De Britten deelden hun Noord-Amerikaanse gebiedsdelen in 13 bestuurlijke gewesten in.
Na de Amerikaanse revolutie (1775-1781), waarbij de kolonisten zich onafhankelijk van de Britse troon verklaarden, besloten de vertegenwoordigers van die gewesten om de indeling zo te laten.
Ze kregen de status van zelfstandige Amerikaanse staten, verenigd in een confederatie (verbond).
De federale overheid en de deelstaatregeringen hadden elk hun bestuurlijke bevoegdheden.
Zo ging de federale overheid over wegenaanleg en buitenlands beleid en bepaalde elke staat zijn eigen wetten. Daarom kennen sommige staten nu de doodstraf en andere niet.