Het is 1761 en het haar van de Duitse prinses Catharina wappert in de wind terwijl ze met een vriendin aan het schommelen is. Er verschijnt een grote glimlach op haar gezicht als ze vertelt dat ze spoedig naar Rusland vertrekt om met Peter III te trouwen. ‘Ik heb gehoord dat hij beren als huisdier heeft. Misschien krijg ik er ook wel een’, zegt ze lachend.
Het lachen vergaat haar echter als ze in Sint-Petersburg haar verloofde ontmoet. ‘De bruiloft vindt plaats om 19.00 uur. Nu ga ik terug naar mijn hoeren’, zegt Peter na een blik op zijn nieuwe vrouw te hebben geworpen – en haar te hebben verteld dat ze stinkt. Even later voelt de aartsbisschop met twee vingers of Catharina nog wel maagd is. Zoals gewenst, krijgt ze een beer cadeau, maar haar geluk is van korte duur: Peter schiet de beer in een dronken bui dood.
Ze hoopt via Peter Rusland te moderniseren met verlichte ideeën, maar die hoop is hetzelfde lot beschoren als haar beer. Als Catharina iets wil veranderen, moet ze het zelf doen, en al snel plant ze een gedurfde coup, samen met ontevreden leden van het tsarenhof.