers die de wet handhaafden. In 1749 richtte rechter Henry Fielding daarom een korps van zes agenten op, die een vast salaris kregen, zodat het niet meer nodig was om criminelen af te persen of premies te eisen van brave burgers.
Als een van zijn mannen wordt beschuldigd van criminele activiteiten, verraadt Wild hem en strijkt hij een beloning op van 40 pond – de waarde van zeven paarden. Evenzo ruimt Wild rivalen uit de weg als ze niet willen samenwerken, en nu is Sheppard aan de beurt. De populaire dief weigert zijn buit te delen met Wild.
Eind juli houden Jack en de keiharde crimineel Joseph ‘Blewskin’ Blake zich bezig met struikroverij op Hampstead Road ten noordwesten van Londen. Intussen spoort Wild Bess op in een herberg, waar hij haar een flinke slok brandy inschenkt. Bess, die bang is voor Wild, verklapt dat Jack logeert in het huis van Blewskins moeder op Rosemary Lane.
Wilds rechterhand Quilt Arnold gaat ernaartoe, en kort daarna bericht de Daily Journal: ‘Gisteren is Sheppard, een beruchte inbreker die onlangs uit New Prison is ontsnapt, gevangengezet in Newgate nadat hij door Jonathan Wild was opgepakt.’
Drinken tijdens het werk
In Newgate, de grootste en oudste gevangenis van Londen bij St Paul’s Cathedral, is Jacks reputatie hem al vooruitgesneld. Hij is die man die moeiteloos uit twee andere gevangenissen is ontsnapt. Daarom wordt Jack in een cel gezet waar de bewakers hem goed in de gaten kunnen houden. Hij mag wel bezoek ontvangen, en op 31 augustus komt Bess langs met een vriendin.
De vrouwen lachen en drinken met de bewakers, die ladderzat worden en hun prominente gevangene totaal vergeten. Intussen vijlt Jack de grendel van de gevangenisdeur door met een werktuig dat een ter dood veroordeelde medegevangene hem heeft nagelaten. Dan sluipt hij weg.
Met zijn voeten nog geketend forceert hij zes deuren en bereikt hij het gevangenisdak. Jack Sheppards kunststukje: de vlucht uit ‘The Castle’, de zwaarst beveiligde cel van Newgate
Jack weet dat hij zich deze keer echt gedeisd moet houden, want er is een doodvonnis tegen hem uitgesproken. Maar meer dan de galg vreest hij de verveling, en op 5 september slaat hij na sluitingstijd een ruit in bij een horlogemaker en pikt hij drie zilveren horloges.
Hij verkoopt er snel een en zet het op een zuipen.
In meerdere herbergen wordt de energieke jongeman herkend, en elk moment kan iemand hem aangeven bij Wild. Maar uiteindelijk wordt hij op de ochtend van 10 september door de bewakers van Newgate betrapt bij Finchley Common, een marktplein even buiten Londen.
Zwaarbeveiligde cel is geen uitdaging
Terug in Newgate wordt Jack in de zwaarst beveiligde cel gezet, ‘The Castle’. Hij wordt aan handen en voeten geboeid en vastgeketend aan de vloer. Dan laten de bewakers hem trots zien aan de vele nieuwsgierigen, die royaal betalen om de meesterontsnapper in zijn cel te zien.
Jack blijft er vrolijk onder en maakt de ene bijdehante opmerking na de andere. Intussen denkt hij weer aan ontsnappen. Half oktober komt hij in actie. Als hij de bewakers die hem eten hebben gebracht goedenacht heeft gewenst, maakt hij met een roestige spijker die op de grond lag zijn boeien los.

Jonathan Wild werd opgehangen toen zijn eigen handlangers zijn criminele dubbelspel hadden ontmaskerd.
In de schoorsteen van de cel peutert hij een ijzeren staaf los. Daarmee hakt hij door het plafond van de cel naar een lege ruimte. Met zijn voeten nog geketend forceert hij zes deuren en bereikt hij het gevangenisdak.
Aan een van beddengoed gemaakt touw daalt hij af naar het dak van het huis ernaast, waar hij voorzichtig een raam opent. Terwijl de bewoners slapen, sluipt hij de trap af en de straat op.
Meesterontsnapper komt aan de galg
Het nieuws van Jack Sheppards laatste ontsnapping gaat als een lopend vuurtje door Londen – en de bewakers van Newgate denken dat de duivel hem moet hebben geholpen. Maar Jacks vrijheid is van korte duur. Op 1 november 1724 arresteren de mannen van Jonathan Wild een stomdronken Sheppard. Hij heeft zijn zwarte zijden kleding aan en draagt een gestolen pruik.

Jack Sheppards laatste vluchtpoging werd verijdeld, en de voormalige timmermansleerling eindigde aan de galg.
Als Jack op 16 november naar de galg loopt, is hij goedgemutst. Maar dan wordt zijn hoop op een spectaculaire ontsnapping voor de ogen van 200.000 Londenaren de grond in geboord: zijn bewakers vinden het mes waarmee hij het touw wilde doorsnijden. Kort daarna bungelt hij levenloos voor de ogen van de menigte, die hem enerzijds veracht – en toch stiekem had gehoopt dat de ontsnappingskunstenaar aan de dood zou ontkomen.