Shutterstock
Prins Andrew

Waarom zijn koninklijke titels belangrijk?

Ooit gaven koninklijke titels toegang tot de hoogste echelons van de macht. Nu zijn ze vooral symbolisch, maar ze zijn nog steeds van belang voor de leden van koninklijke families.

Gedurende het grootste deel van de geschiedenis regeerden vorsten ‘bij de gratie Gods’ en werden ze beschouwd als Gods vertegenwoordigers op aarde. Dat hield in dat koningen vrijwel onbeperkte zeggenschap hadden over hun onderdanen.

De door God gegeven macht en bijbehorende privileges golden niet alleen voor de koning, maar ook voor zijn familie. Een koninklijke titel gaf toegang tot de hoogste echelons van de macht en was dus felbegeerd.

Met de invoering van democratie in de meeste Europese landen werden koninklijke titels een formaliteit en raakten de families hun politieke invloed grotendeels kwijt, maar de titels bieden nog wel voordelen.

Zo zijn leden van de koninklijke familie vaak uitgezonderd van bepaalde wetten of van de verplichting tot belastingbetaling, en krijgen ze in veel landen een toelage van de staat.

Prins Andrew

Prins Andrew raakte in januari 2022 zijn beschermheerschappen en militaire titels kwijt na beschuldigingen van seksueel wangedrag.

© Shutterstock

Kleinkinderen raken titels kwijt

Iemand die zijn koninklijke titel verliest, kan bovendien ook zijn militaire rang of beschermheerschappen kwijtraken, en die zijn van groot symbolisch belang. Dat overkwam de Britse prins Andrew toen hem in januari 2022 zijn titels werden afgenomen na beschuldigingen van seksueel wangedrag.

En in september 2022 veroorzaakte de Deense koningin Margrethe II ophef door de titels van prins en prinses af te nemen van de kinderen van haar jongste zoon prins Joachim. De vorstin sprak van het ‘toekomstbestendig maken van de monarchie’.

Iets vergelijkbaars deed de Zweedse koning Carl XVI Gustaf toen hij in 2019 bekendmaakte dat vijf van zijn kleinkinderen niet meer als ‘koninklijke hoogheid’ door het leven zouden gaan.