In 1887 viel de politie in Washington D.C. in de VS een aantal illegale feesten binnen.
Volgens de krant Washington Critic werden agenten tijdens een inval opgewacht door zes zwarte mannen ‘in elegante vrouwenkleding’ – waaronder ‘korsetten, petticoats, lange kousen en pantoffels’.
Een paar maanden later berichtte de Evening Star over een andere inval, waarbij de politie ook zwarte mannen aanhield in ‘opzichtige zijden en satijnen kledij’.
De man achter de illegale feestjes was William Dorsey Swann, die later bekend werd als de eerste zelfbenoemde dragqueen.
Swann was geboren als zwarte slaaf, maar wierp zijn ketenen af na de afschaffing van de slavernij in 1865.
In de jaren 1880 en 1890 organiseerde Swann drag balls: feesten die vooral werden bezocht door homoseksuele ex-slaven. ’s Nachts werd er gezongen, gedanst en geliefkoosd. De mannen droegen meestal vrouwenkleren, en Swann werd queen of drags genoemd.
Griekse mannen speelden vrouwen
Al in de oudheid kleedden mannen zich soms als vrouw. Omdat vrouwen in het oude Griekenland niet op het toneel mochten komen, speelden mannen ook de vrouwelijke rollen.
Maar volgens lgbt-historicus Channing Gerard Joseph is Swann te beschouwen als de eerste dragqueen in de moderne betekenis, omdat hij het spelen met genderrollen bewust combineerde met de strijd voor zijn lgbt-identiteit.
Swann kwam geregeld in aanraking met de politie. Tijdens een nieuwjaarsfeest in 1895 werd zijn huis bestormd en werd hij gearresteerd wegens een ‘wanordelijk huis’, wat betekende dat hij een bordeel runde.
De rechter veroordeelde Swann tot tien maanden cel, maar verklaarde dat hij hem het liefst tien jaar had willen geven: ‘Diefstal en mishandeling zijn niets vergeleken met wat deze mensen uitspoken.’
Swann bleef echter vechten voor zijn rechten, en in 1896 schreef hij zelfs een brief naar president Grover Cleveland om gratie te vragen – maar het mocht niet baten.