Public Domain
Pest

Wanneer kregen gewone mensen een achternaam?

Halverwege de 13e eeuw woedde de dodelijkste pandemie aller tijden in Europa. Miljoenen mensen kwamen om. Maar de overlevenden belandden in een nieuwe wereld, waar ze felbegeerd waren en meer namen kregen.

De Chinezen waren de eersten die achternamen kenden. Volgens de folklore voerde keizer Fuxi ze zo’n 4000 jaar geleden in om te voorkomen dat naaste familieleden met elkaar trouwden, maar ook om volkstellingen mogelijk te maken.

Achternamen waren echter voorbehouden aan aristocraten tot circa 500 v.Chr., toen gewone Chinezen volgens bronnen ook een achternaam aannamen.

Ook in Europa waren achternamen eeuwenlang alleen voor edelen, want voor hen was het van groot belang om hun afkomst te kunnen aantonen. Maar eind 14e eeuw gingen ook steeds meer gewone mensen een achternaam gebruiken.

Een drijvende kracht achter deze ontwikkeling was de Zwarte Dood van 1346 tot 1353, die misschien wel de helft van de Europese bevolking wegvaagde.

Pest

De builenpest werd de hulpeloze slachtoffers meestal na een week fataal.

© Public Domain

Boeren waren zeer gewild

Toen de pest uitgewoed was, bevonden de overlevenden zich in een geheel nieuwe maatschappij. Omdat er zo veel mensen dood waren, was er veel vraag naar landbouwers, en herenboeren boden tegen elkaar op om landarbeiders naar hun boerderij te lokken.

Veel boeren en boerenknechten verlieten daarom het land waar ze al generaties woonden om zich in grotere gemeenschappen te vestigen.

Door de toegenomen mobiliteit was het praktisch om individuen te kunnen identificeren met meer dan de voornaam. Daarom namen veel mensen een achternaam aan, vaak geïnspireerd door hun beroep (Smit, Visser), herkomst (Van den Berg, Van Driel), afstamming (Jansen, Hendriks) of eigenschap (De Jong, De Groot).

In de Franse tijd werd het ook bij wet verplicht om een achternaam te dragen: in België vanaf 1795 en in Nederland vanaf 1811.