Betty en Barney Hill hadden nog nooit zoiets gezien. Hoog aan de donkere hemel – op het platteland in New Hampshire – zag het Amerikaanse echtpaar op 19 september 1961 om half elf ’s avonds een wit licht dat in verschillende richtingen bewoog.
Terwijl het echtpaar-Hill met open mond in de auto zat, verscheen er een vaartuig met kleurrijke lichtjes. Barney trapte instinctief het gaspedaal in om zo snel mogelijk weg te komen, terwijl Betty met haar hoofd uit het raampje hing. De twee hoorden nog wat zoemende geluiden, en toen raakten ze bewusteloos.
Toen ze twee uur later weer bijkwamen, zaten ze in hun auto 50 kilometer verderop, en wisten ze niets meer van de uren daarvoor. Maar een paar dagen later begonnen Betty en Barney te dromen over grijze wezentjes die aan boord van het vaartuig experimenten op ze uitvoerden.