Wereldoorlogen staken Europese monarchieën in brand

Het eind van de Eerste Wereldoorlog werd het begin van een lange tijd waarin rijken als dominostenen omver gingen – eerst viel het Ottomaanse Rijk uiteen, daarna was de Russische tsaar aan de beurt. Ook brokkelden gedurende de hele 20e eeuw Europese monarchieën met hun lange tradities weg.

De koning van het fascistische Kroatië trad in 1943 af.

© Vanzanten & Shutterstock

Duitse Rijk: Opvliegende keizer kwam naar Utrecht

Wilhelm II werd in 1888 op zijn 29e keizer en stond al snel bekend als een eigenwijs, zelfingenomen en driftig mannetje.

Vrijwel meteen ontdeed Wilhelm zich van de IJzeren Kanselier, Otto von Bismarck, die de ambities van de jonge monarch in de weg stond.

Na de verloren wereldoorlog (1914-1918) eisten de geallieerden het aftreden van de Duitse driftkikker, en zelfs zijn eigen volk was hem zat.

Toen de keizer het land moest ontvluchten, ging hij naar het neutrale Nederland, waar hij Huis Doorn in Utrecht betrok.

Hier hield hij zich onledig met jagen, archeologie en houthakken. Dat laatste deed hij met zo’n ijver dat er in de wijde omtrek van het kasteel geen boom meer overeind stond.

De ex-keizer hoopte in de jaren 1930 dat de nazi’s de Duitse monarchie in ere zouden herstellen, maar ze verboden juist alle monarchistische partijen.

Na de invasie in Nederland in 1940 schreef hij aan Hitler: ‘Ik hoop dat de Duitse monarchie onder uw leiderschap geheel hersteld zal worden.’

Hitlers reactie: ‘Wat een dwaas!’

Wilhelm stierf een jaar later op 82-jarige leeftijd en werd in Doorn bijgezet.

Daar ligt hij nog steeds, maar als Duitsland ooit weer een monarchie wordt, zal zijn lichaam conform zijn laatste wens daar herbegraven worden.

Oostenrijk-Hongarije: Keizer weet van geen wijken

Toen de Oostenrijks-Hongaarse keizer Frans Jozef I in 1916 stierf, oud en der dagen zat na 67 jaar aan de macht, kwam Karel I op de troon.

Hij had geen belangstelling voor politiek en volgens velen was hij een nitwit. Zo zei een van zijn ministers:

‘De keizer is 30, ziet eruit als 20 en gedraagt zich als iemand van 10.’

Na de Eerste Wereldoorlog ging Karel in ballingschap in Zwitserland, maar hij hield vast aan zijn titel.

Hij probeerde meermaals keizer van Hongarije te worden, en uiteindelijk waren de Britten hem zo zat dat ze hem en zijn gezin naar Madeira stuurden, waar hij in 1922 stierf.

Karels zoon Otto deed pas in 1961 afstand van de keizerstitel en mocht in 1966 Oostenrijk in.

Ottomaanse Rijk: Sultan zag zijn rijk verschrompelen

In 1918 werd de 57-jarige Mehmet VI sultan der Ottomanen.

Hij stond aan het hoofd van een wankelend rijk, dat grote gebieden moest afstaan aan de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog.

Toen een regering van Turkse nationalisten hem in 1922 afzette, vestigde Mehmet zich aan de Italiaanse Rivièra.

De sultan trouwde vijf keer. Hij was 24 bij zijn eerste en 60 bij zijn laatste bruiloft, maar de bruid was altijd 18 of 19. Mehmet stierf in 1926.

Het huidige hoofd van het Huis van Osman is 91 jaar oud, woont in New York en werkte in een bibliotheek. Hij heeft geen kinderen.

Mehmet VI bracht zijn ballingschap aan de Italiaanse Rivièra door.

© Library of Congress

Rusland: Rode revolutie kostte tsaar de kop

De onbezonnen Nicolaas II werd in 1894 tsaar van Rusland en joeg al snel het volk tegen zich in het harnas.

De nederlagen en hongersnoden van de Eerste Wereldoorlog leidden tot de revolutie van 1917, die hem de troon kostte.

Hij en zijn familie werden gedood, zodat er geen directe erfgenamen meer waren.

Verre verwanten strijden nog steeds om de niet-bestaande troon van Rusland.

Kroatië: Koning zette nooit voet in zijn land

In 1941 werd de Italiaanse prins Aimone uitgeroepen tot koning Tomislav II van Kroatië, een satellietstaat van Duitsland.

Hij moest de staat legitimiteit verschaffen, maar hij kwam er nooit uit vrees voor aanslagen.

Twee jaar later capituleerde Italië en deed Aimone afstand van de troon op verzoek van de Italiaanse koning. Hij stierf in 1948 in Zuid-Amerika.

Griekenland: Koning veroorzaakt staatsgreep

In 1965, een jaar na de kroning van Constantijn II tot koning der Grieken, leidde een strijd tussen hem en de premier over de zeggenschap over het leger tot het aftreden van de premier.

De situatie draaide uit op een militaire staatsgreep en de koning werd verbannen.

Na de val van de junta in 1974 bleef Griekenland tot teleurstelling van Constantijn een republiek.

Hij houdt echter vast aan zijn koningstitel en verkeert veel in Europese koninklijke kringen.

Italië: Steun aan Mussolini werd koning fataal

Victor Emanuel III werd koning van Italië in 1900. Zijn geringe statuur van 1,53 meter leverde hem veel bijnamen op.

Zo noemde Mussolini hem ‘sardientje’, en de Duitse keizer had het over ‘de dwerg’.

In het interbellum woedde een strijd tussen fascisten en communisten, en omdat de koning de fascisten steunde, kon Benito Mussolini premier worden.

Victor Emanuel moest echter toekijken hoe ‘Il Duce’ zich ontpopte tot een dictator en het land de oorlog in rommelde.

Pas in 1943 kon de koning hem laten oppakken met de woorden: ‘Beste leider, het is mooi geweest. U bent de meest gehate man van Italië.’

Maar Mussolini werd door de Duitsers bevrijd, en de koninklijke familie moest vluchten.

Om de monarchie te redden, die besmet was door het fascisme, gaf de koning het stokje over aan zijn zoon Umberto II, maar vergeefs.

Een maand later werd Italië na een referendum een republiek, en Victor Emanuel stierf in ballingschap.

Het Huis Savoye claimt nog steeds de troon. In 2007 wilde Umberto’s zoon een schadevergoeding van de Italiaanse staat voor de ballingschap, maar de president sneerde dat Italië wel geld kon eisen van de Savoyes voor de samenwerking met Mussolini.

Bulgarije: Communisten zetten de tsaar af

In 1946 werd Bulgarije uitgeroepen tot communistische republiek, en de 9-jarige tsaar Simeon II en zijn familie gingen in ballingschap.

Simeon werd zakenman in de VS, maar deed nooit afstand van de troon en vaardigde een aantal proclamaties uit.

Na de val van de Muur keerde hij terug. In 2001 werd hij tot premier gekozen, maar zijn partij verloor vier jaar later.

Simeon trad af als partijleider, maar bleef in de politiek.

Hij resideert in het paleis Vrana in Sofia, en wordt nog steeds ‘koning van Bulgarije’ genoemd.

Joegoslavië: **11 dagen op de troon**

In 1941 viel nazi-Duitsland Joegoslavië binnen, en de jonge koning Peter II, die nog maar 11 dagen regeerde, vluchtte naar Groot-Brittannië.

Na de oorlog werd Joegoslavië een communistische republiek onder dictator Tito.

Hij ontnam de koninklijke familie het staatsburgerschap, en Peter vertrok met vrouw en zoon naar de VS.

Hij had heimwee en raakte aan de drank, zijn vrouw werd depressief en zijn zoon Alexander groeide op bij zijn oma.

Het koninklijk paar leefde van giften van ex-landgenoten in ballingschap. In 1967 vond Peter werk bij een bank, maar drie jaar later overleed hij tijdens een levertransplantatie, 47 jaar oud.

In 1992 viel Joegoslavië uiteen en kwam er een einde aan de volksrepubliek.

Peters zoon Alexander beschouwt zichzelf nog steeds als koning van Servië, maar hij gebruikt de titel ‘kroonprins’.

In 2001 betrok hij met zijn gezin het oude koninklijk paleis in Belgrado, en hij wacht geduldig af tot het volk de monarchie in ere herstelt.