Jane Grey wankelt stomverbaasd achteruit als ze beseft wat er gaat gebeuren. Voor haar knielt de machtigste man van Engeland, sir John Dudley.
Dudley is Janes schoonvader, hertog van Northumberland en regent van Engeland – al meer dan drie jaar heerst hij namens de zieke kindkoning Eduard VI over Engeland.
Op weg naar het koninklijk paleis in Greenwich, buiten Londen, dacht Jane in haar onschuld nog dat ze uitgenodigd was om afscheid te nemen van de stervende koning. Maar nu staat ze oog in oog met de machtigste mannen van Engeland, onder leiding van haar schoonvader. Een voor een knielen ze voor haar en zweren ze haar trouw.
Jane realiseert zich dat de koning gestorven is en dat zij – een ver familielid – de nieuwe heerser van Engeland wordt.
Als ze haar gedachten weer een beetje op een rijtje heeft, zegt ze met trillende stem:
‘De kroon is niet van mij. Ik wil hem niet.’
‘Lady Mary is de rechtmatige troonopvolger,’ houdt ze vol, verwijzend naar de halfzus van de overleden koning.
Maar de beslissing staat vast. Dudley houdt vast aan zijn gewaagde plan om zijn schoondochter aan de macht te helpen en van zijn familie het nieuwe koninklijk huis van Engeland te maken.
Hij heeft zijn boodschappers er al op uit gestuurd om te verkondigen dat op deze dag, 9 juli 1553, de troon voor het eerst in de Engelse geschiedenis in handen is van een vrouw.
Dudley staat op het punt zijn macht te verliezen
Dudley had zes maanden aan zijn plan gewerkt – vanaf februari 1553. Als hoofdadviseur van de jonge en ziekelijke Eduard VI wist hij dat de koning vóór het einde van het jaar zou sterven aan een ernstige longziekte – waarschijnlijk tuberculose of longontsteking.
En zijn dood was een kans die Dudley niet aan zich voorbij kon laten gaan: de kans om de Dudleys tot de nieuwe koninklijke familie van het land te maken.
De regent moest snel handelen. Toen koning Eduard stierf, waren zijn twee halfzussen de troonopvolgers – en deze zussen hadden een pesthekel aan Dudley. Welke zus de macht ook kreeg, de regent zou alles verliezen.
Hij moest dus snel een andere troonopvolger vinden, en Jane Grey voldeed aan alle eisen van Dudley.
Als kleindochter van de zus van Hendrik VIII was zij de achternicht van koning Eduard, en bovendien: de tiener zou de troonopvolger zijn als de zussen van de koning uit de gratie zouden raken. En dat was precies waar Dudley in februari 1553 voor zorgde.
In het testament van Hendrik VIII stond duidelijk dat, als Eduard stierf, eerst Maria en daarna Elizabeth de troon zou erven. Maar het testament was negen jaar eerder opgesteld en intussen was er veel gebeurd.
De twee zussen waren namelijk tot buitenechtelijke kinderen of bastaarden verklaard, omdat ze respectievelijk de dochter waren van Catharina van Aragon, de eerste vrouw van Hendrik VIII, van wie hij gescheiden was, en zijn tweede vrouw, Anna Boleyn, die werd geëxecuteerd wegens overspel.
Dudley steunde de steeds zwakkere koning Eduard, ook toen deze eiste dat de katholieke Maria nooit zijn opvolger mocht worden; anders zouden alle inspanningen van zijn vader om Engeland uit de klauwen van de paus te redden tevergeefs zijn geweest. Maria zou het katholicisme herstellen en de protestantse kerk verbieden.
De strategische Dudley kwam toen met een oplossing voor dit probleem: een wijziging in het erfrecht, zodat buitenechtelijke kinderen niets konden erven. Het was een gewaagde zet, omdat het niet alleen de katholieke Maria op een zijspoor zette, maar ook voorkwam dat de protestantse Elizabeth op de troon kwam.
De minderjarige en zieke koning vertrouwde volledig op Dudley en ging akkoord met het plan.
In het testament van de koning kwam te staan dat de troon zou gaan naar ‘de mannelijke erfgenamen van Lady Jane’.
Als de zoon van Dudley een zoon zou krijgen met Jane, zou zijn kleinkind de eerste Dudley op de Engelse troon worden.
Gedwongen huwelijk zet plan in werking
Drie maanden later werd de 15-jarige Jane Grey gedwongen om te trouwen met Guildford, de op één na jongste zoon van de regent.
Ook de familie van Jane drong aan op een huwelijk, omdat ze hiermee hun banden konden versterken met een van de machtigste families van Engeland – de Dudleys.
In allerijl werd een bruiloft georganiseerd – er was niet eens tijd om een jurk te maken voor de jonge bruid, ze moest er een lenen. Direct na de ceremonie moest de bruidegom ervoor zorgen dat zijn vrouw zo snel mogelijk zwanger werd – en zodra hun zoon geboren werd, zou Dudley de machtigste man van Engeland blijven.
Het plan had echter twee zwakke punten: in de 16e eeuw duurde een zwangerschap ook ongeveer negen maanden, en het was allesbehalve zeker dat Jane een zoon zou krijgen. Er moest iets gedaan worden.
Toen Eduards gezondheid in juni verder verslechterde en Jane nog steeds niet zwanger was, kwam Dudley in actie. De regent dwong de koning om zijn testament nog een keer te wijzigen. Met één verwijdering en twee toevoegingen werd ‘de mannelijke erfgenamen van Lady Jane’ veranderd in ‘Lady Jane en haar mannelijke erfgenamen’.
Dudleys plan was gelukt. Jane had haar achternichten ingehaald. Als de zieke koning stierf, zou het tienermeisje hem opvolgen.
Een paar weken later blies Eduard zijn laatste adem uit, maar Dudley hield het nieuws geheim, terwijl hij de andere adviseurs van de koning onder druk zette om Jane als nieuwe koningin van Engeland te accepteren. Maria wist nog steeds van niets, terwijl Dudley haar arrestatie voorbereidde.
Toen de dood van de koning uiteindelijk bekend werd gemaakt en Jane aangewezen werd als troonopvolger, reageerde de bevolking anders dan de regent had gedacht. Zij hadden verwacht dat Maria de troon zou erven en het katholieke geloof, dat nog steeds de meeste aanhangers had, zou herstellen.
Ook wist bijna niemand wie Lady Jane Grey was. De koning van Spanje en de Rooms-Duitse keizer moesten zelfs een stamboom opvragen om te zien hoe nauw koningin Jane verwant was met de koningen van Tudor.
Zodra Jane was benoemd tot troonopvolger, werd ze naar de Tower of London gebracht.
Hier moest de tiener blijven totdat ze gekroond werd. Jane merkte echter al snel dat de Tower een gouden kooi was, en dat Dudley niet van plan was haar te laten regeren.
Toen de schatmeester naar het hof kwam om de maten op te nemen voor de kroon van de nieuwe koningin, versprak hij zich. In een van haar nagelaten brieven schrijft Jane dat hij vertelde dat ‘er ook een kroon gemaakt werd voor mijn man, de koning’.
Tot ieders verbazing ontstond er een hevige ruzie tussen Jane en haar man over de vraag of het gepast was dat de man van de koningin de titel ‘koning’ zou krijgen.
Dudleys staatsgreep mislukt
Jane was niet de enige die bang was voor de ambitieuze Dudley. Een groot deel van de Engelse bevolking deelde haar zorgen. Met de dag werden ze de nieuwe koningin en haar op macht beluste echtgenoot en schoonvader vijandiger gezind.
Tegelijkertijd wist Maria te ontsnappen aan de soldaten die Dudley had gestuurd om haar te arresteren.
Als tegenzet riep zij zichzelf uit tot de nieuwe koningin van Engeland en vroeg de adel om haar aanspraak op de troon te steunen – en dat deden de edelen massaal.
Niet veel later trokken 10.000 opstandige soldaten op richting Londen. Maria’s aanhangers waren niet te stoppen en naarmate ze steeds meer van hun tegenstanders versloegen, kozen de koninklijke adviseurs eieren voor hun geld. Ze hadden de kandidatuur van Jane gesteund, maar nu kozen ze toch liever voor Maria.
Dudleys goed geplande staatsgreep viel in duigen. De regent verzamelde een leger van 3000 man om de opstandelingen te verslaan, maar toen hij geconfronteerd werd met de enorme overmacht van Maria, trok hij zich terug.
Toen het nieuws op 18 juli de hoofdstad bereikte, kregen ook de laatste edelen spijt van hun steun aan Jane. Maria nam de stad in en de tienerkoningin werd gearresteerd en opgesloten in de Tower. Jane was slechts negen dagen aan de macht.
Maria wil Jane sparen
In eerste instantie wilde Maria haar jonge rivale niet straffen.
Ze zag Jane als een naïef, jong meisjes dat verstrikt was geraakt in het machtsspel van ambitieuze mannen. Sir John Dudley werd veroordeeld en geëxecuteerd wegens hoogverraad.
Jane en haar echtgenoot Guildford erkenden schuld en werden ter dood veroordeeld, maar op verzoek van koningin Maria werd het echtpaar opgesloten in de Tower of London. Een paar maanden later – in januari 1554 – veranderde de situatie.
Janes stiefvader sloot zich aan bij een protestantse opstand. Hun doel was om de katholieke Maria af te zetten en haar protestantse zus Elizabeth op de troon te krijgen.
De opstand bereikte de hoofdstad en vanuit de Tower moet Jane de gevechten op straat hebben kunnen zien. Als de protestanten hadden gewonnen, zou Jane zijn vrijgelaten. Maar de troepen van Maria wonnen, en de koningin besefte dat Jane een boegbeeld kon worden voor protestantse rebellen en dus een bedreiging voor haar regime.
Met tegenzin liet ze Jane executeren.
Toen de tiener naar het schavot werd gebracht, leek ze in niets meer op de standvastige koningin die tegen haar man en schoonvader was ingegaan. Ze was een klein, bang meisje.
Ze deed een blinddoek voor haar ogen, maar toen de beul haar vroeg om haar hoofd op het hakblok te leggen, riep ze vertwijfeld:
‘Waar is dat? Wat moet ik doen?’
Een bewaker legde haar hoofd op het hakblok en even later deed de beul zijn werk.