De zonnestralen vallen door het groene gebladerte op het Deense eiland Tåsinge. Op een open plek in het bos Nørreskov liggen twee geliefden dicht tegen elkaar aan.
Ze hebben al twee dagen niets gegeten en leven in het bos, met als enige bescherming de paraplu van luitenant Sixten Sparre. Ze zijn gevlucht voor de vooroordelen, de armoede, de maatschappij en dit is hun eindstation. Sparre trekt Elvira Madigan naar zich toe.
Elvira houdt haar tranen in, haar lijdensweg is bijna voorbij – naast haar ligt Sixtens revolver. De luitenant pakt hem op. Elvira sluit haar blauwe ogen, binnenkort zal niemand hen meer scheiden. De arme circusartieste en de getrouwde officier zullen voortaan samen zijn – in de dood.
‘Oh Sixten,’ fluistert ze als ze het koude pistool tegen haar slaap voelt en hun lippen elkaar raken.
‘Mijn Elvira,’ zegt hij – en haalt de trekker over. Even later klinkt nog een schot, als de knappe officier zijn geliefde de dood in volgt.

Toen Elvira en Sixten in 1889 op Tåsinge werden begraven, kwamen er honderden toeschouwers op af. Hier liggen ze nog steeds. In 2013 werd het monument vervangen.
De Scandinavische Romeo en Julia
Zo tragisch en hartverscheurend romantisch wordt het verhaal van de Zweedse Sixten Sparre en de Deense Elvira Madigan al ruim 130 jaar verteld: de geliefden konden elkaar in het leven niet hebben en kozen daarom voor de dood.
Maar historici zijn altijd kritisch geweest ten opzichte van dit verhaal. En nu ontkracht Sparres kleindochter Kathinka Lindhe de mythe over dit stel. Volgens Lindhe pleegde haar overgrootvader moord met voorbedachten rade toen de 34-jarige playboy op 20 juli 1889 de 21-jarige Elvira doodschoot.

Elvira was niet alleen een uitstekende koorddanseres, ze was ook een goede ruiter.
De verlegen koorddanseres
Elvira is niet alleen fascinerend vanwege haar tragische einde. Ze was een rasechte circusartieste – dochter van een koorddanseres en een acrobaat.
Haar ouders gaven haar de bijna koninklijke naam Hedvig Antoinette Isabella Eleonore Jensen, maar toen ze als vijfjarig kind ging optreden in het circus, koos ze de artiestennaam Elvira. Haar vader stierf toen Elvira een paar jaar oud was, daarna kreeg ze de achternaam van haar stiefvader – John Madigan.
Hij leerde Elvira koorddansen en als tiener was ze al een bedreven circusartiest. Haar moeder en stiefvader werkten voor het grootste circus uit die tijd – het Myers American Circus. De jonge Elvira trad op in de grootste en mooiste zalen van Europa, waar haar elegantie op het koord het champagnedrinkende publiek in vervoering bracht.

Spreekstalmeester Jim Myers toerde door heel Europa met zijn indrukwekkende gezelschap, The Great American Circus. De artiesten kwamen echter vanuit de hele wereld.
Op pad met het circus
Aangemoedigd door het succes van Elvira besloot haar stiefvader in 1887 om zelf circusdirecteur te worden en eindelijk veel geld gaan te verdienen. Elvira’s werkterrein veranderde abrupt van sjieke balzalen tot een muffige tent op een akker, terwijl haar stiefvader met zijn Circus Varieté door het Deense en Zweedse platteland trok.
Tijdens de winter van 1888 verhuisde Madigan zijn circus naar een tijdelijk onderkomen op Fisketorget in Kristianstad, Zweden. Op de openingsdag van 8 januari zat de tribune bomvol. Een van de toeschouwers was Sixten Sparre, op wie Elvira een verpletterende indruk maakte.

Elvira’s circusact, waarbij ze over een koord liep terwijl ze met borden jongleerde, was een sensatie.
Sparre was lid van een oude, adellijke Zweedse familie die failliet was gegaan door de ongebreidelde geldsmijterij van zijn vader. Daarom koos Sixten voor het leger, een passende carrière voor een jonge edelman, maar de wedde was laag. Gelukkig verwierf hij een aanzienlijk vermogen toen hij in 1880 trouwde met Luitgard Adlercreutz, de dochter van een steenrijke graaf.
Net als zijn vader was Sixten een echte levensgenieter. Hij hield van exclusieve diners, dure kleding en klassieke kunst aan de muur.
Hoewel hij sterk was en een goede schutter, was hij ervan overtuigd dat zijn ware roeping de dichtkunst was. Hij liet Luitgard en hun twee kinderen vaak alleen terwijl hij zich in de woonkamer terugtrok en vurige verzen schreef over blonde maagden en nobele heldendaden.
Tot zijn grote ergernis was zijn donkerharige echtgenote niet bijster onder de indruk van zijn bevlogen gedichten over halfnaakte maagden. Buiten haar medeweten joeg Sixten bovendien het hele vermogen van Luitgard erdoorheen en erger nog, hij stak zich diep in de schulden. In 1888 raakte het jonge gezin in feite aan de bedelstaf.

In 1887 gaf Sixten Sparre de dichtbundel I bunden form uit. De bundel was geen succes en werd slechts door twee Zweedse kranten gerecenseerd – en niet positief.
De mooie muze
Sparre had geld geleend bij vrienden, familie en zelfs zijn bevelhebbers in het leger. Hij was de kruidenier, de boekhandelaar, de kleermaker en zijn huisbaas geld verschuldigd, toen hij op 8 januari 1888 zijn droomvrouw op een koord zag dansen in een circustent.
Na de voorstelling vroeg hij haar ouders om toestemming om haar te schrijven als een man ‘die leefde voor de kunst’.
Elvira’s moeder zei nietsvermoedend 'ja'. Daarna begon een lange en geheime briefwisseling tussen Sixten en Elvira. In hartstochtelijke bewoordingen stelde de aantrekkelijke luitenant Elvira voor om samen met hem te vluchten. Sixten zei dat hij zo goed als gescheiden was. Ze twijfelde, ze was op zoek naar een beter leven, maar wilde haar moeder niet achterlaten.

Na hun dood ontstond er op Tåsinge een kleine toeristenindustrie rondom Elvira en Sixten. Het Tåsinge Museum heeft al jaren een vaste tentoonstelling over Elvira.
Ondanks haar internationale carrière wist Elvira niets over het echte leven – en waarschijnlijk ook niets over het meest veelbesproken liefdesdrama uit die tijd, de Mayerling-affaire. In januari 1889 had Rudolf, de troonopvolger van keizer Frans Jozef, zichzelf en zijn minnares doodgeschoten in het Oostenrijkse slot Mayerling – een verhaal dat grote indruk maakte op Sixten.
De minnares van de prins, Mary Vetsera, werd keurig opgemaakt gevonden, met naast haar de troonopvolger. De enscenering van Rudolf was een voorbeeld voor Sixten, die zijn eigen dood aan het plannen was.

Rudolf, kroonprins van Oostenrijk, en barones Mary Vetsera sloten in 1889 een zelfmoordpact. In tegenstelling tot Elvira blijkt uit brieven van Mary dat zij instemde met de zelfmoord.
Vlucht naar Svendborg
In mei 1889 kreeg Sixten twee maanden verlof. Zijn vrouw en kinderen waren met zijn schoonfamilie naar het platteland vertrokken, en dus kon hij er een paar weken tussenuit zonder dat iemand het merkte.
Hij nam kogels mee voor zijn revolver, stopte wat spullen in een rugzak en vertrok op 28 mei naar Bollnäs, 270 kilometer van de Zweedse hoofdstad, om Elvira te ontmoeten.
Luister naar het lied van de Zweedse zanger Sven-Bertil Taube over Elvira Madigan
Elvira had al een paar keer geprobeerd om de briefwisseling met de opdringerige Sixten te stoppen, maar hij dreigde telkens zelfmoord te plegen. Na een zenuwinzinking gaf Elvira eindelijk toe, en in de vroege ochtend van 28 mei verliet ze haar familie.
Ze nam alles mee wat ze had om een nieuw leven op te bouwen met Sixten. De luitenant had haar zelfs beloofd dat ze in Parijs zouden gaan wonen. Hij had haar gevraagd haar sieraden te verpanden, wat ze deed – behalve het kruisje dat ze in de zomer van 1886 had ontvangen van de Deense koning Christiaan IX na een optreden in Tivoli, Kopenhagen.
Na hun eerste nacht in Bollnäs nam het stel waarschijnlijk de lijnboot via Stockholm naar Kopenhagen. Daarna gingen ze naar het eiland Funen, waar ze op 18 juni een kamer boekten in Hotel Svendborg als meneer en mevrouw Sparre.

Toen het verhaal in de pers verscheen, gingen veel mensen kijken naar de plek waar Elvira en Sixten waren gevonden.
Afspraak met de dood
Toen het stel een maand in het hotel had gewoond, vroeg de eigenaar Sixten om de rekening van 288 kronen, nu zo’n 2500 euro, te betalen.
‘Je krijgt het geld als we terug zijn van ons uitstapje,’ beloofde Sixten.
Maar het stel verdween naar het eiland Tåsinge – een zomerparadijs voor de inwoners van Kopenhagen. Met alleen een pickinickmandje en Sixtens paraplu gingen ze op 18 juli naar het bos Nørreskov. Twee dagen later werden ze voor het eerst gezien, toen ze de plaatselijke bewoners om water vroegen. Diezelfde avond – 20 juli 1889 – klonken er twee schoten.
‘De vrouw was in het oor geschoten. De kogel was via haar achterhoofd naar buiten gegaan. De man links van haar was in de mond geschoten, de kogel was via zijn achterhoofd naar buiten gegaan.’ Proces-verbaal over Elvira en Sixten, 1889
Drie dagen later werd de zomerse rust op het eiland wreed verstoord door de vondst van twee lijken. De plaatselijke politie schreef:
‘De vrouw was in het oor geschoten. De kogel was via haar achterhoofd naar buiten gegaan. De man links van haar was in de mond geschoten, de kogel was via zijn achterhoofd naar buiten gegaan.’
Sparre werd meteen geïdentificeerd: uit de borstzak van zijn uniform stak een visitekaartje – zorgvuldig geplaatst als een boodschap aan zijn nageslacht: hij had zijn lot in eigen hand genomen.

Sixten Sparre doodde zichzelf en Elvira met een Model 1887-revolver van het Zweedse merk Husqvarna.
Alles wijst erop dat Sixten een moordenaar was
Al vanaf 1889 werd aangenomen dat Elvira er zelf voor had gekozen om samen met Sixten te sterven. Maar recent onderzoek suggereert dat hij haar dood goed had voorbereid.
Van held tot psychopatische moordenaar
In Zweden weten de kinderen en vrouw van Sixten Sparre nog steeds van niets. Ze hebben niets meer van hem gehoord – alleen een telefoontje waarin werd gezegd dat hij zelfmoord had gepleegd. Luitgard schaamde zich zo dat ze haar twee kinderen niet vertelde wat hun vader had gedaan.
In de dagen daarna stond het verhaal over zijn en Elvira’s liefdesdood in alle kranten – en ontdekte ze dat ze een enorme schuld had geërfd. Terwijl Luitgard probeerde het nieuws te verwerken, stuurde Elvira’s moeder een boze brief naar de Deense krant Politiken, omdat ze vond dat Sparre, de moordenaar van haar dochter, in hun berichtgeving te positief werd beschreven.
Maar niemand was geïnteresseerd in de werkelijkheid. Iedereen wilde geloven dat het ging om een ongelukkige, romantische liefde – een verhaal dat meer dan 100 jaar werd verteld. Pas in 2005 begonnen Deense en Zweedse historici Sixten Sparre te zien als een geestelijk gestoorde man – misschien zelfs een moordenaar.

De film Elvira Madigan van Bo Widerberg uit 1967 werd een internationaal succes. Tegen het einde van de film stelt Elvira voor om zelfmoord te plegen.
Liefdesverhaal wordt al 130 jaar verteld
Al gauw raakten mensen gefascineerd door het verhaal over de ongelukkige liefde tussen Sixten en Elvira. Hun verhaal is inmiddels talloze keren beschreven en verfilmd.
‘Dit is liefde, ze konden elkaar niet krijgen,’ luidden de roddels op Tåsinge, op de dag dat de lijken werden gevonden. Ook de Deense en Zweedse kranten richtten zich op hun tragische liefde, terwijl de lokale priester op Tåsinge zich bekommerde om de lichamen van de zelfmoordenaars in Nørreskov. Ze werden in een tweepersoonsgraf gelegd, dat elk jaar door 30.000 toeristen wordt bezocht.
En bij fotostudio’s in Denemarken en Zweden ontstond een enorme vraag naar duoportretten van Sixten en Elvira. Binnen een week na de moord verschenen de eerste liedjes over het stel, en ze werden mateloos populair. De dichter Julius Strandberg schreef:
‘Daar lagen ze stil en dicht tegen elkaar aan, na het leven wilden ze samen verder gaan.’
In Zweden waren wassen beelden van de Scandinavische Romeo en Julia te zien in rondreizende voorstellingen. Er zijn drie films over het stel gemaakt, alle drie tragische liefdesverhalen. Het beroemdst is de film van de Zweed Bo Widerberg uit 1967.