De nachtportier van Buckingham Palace, William Cox, weet niet wat hem overkomt als hij om 5 uur ’s ochtends ineens oog in oog staat met een smerige figuur. Op 14 december 1838 staat Cox op het punt de prachtige marmerzaal binnen te gaan als hij de met roet besmeurde vreemdeling door de glazen deur ziet.
Net als Cox zet de figuur eventjes grote ogen op, maar dan verschijnt er een brede grijns op zijn gezicht, waarna de ongenode gast achter de zuilen verdwijnt. De 19-jarige koningin Victoria is gelukkig niet thuis, en hoewel de majesteit dus niet in gevaar is, zet Cox de achtervolging in.
Een van de merkwaardigste hoofdstukken uit de Britse koninklijke geschiedenis is begonnen.

Buckingham Palace werd pas de koninklijke residentie toen koningin Victoria het in 1837 betrok.
In de marmerzaal vindt Cox een portret van de vorstin met roetvlekken. Eronder ligt een brief aan de majesteit. De inbreker heeft die blijkbaar geopend en gelezen.
Cox alarmeert de bewakers van het paleis. Plotseling zien ze iemand bewegen achter een van de zuilen in de zaal. De inbreker, die nog steeds onder het roet zit, komt weer breed glimlachend tevoorschijn.
Hij kruipt door een raam naar buiten en rent door de paleistuin. De bewakers gaan hem achterna en krijgen hem uiteindelijk te pakken. Als ze de vreemdeling, die Edward Jones blijkt te heten, fouilleren, vinden ze een aantal onderbroeken van de koningin in zijn zakken.
11 maanden verstopt in het paleis
Jones was niet de eerste die Buckingham Palace was binnengedrongen nadat de jonge, mooie Victoria in 1837 was gekroond. De beveiliging stelde weinig voor, en vijf maanden eerder hadden bewakers een doezelende man vlak bij de koninklijke slaapkamer aangetroffen.

Victoria was pas 18 toen ze de troon van Groot-Brittannië van haar grootvader erfde.
De bewakers keken vaak te diep in het glaasje en vielen dan tijdens het werk in slaap. Omdat de muren ook niet bijster hoog waren, gebeurde het regelmatig dat er een zwerver naar binnen klom en in de tuin ging liggen slapen.
Edward Jones hoefde niet eens over de muur te klimmen: hij was gewoon langs de bewakers door de hoofdingang geslopen en op verkenning gegaan in de ruim 700 vertrekken.
Naar eigen zeggen had Jones 11 maanden doorgebracht op Buckingham Palace. Overdag had hij zich achter de meubels verstopt, ’s nachts kroop hij in een haard. Daarom was hij met roet besmeurd toen hij in de kraag gevat werd.
Dit vertelde Edward Jones allemaal tijdens het proces tegen hem in de rechtbank Guildhall in Londen op 28 december 1838. De pers smulde van het verhaal van de koninklijke stalker. Hij werd in de kranten aangeduid als ‘Boy Jones’.

Jones brak vier keer in
Buckingham Palace was bar slecht beveiligd, en het kostte Edward Jones geen enkele moeite om binnen te komen. Tussen december 1838 en maart 1841 drong hij vier keer het koninklijk paleis binnen.
1. Marmerzaal
Bewakers grepen Edward ‘Boy’ Jones voor het eerst op 14 december 1838, toen nachtportier Cox hem in de 40 meter lange marmerzaal tegen het lijf liep. Maar Jones liet zich niet afschrikken en kwam nog drie keer terug.
2. Paleistuin
Op 1 december 1840 klom Jones over de oostelijke muur van de paleistuin. Via een open raam drong hij de koninklijke vertrekken binnen. Omdat er veel gasten waren, ging Jones snel weer weg – zonder ontdekt te worden.
3. Troonzaal
Op 2 december 1840 kroop Jones door een raam van het personeelsgedeelte en stal hij wat eten. Hij overnachtte en nam de volgende dag plaats op Victoria’s troon. ’s Avonds werd hij aangetroffen onder een bankstel.
4. Portrettengalerij
Jones’ laatste inbraak vond plaats op 16 maart 1841. De beveiliging was aangescherpt, en een van de nieuwe bewakers kreeg hem te pakken in de portrettengalerij. Jones had zijn zakken vol vlees en aardappelen.
Tijdens de rechtszaak werd niet vermeld dat Jones zijn zakken vol onderbroeken van de koningin had gehad. Het hof was bang voor een schandaal als het bekend werd dat een tiener in de koninklijke ondergoedla had gerommeld. Daarom noemde geen van de getuigen de opmerkelijke vondst in de rechtszaal.
Omdat de jonge stalker Buckingham Palace niet was binnengedrongen met de bedoeling iets te stelen, werd hij vrijgesproken.
‘Je handelingen zijn ingegeven door domme brutaliteit, en ik hoop dat een herhaling uitblijft,’ sprak de rechter hem vermanend toe.
‘Bedankt, sir,’ antwoordde Edward Jones, en hij wandelde naar buiten.
Verstopt in Victoria’s kamer
Boy Jones trok zich echter niets aan van de woorden van de rechter. Bijna twee jaar later, op 1 en 2 december 1840, bracht de stalker opnieuw een bezoekje aan de vertrekken van Victoria. Op de tweede dag werd hij onder een bankstel in de koninklijke kleedkamer aangetroffen.

Volgens de tiener Jones wilde hij Victoria en prins Albert bespioneren om een boek over hen te schrijven.
Toen de koningin de volgende dag werd bijgepraat door haar man, prins Albert, schreef ze geschokt in haar dagboek:
‘Stel je voor dat hij mijn slaapkamer was binnengedrongen. Hoe vreselijk zou ik dan niet zijn geschrokken?’
Tijdens het nieuwe proces vertelde Boy Jones dat hij met zijn smerige achterste op de troon van Victoria had gezeten. Deze keer kwam hij er niet met een waarschuwing vanaf. Jones werd schuldig bevonden aan landloperij en veroordeeld tot drie maanden dwangarbeid in de tredmolen in het Tothill Fields House of Corrections.
Zelfs dat bracht Jones niet tot inkeer. Al een paar weken na zijn vrijlating in maart 1841 brak hij weer in in Buckingham Palace – deze keer naar verluidt om onderzoek te doen voor een boek dat hij over de koningin en haar echtgenoot wilde schrijven.
Edward Jones was de Britse premier lord Melbourne inmiddels een doorn in het oog. De stalker bracht telkens het falen van de regering bij het opvoeren van de beveiliging pijnlijk aan het licht.
Daarom kidnapten twee medewerkers van het ministerie van Binnenlandse Zaken de plaaggeest en zetten ze hem op een marineschip.
Voor straf moest Edward Jones samen met de andere gevangen 8 tot 10 uur per dag in een tredmolen lopen.
Het leven als zeeman beviel Jones echter niet, en al in oktober 1842 maakte hij zich uit de voeten toen het schip in de haven van Portsmouth lag. Hiervandaan liep hij 120 kilometer naar Londen – rechtstreeks naar Buckingham Palace. Deze keer werd hij al gesnapt voordat hij bij de ingang was.
Jones eindigt in Australië
Dat was het laatste bezoek dat de koningin van Boy Jones kreeg. De stalker voer in de decennia daarna op verschillende marineschepen en emigreerde uiteindelijk naar Perth in Australië. Hij veranderde zijn naam in Thomas Jones en ging aan de slag als stadsomroeper.
In 1893 stierf Jones op zijn 69e toen hij in een dronken bui van een brug viel en zijn nek brak.