Library of Congress
Bedoeïn

Waar komen de bedoeïenen vandaan?

Niemand kan overleven in de woestijn – behalve de bedoeïenen. Duizenden jaren trotseerden de sterke bedoeïenen de woestijn, tot de wet ze dwong te veranderen.

De bedoeïenen zijn – historisch gezien – een nomadisch herdersvolk dat in de droogste en onherbergzaamste gebieden van het Midden-Oosten leeft.

Hun voorouders voorzagen al in 6000 v.Chr. in hun levensonderhoud door te boeren en dieren te hoeden op de steppen in wat nu Syrië is. Maar pas in het laatste millennium v.Chr. begonnen de bedoeïenen in meer georganiseerde stammen en clans te leven.

In die tijd gingen de bedoeïenen ook belasting innen van de vele handelskaravanen die door hun gebied trokken. In ruil daarvoor hielpen de bedoeïenen de karavanen veilig de woestijn door te komen.

De bedoeïenen waren gemaakt voor een taai leven in de woestijn

Gedurende duizenden jaren zijn de bedoeïenen gewend geraakt aan een slopend leven waar de meeste andere volkeren niet tegen bestand zouden zijn. De geheimen van de nomaden waren vee, poëzie en plundering.

Beduïnen
© Yale Center for British Art

Door de dieren konden ze overleven

Vlees, melk en wol van geiten, kamelen en schapen waren essentieel voor de bedoeïenen in de woestijn. Vooral kamelen waren belangrijk voor de bedoeïenen, die de dieren ‘geschenken van God’ noemden.

De sterke kameel was een belangrijk vervoermiddel op het onbegaanbare terrein, en als er geen ander voedsel meer was, kon het dier geslacht worden. Kamelenrennen op bruiloften en feesten zorgden voor saamhorigheid tussen bedoeïenenstammen.

Poëten
© Public Domain

Poëzie bracht het verleden tot leven

Mondelinge poëzie was de belangrijkste kunstvorm van de bedoeïenen, en de wijze woorden van welbespraakte dichters werden door de woestijnnomaden zeer gewaardeerd. Behalve als kunstvorm werd poëzie ook gebruikt om kennis door te geven, want veel bedoeïenen waren analfabeet.

Dichters vertelden over de grote prestaties van hun voorouders, maar ze zorgden ook voor sociale controle door de bedoeïenen op te dragen aan welke regels ze zich moesten houden.

Beduïnen
© Mariam Hotel

De bedoeïenen plunderden erop los

Het plunderen van karavanen en andere stammen was een integraal onderdeel van de bedoeïenencultuur. De invallen bestonden meestal uit kleine aanvallen die snel uitgevoerd moesten worden, want de bedoeïenen vermeden grote militaire confrontaties. Hun belangrijkste doelwit was vee.

‘Ons beroep is het overvallen van onze vijanden, onze buren en zelfs onze eigen broeders,’ schreef de bedoeïenendichter al-Kutami.

De bedoeïenen streken neer in alle woestijnen

In de eeuwen en millennia daarna verspreidden de bedoeïenen – en hun grote kuddes geiten en kamelen – zich over vrijwel alle woestijngebieden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika – gebieden waar andere volkeren niet konden overleven.

De geharde bedoeïenen waren daarentegen steengoed in het optimaal benutten van de schaarse middelen in de woestijn, en vulden die soms aan met plunderingen van karavanen of andere bedoeïenenstammen.

Bedoeïn

De meeste bedoeïenen gaven in de 19e en 20e eeuw hun traditionele levensstijl op.

© Library of Congress

De bedoeïenen moesten zich aan regels houden

De nomadische levensstijl van de bedoeïenen werkte echter op de zenuwen van de heersers van het Midden-Oosten, die de nomaden maar moeilijk konden dwingen om belasting te betalen.

Daarom voerde het Ottomaanse rijk, waar het Midden-Oosten onder viel, in de 19e eeuw nieuwe wetten in. Daardoor werden andere etnische groepen naar de woestijn gedeporteerd en moesten veel bedoeïenen zich op vaste plaatsen vestigen.

‘Sindsdien hebben steeds meer bedoeïenen het traditionele leven opgegeven, en sinds de jaren 1950 woont de overgrote meerderheid in de grote steden van het Midden-Oosten. Nu proberen bedoeïenen hun tradities levend te houden middels culturele festivals en kampeertochten in de woestijn.