Waar de meeste leeftijdsgenootjes van William worstelden met spelling en hoofdrekenen, werd hij op zijn elfde toegelaten tot Harvard, waar hij wiskunde, natuurkunde en filosofie studeerde.
Daarnaast leerde William zo’n 25 talen, en ontwikkelde hij een eigen taal die een universele schakel moest vormen tussen mensen van verschillende culturen.
De wereld lag aan Williams voeten toen hij als 16-jarige Harvard verliet met een berg diploma’s. Zijn eerste baan was wiskundedocent op het wetenschappelijke Rice Institute in Texas, maar omdat hij jonger was dan de meeste studenten, ontstond er veel frictie.
William werd er doodmoe van dat hij opviel en droomde van een rustig leven:
‘De enige manier om volmaakt te leven is in afzondering,’ zei hij tijdens een interview in 1914.
Stierf eenzaam en arm
In de decennia daarna had William bescheiden baantjes, onder meer als boekhouder, en hij zonderde zich steeds verder af. Toen hij 46 was, kreeg hij een hersenbloeding en stierf hij in armoede.
Het IQ van William James Sidis is onbekend, maar experts schatten dat hij de 250-300 aantikte – en daarmee is hij een waardige kandidaat voor de slimste persoon ooit. Ter vergelijking: een gemiddeld IQ is 100, en Albert Einstein had een IQ van 160.