Statsministeriet/Ritzau Scanpix
Siriuspatrouille

Waarom werd de Siriuspatrouille opgericht?

In 1933 kreeg Denemarken een ultimatum: als de Denen Noordoost-Groenland wilden behouden, moesten ze ook aanwezig zijn in het onherbergzame, Arctische gebied. Zo ontstond de Siriuspatrouille.

Beman het onherbergzaamste gebied van Groenland – of verlies het!

Dat was in 1933 zo’n beetje de boodschap die het Internationaal Hof aan de Denen gaf in een rechtszaak tussen Denemarken en Noorwegen. De zaak draaide om het grote, onbewoonde gebied in Noordoost-Groenland, waar Noorwegen aanspraak op probeerde te maken.

De omgeving hoorde bij Denemarken, oordeelde het Hof. Maar als Denemarken soevereiniteit in het gebied wilde behouden, moesten de Denen daar wel aanwezig zijn.

Siriuspatrouille

De 12 soldaten in de Siriuspatrouille zijn getraind voor bijna elke mogelijke situatie in het Arctische gebied.

© Statsministeriet/Ritzau Scanpix

12 mensen houden de wacht

Daarom richtte Denemarken in 1941 de Noordoost-Groenland Sledepatrouille op. In 1950 werd die vervangen door een nieuwe eenheid, die in 1953 de naam ‘Sledepatrouille Sirius’ kreeg – naar de helderste ster in het sterrenbeeld Grote Hond.

De Siriuspatrouille moet de 16.000 kilometer lange, onbewoonde kustzone van een van de allerkoudste en guurste gebieden op aarde bewaken, waar het soms wel 50 °C onder nul is.

Tegenwoordig is de Siriuspatrouille een speciale eenheid van 12 soldaten, die na 7 maanden training voor ongeveer 2 jaar naar Groenland worden uitgezonden. Hier bewaken de 12 soldaten met sledehonden een gebied dat ongeveer vier keer zo groot is als Denemarken zelf.