Echte Oom Dagobert speelde verstoppertje met Duitse politie

Een geniale afperser speelt verstoppertje met de Duitse politie. Hij lijkt alles te weten van tijdbommen, radiotechniek en de werkwijzen van de politie. Intussen heeft een zieke autospuiter moeite om de dagen door te komen. Niemand ziet het verband tussen die twee verhalen.

De afperser Arno Funke nam de naam ‘Dagobert’ aan, naar de

rijke oom van Donald Duck. De politie had een goed gelijkende

tekening van hem – maar dat mocht niet baten bij het onderzoek.

Elke ochtend is een marteling. Voordat Arno Funke zijn ogen opent, doet zijn hoofd al zo’n pijn alsof hij zich de hele nacht een stuk in zijn kraag heeft gedronken.

En dat is vreemd, want op zijn muur heeft hij met grote letters geschreven: ‘Je moet niet meer drinken!’ En dat advies neemt hij ter harte.

Moeizaam staat hij op en stapt onder de douche. Als het water over zijn gezicht stroomt, trekt de mist in zijn hoofd wat op, maar als hij zich probeert te herinneren waar zijn auto staat, kan hij er nog niet op komen.

Na even zoeken vindt hij hem en rijdt hij naar de rand van West-Berlijn, nabij de S-Bahn. Hier heeft zijn vriend Heinz een werkplaats met spuithal, waar Arno Funke werkt.

Als iemand er een meester in is motorkappen te versieren met rondborstige vrouwen en oranje vlammen, is hij het wel. De hele dag werkt hij zonder beschermend masker, en als hij duizelig wordt, gaat hij naar huis.

Als kind droomde Arno Funke ervan een ruimteraket te bouwen. Dag in, dag uit las hij over het zonnestelsel en dacht hij erover na welke brandstof er in de raket moest.

Voor kerst kreeg hij een scheikundedoos met chemische stoffen en een handleiding. Hij deed alle proefjes – ook de gevaarlijke. Zo leerde hij hoe je buskruit maakt.

De raket kwam nooit van de grond en astronoom werd hij niet. Na de middelbare school probeerde hij het als fotograaf, werkte hij in een winkel en draaide hij plaatjes als dj. Niets vond hij leuk. Nu is hij 38 en spuit hij auto’s.

Behalve aan geheugenverlies lijdt hij ook aan zware depressies, die hem alle plezier in het leven ontnemen. In heldere ogenblikken wil hij soms een einde aan zijn leven maken – het pistool heeft hij al. Maar dan bedenkt hij een plan om snel veel geld te verdienen en een nieuw leven te beginnen. Hij moet alleen weer buskruit gaan maken

Arno Funke legt zijn eerste bom

25 mei 1988: ’s Nachts ontploft er een bom in het grote warenhuis KaDeWe in West-Berlijn. In een brief eist de dader 500.000 mark, anders volgen er meer bommen. KaDeWe besluit te betalen.

Rondom Berlijn loopt de S-Bahn. De brede strook langs het spoor is begroeid met struikgewas en wordt door bedrijfjes omzoomd.

Hier heeft Arno Funke de politie op de avond van 2 juni naartoe gedirigeerd. In een boom heeft hij een radiozender met een tijdklok aangebracht, waardoor de agenten de opdracht krijgen met het geld in een bepaalde trein te stappen, hun walkietalkie op kanaal 25 in te stellen en te wachten op nadere instructies.

‘Dit is de afperser! Gooi het geld nu naar buiten!’ klinkt het opeens door de walkietalkie. De agenten openen een raam en gooien het pakket met het geld op het spoor.

Arno Funke, die een fles wodka heeft gedronken tegen de zenuwen, wankelt het spoor op, grijpt het pakket en gaat ervandoor. Hij wil zich verstoppen in Heinz’ werkplaats, ook al is het eigenlijk niet slim om door een buurt te lopen waar hij kan worden herkend.

Vlak bij de werkplaats gaat het dan ook mis: twee jongens zien hem aan komen rennen. Arno Funke groet hen overdreven voor hij het gebouw binnengaat.

Uren verstopt hij zich in de garage terwijl politiehelikopters de omgeving uitkammen met hun zoeklicht.

Een paar dagen later: Arno Funke sleept zich elke dag naar zijn werk bij Heinz om geen argwaan te wekken. Pas als de rust is weergekeerd, wil hij zijn baan opzeggen.

Arno Funke is net klaar met het spuiten van een auto als er twee rechercheurs de werkplaats binnenkomen.

Ze willen Heinz spreken in zijn kantoor. Nerveus sluipt Arno Funke achter hen aan. Een van de rechercheurs laat de politietekening zien die is gemaakt met hulp van de twee jongens die hem zagen rennen.

‘Hebt u deze man gezien?’

Heinz schudt van nee, terwijl Arno Funkes maag samentrekt van angst. Het is toch overduidelijk dat de tekening hem voorstelt!

Hij vlucht de spuithal in om een slokje schnaps te nemen tegen de schrik. Maar hij vindt geen drank en gaat dan maar boven een emmer oplosmiddel hangen om zijn zenuwen tot bedaren te brengen.

Op van de zenuwen zet hij de perslucht aan zodat hij verder kan gaan met spuiten. Hij is echter nog steeds zo van de kaart dat hij het spuitpistool op de motorkap van de pas geverfde auto laat vallen. Niemand heeft echter door hoe nerveus Arno Funke is, en de politie vertrekt.

##

Waar is het geld gebleven?

Najaar 1988: Ondanks 1200 tips over de afperser heeft de politie hem niet te pakken gekregen. Arno Funke keert terug na vier weken vakantie in Zuid-Korea.

Als Arno Funke op het vliegveld van Frankfurt de douanebeamte ziet, laait de angst weer op. Hij heeft geen idee hoever het onderzoek van de politie is gevorderd terwijl hij in Zuid-­Korea was. Maar hij komt probleemloos door de paspoortcontrole.

Nu is hij weer in zijn appartement in het grijze huis op Marmaraweg 12 in West-Berlijn. Het lijkt er niet op dat er iemand is geweest tijdens zijn afwezigheid.

Opgelucht gaat hij op zoek naar het KaDeWe-geld. Hij weet niet meer waar hij het heeft verstopt, en hoewel hij alle kamers in het huis afzoekt, vindt hij het niet.

Hij moet meer methodisch te werk gaan. Na acht uur zoeken vindt hij het achter een perfect gemaakte valse wand onder de wasbak in de badkamer.

Eindelijk heeft hij de bundeltjes geld weer in zijn handen. Uiteraard heeft de politie de serienummers genoteerd, zodat het onmiddellijk bij de bank wordt geregistreerd als hij ze gebruikt.

Zo kan de politie hem opsporen, weet Arno Funke. Daarom heeft hij zichzelf geleerd hoe je de serienummers onzichtbaar kunt veranderen. Hij moet er wel snel mee beginnen, want Heinz heeft hem meegevraagd naar de Filipijnen en daar heeft hij flink wat geld voor nodig.

Funke deed graag maf om zijn depressie en slechte geheugen te verdoezelen.

© Teutopress/SZ Photo

Juni 1992: De politie vindt geen snipper van het KaDeWe-geld en geeft de zaak op. Intussen is **Funke verliefd geworden op de Filipijnse Edna, met wie hij trouwt. Ze kent zijn verleden niet.**

Elke ochtend kust Arno Funke zijn jonge vrouw gedag en vertrekt hij zogenaamd naar zijn werk. Hij heeft nog altijd last van depressies en geheugenverlies. Hij rijdt doelloos rond door Berlijn of gaat naar zijn volkstuin.

Het geld van de KaDeWe heeft hij nog, en hij geeft elk jaar een inkomen op aan de fiscus zodat er geen vragen rijzen over waar hij van leeft. Ooit zal hij vast weer toe zijn aan een baan. Hij heeft alleen tijd nodig om te herstellen.

Maar telkens als Arno Funke zijn geld in de geheime bergplaats ziet, is de stapel weer geslonken.

Als hij nog maar 100.000 mark over heeft, begint hij te denken aan een nieuwe afpersingsactie.

Het ging zo gemakkelijk met KaDeWe, en als hij een miljoen eist, hoeft hij nooit meer geldzorgen te hebben. In zijn heldere ogenblikken denkt Arno Funke na over de grootste uitdaging: hoe hij het geld in handen krijgt zonder te worden gepakt.

Aanslag op Karstadt wordt opgeëist

13 juni 1992: Om 2.00 uur ’s nachts ontploft er een tijdbom in het warenhuis Karstadt in Hamburg. De serviesafdeling wordt verwoest.

Arno Funke kijkt vanuit bed een ochtendprogramma op tv. ‘Bomaanslag op een groot warenhuis in Hamburg,’ vertelt de altijd montere presentator. ‘De aanslag is opgeëist door een groep die wil protesteren tegen de massaconsumptie. De schade bedraagt 200.000 Duitse mark.’

‘Iemand heeft zich mijn bom toegeëigend!’ denkt Arno Funke boos. Hij neemt zich voor om in zijn brief aan het warenhuisconcern te bewijzen dat hij de dader is.

Een paar dagen later laat hij in een brief aan Karstadt weten dat het concern een advertentie moet plaatsen met de tekst ‘Dagobert groet zijn neefjes’ als het warenhuis bereid is om een miljoen te betalen.

Arno Funke had de tekst voor de kleine advertentie zomaar even bedacht, maar de naam Dagobert wordt door de politie bekendgemaakt en vanaf dat moment heet de crimineel die het warenhuisconcern Karstadt afperst Dagobert – naar de rijke oom in de Donald Duck.

Het warenhuis moest een advertentie plaatsen met de tekst ‘Oom Dagobert groet zijn neefjes’. Zo ontstond de naam.

© Archieffoto, Historia

Afperser meldt zich op kanaal 15

14 juli 1992: Weken zit Funke al in zijn tuinhuis met de ramen geblindeerd om de overdracht van het geld voor te bereiden. Een minutieus plan moet ervoor zorgen dat hij het in handen krijgt.

Het regent dat het giet als Arno Funke door voormalig Oost-Duitsland noordwaarts rijdt. Hij heeft een kleine metalen kist en een radiozender met tijdklok bij zich.

Bij de plaats Bad Doberan nabij Rostock stopt hij om de kist op een telefoonpaal te schroeven. Er zit een deksel op met een slot. In de kist zit een speciaal geconstrueerde tas die de politie morgen moet halen. De sleutel van de kist hebben de rechercheurs al eerder gekregen.

Dan doet hij klimijzers onder zijn schoenen en klimt in de hoogste boom die hij kan vinden. Daar brengt hij de zender aan die hij heeft geprogrammeerd om de volgende dag om 18.00 uur een ingesproken bericht uit te zenden.

Aan het eind van de middag belt Arno Funke de politieafdeling die zich met de zaak-Dagobert bezighoudt en optreedt namens Karstadt. ‘Ga morgen om 18.00 uur naar Bad Doberan en luister naar de radio,’ zegt hij.

Een dag later: Arno Funke rijdt naar een van tevoren uitgekozen punt op het traject Rostock-­Berlijn. De politie staat klaar in Bad Doberan.

De agenten stemmen hun portofoon af op kanaal 15 en houden hem bij hun oor. Om 18.00 uur horen ze: ‘Hallo! Dit is Oom Dagobert. Ik zeg nu de woorden “honderdenvijf”, “negenenzeventig”, “telefoonpaal”, “grijze kist”.’

De losse woorden moeten de agenten invullen op de lege plekken in de brief die de afperser een paar dagen eerder aan de politie heeft gestuurd.

Pas nu is de brief compleet: ‘Aan hoofdweg 105 bij kilometerpaal 79 staat een telefoonpaal. Daaraan zit een grijze kist.

Open de kist met de sleutel en wacht dan op verdere informatie.’ De agenten vinden de telefoonpaal en maken de kist open. Er zit een zwarte aktetas in plus een vel papier met het volgende bericht van Dagobert.

‘Neem trein 2009 van 20.58 uur op Rostock Hauptbahnhof. Bevestig het apparaat achter op de trein. Op weg naar Berlijn zal de tas via radio worden losgekoppeld.’

Op anderhalf uur van Rostock houdt Arno Funke zich schuil in een bos langs het spoor. Om 22.30 uur raast de trein voorbij. Koortsachtig drukt hij op de knop die de tas moet afwerpen. Nu zal zijn maandenlange werk eindelijk worden beloond. Hij is bijna miljonair.

Maar Arno Funke vindt geen tas. Minuten zoekt hij met gevaar voor eigen leven met een zaklamp het spoor af. Dan geeft hij op. Het mechaniek moet hebben gefaald.

Dagoberts trein is onderdeel van de Polizeihistorische Sammlung, Berlijn.

© Heribert Jung

Psychologen hebben Dagobert door

Intussen: De politie is ervan overtuigd dat dezelfde man verantwoordelijk is voor de bomaanslagen op KaDeWe en Karstadt.

Dagobert is een mysterie. Hij kan ingewikkelde plannen uitdenken en bommen maken, is een technisch genie en weet alles over de werkwijzen van de politie. Een tijdlang zijn de rechercheurs bang dat hij een verbitterde politieman is – een van hun eigen mensen dus.

Met de tas zelf was niets mis, blijkt uit het politierapport. Maar de politie had hem met een touw

bevestigd, zodat hij niet kon worden afgeworpen.

‘Te allen tijde moet worden voorkomen dat de dader de tas in bezit krijgt. Zo zal hij gaan vermoeden dat hij een fout heeft gemaakt,’ aldus het rapport van 15 juli.

De politie durft de afperser zo te tarten vanwege een observatie van de politiepsychologen: Dagoberts bommen ontploffen altijd als er niemand in het warenhuis is.

‘De dader is niet iemand die voor zijn plezier bommen legt. Hij doet het alleen als pressiemiddel, om zijn doel te bereiken.

Hij heeft een motivatie nodig, een innerlijke rechtvaardiging,’ schrijven ze. Met andere woorden: Dagobert is niet in staat om iemand te doden. En dat geeft de politie een hoop speelruimte.

9 september 1992: De politie zorgt ervoor dat ook de volgende poging om het geld over te dragen, mislukt. Arno Funke voelt zich niet serieus genomen en stuurt de politie een waarschuwing.

Zonder problemen plaatst Arno Funke een pijpbom op de afdeling autoaccessoires van Karstadt in Bremen. Kort na middernacht ontploft de bom, waardoor enkele emmers motorolie in brand vliegen.

Het gevolg is een brand die de sprinklerinstallatie in het hele warenhuis activeert. De schade bedraagt 6 miljoen mark – zo’n 3 miljoen euro.

Zes dagen later plaatst Arno Funke een bom op een schap verpakkingsmateriaal in een winkel in Hannover, die onder openingstijd ontploft. De opsporingsbeambten gaan twijfelen: is Dagobert toch een moordenaar?

12 februari 1993: Het Duitse opsporingsprogramma Aktenzeichen XY trekt altijd miljoenen kijkers.

Arno Funke zit met zijn vrouw op de bank tv te kijken in zijn appartement aan de Marmaraweg. De presentator van het opsporingsprogramma, Eduard Zimmerman, introduceert het hoofdonderwerp: ‘De Hamburgse politie strijdt al een half jaar tegen Dagobert.

Dat klinkt grappig, maar is heel serieus. Achter de naam gaat een van de meest geraffineerde criminelen in tientallen jaren schuil ...’

‘Zoeken ze een terrorist?’ vraagt Edna, die nog niet zo goed Duits spreekt. Arno Funke zapt snel weg.

Boef gaat ondergronds

19 april 1993: In de winter zijn diverse pogingen om het geld te krijgen mislukt. Arno Funke heeft steeds treinen gebruikt en probeert iets nieuws.

Weken heeft Arno Funke het Berlijnse riool bestudeerd. Hij is diverse keren afgedaald in het buizennetwerk dat bij hevige regenval het water wegleidt, en zo ontdekte hij bij een parkeerplaats in de wijk Britz de ideale plek.

Hier zal de volgende poging plaatsvinden. Arno Funke heeft een putdeksel verwijderd en er een valse kist op geplaatst die eruitziet als de kisten die de wegendienst in de winter gebruikt voor strooizand.

Telefonisch leidt hij de politie naar de plek, waar deze het geld in de kist legt. Ondertussen drinkt Arno Funke onder de grond rustig een biertje, terwijl zijn verborgen microfoon op de parkeerplaats de gesprekken van de politie opvangt.

Als het stil is, maakt Funke de bodem van de kist open en pakt hij het geld. Maar de politie heeft hem weer blanco papier gegeven.

Status, kerst 1993: De media berichten het hele jaar al over de problemen van de politie met Dagobert.

Krantenlezers en tv-kijkers volgen de jacht op Dagobert op de voet. Ze zijn dol op nieuws over de vindingrijke misdadiger die de politie te kijk zet. De krant Berliner Tagesspiegel roept hem uit tot ‘Gangster van het jaar’.

Dagoberts trein geeft politie het nakijken

22 januari 1994: De laatste maanden zijn er nog twee bommen ontploft bij winkels van Karstadt – een ervan nog wel tijdens de kerstdrukte. Nu wil het concern dat de politie Dagobert het geld geeft.

Die avond wil Arno Funke zichzelf overtreffen. In zijn tuinhuis heeft hij een treintje gemaakt dat het geld – sneller dan de politie rennen kan – naar zijn schuilplaats moet brengen.

Zoals altijd is de politie pas op het laatste moment op de hoogte gesteld van de locatie: het verlaten baanvak bij het S-bahnstation Jungfernheide. Op het spoor staat een kist met een getypte instructie.

In de kist staat een kleine trein die over één spoorrail kan rijden klaar om te vertrekken. De agenten moeten het geld in het laadruim leggen en op de startknop drukken.

De trein rijdt weg en de agenten gaan erachteraan. Maar ze moeten de achtervolging opgeven als ze schoten horen. Intussen verdwijnt de trein in het donker met de 1,4 miljoen mark die de afperser eiste in zijn laatste brief.

Maar het geld komt niet bij Arno Funke aan. Een paar meter voor zijn schuilplek ontspoort de trein, en hij vlucht vóór de politie te dichtbij komt. De volgende dag leest hij in de krant dat er deze keer echt geld in de trein zat.

Het laatste telefoontje

22 april 1994: De politie is de afgelopen maanden inventiever geworden. Als Dagobert de politie op de afgesproken tijdstippen belt, houden 3000 agenten de telefooncellen in Berlijn in de gaten.

Arno Funke heeft geen cent meer, het geld van KaDeWe is op. Hij kan zijn rekeningen en de huur niet betalen en zijn oude Mercedes is kapot.

Van geleend geld heeft hij een auto gehuurd, die hij wil gebruiken voor de volgende overdrachtspoging.

De auto is echter gezien, en de politie herleidt het registratienummer tot het verhuurbedrijf, waar de naam van Arno Funke op het huurcontract staat. Daarom wordt op de Marmaraweg nu gesurveilleerd.

Die ochtend moet Funke op zoek naar een telefooncel om de politie te laten weten waar ze zich moet melden met de 1,4 miljoen Duitse mark. Hij is door zijn ideeën heen en heeft teruggegrepen op het oude, vertrouwde concept: ‘Gooi het geld uit een trein’.

Het gesprek duurt nog geen drie minuten en kan dus niet worden getraceerd. Toch stoppen er twee zwarte auto’s bij de telefooncel als hij de hoorn op de haak legt.

‘Het is zover,’ denkt Arno Funke en doet zijn handen omhoog. De agenten stormen uit de auto, grijpen hem bij zijn jas en zetten hem tegen een muur.

Ze hebben hem. De agenten geven elkaar een high five en feliciteren elkaar. Een opsporingsonderzoek van 22 maanden is voorbij. Nu hebben ze eindelijk weer tijd voor hun gezin.

Een agent kon het niet laten. Toen Dagobert na vijf jaar was opgepakt, nam ze een foto van de crimineel.

© Spiegel TV Magazin

Een paar dagen later: Arno Funke zit in voorarrest als een gevangenismedewerker de post brengt.

‘Beste Dago!’ staat er in een van de brieven. ‘Hartelijke groeten van ons. We zitten in de kroeg en heffen het glas op u. Proost. U was goed ... maar wij waren beter. Tot ziens in 2006. Het recht heeft gezegevierd,’ schrijven de politieagenten triomfantelijk.

Arno Funke werd veroordeeld tot negen jaar cel en Edna scheidde van hem. In 2000 kwam hij vrij, en nu werkt hij als illustrator bij het satirische tijdschrift Eulenspiegel.

De 65-jarige Arno Funke op het spoor waar ooit zijn treintje er met 1,4 miljoen mark vandoor reed.

© Torsten Weper, Historia