Wie waren de hertogen van Bourgondië?

In de Honderdjarige Oorlog hielp Bourgondië Engeland tegen de Fransen. Wie bestuurden dit hertogdom?

Toen Karel de Stoute zonder mannelijke opvolger stierf, viel zijn rijk uiteen.

Officieel viel het hertogdom Bourgondië ten tijde van de middeleeuwen onder de Franse koningen en de Rooms-Duitse keizers. In de praktijk was het zelfstandig.

De dynastie ontstond toen de Franse koning Jan II in 1363 Bourgondië aan zijn jongste zoon Filips gaf. Deze Filips de Stoute verwierf door een gunstig huwelijk ook nog Vlaanderen en Artesië. Ten tijde van zijn dood had hij zijn gebied uitgebreid tot een hertogdom en zes graafschappen.

Filips de Stoute werd opgevolgd door hertogen die er al even bedreven in waren om zich land en titels toe te eigenen. Vooral Filips de Goede wist Bourgondië aanzienlijk uit te breiden. Hij werd zo machtig dat hij niet meer bang hoefde te zijn voor de Franse koning. In de Honderdjarige Oorlog sloot hij zich zelfs aan bij de aartsvijand Engeland.

Bourgondië was goed op weg om een zelfstandige grootmacht in het hart van Europa te worden, toen de vierde hertog het aan de stok kreeg met de Zwitsers – en die bleken een maatje te groot. In twee jaar verloor Karel drie slagen tegen hen, en de nederlaag bij Nancy in 1477 kostte hem het leven. Omdat er geen mannelijke erfgenaam bleek te zijn, werd Bourgondië verdeeld tussen Frankrijk en Duitsland.

De hertogen lieten sporen na die nog zichtbaar zijn op de kaart: ze voegden een groot aantal provincies bijeen waaruit later Nederland en België zouden ontstaan.