Een Engelse ridder geeft zijn paard de sporen, laat zijn lans zakken en galoppeert recht op de Schotse koning Robert the Bruce af. Die is te druk bezig met het opstellen van zijn troepen om te merken dat de vijand in aantocht is.
Als Robert de ridder ontdekt, is het te laat om te vluchten. Hij moet het gevecht wel aangaan, al heeft de koning slechts een bijl en is zijn paard niet sterk.
Op deze ochtend in juni 1314 treffen de Schotten en Engelsen elkaar bij het riviertje de Bannockburn, 60 kilometer ten noordwesten van Edinburgh. Als Robert the Bruce al sneuvelt voordat de veldslag begint, zal het Schotse leger uit elkaar vallen en kunnen de Schotten hun vrijheid op hun buik schrijven.
De koning rijdt onbevreesd op de ridder af, die in razende vaart dichterbij komt.

Het duel tussen Robert the Bruce met zijn bijl en de Engelse ridder Henry de Bohun was eeuwenlang een geliefd onderwerp voor Britse schilders.
Vlak voordat de Engelsman Robert the Bruce kan doorboren, stuurt de koning behendig zijn paard opzij, waardoor de lans doel mist. De Schotse vorst gaat staan in de stijgbeugels, zwaait met zijn bijl en haalt uit naar de helm van zijn tegenstander wanneer die langsraast.
De bijl doorklieft de helm en de schedel van de Engelse ridder. Nu kan Robert zijn aandacht weer richten op de veldslag die zijn toekomst zal bepalen. De Schotse koning heeft al zijn tactische inzicht nodig, want het ziet er niet best voor hem uit: de Engelsen hebben meer dan twee keer zo veel troepen als hij, en zelfs zijn eigen vrouw twijfelt aan zijn kansen.
Twee families strijden om de macht
Voordat hij de Engelsen zou treffen in de beslissende Slag bij Bannockburn, had Robert the Bruce echter al veel meegemaakt. Zijn verhaal begon al in 1286, toen hij nog maar 12 was en de troon nog ver weg was.
In die tijd streden Schotse edelen om het koningschap. De koning was dat jaar kinderloos gestorven, en de grootvader van Robert the Bruce, de graaf van Carrick, beweerde dat de vader van de vorst hem de troon had toegezegd.

Forensisch onderzoekers reconstrueerden een tijdje geleden het gezicht van Robert the Bruce.
Daar wilde zijn rivaal John Balliol niets van weten. Net als de graaf van Carrick kon hij zijn stamboom terugvoeren tot een vroegere koning.
Om een burgeroorlog te voorkomen, verzochten de Schotten in 1292 traditiegetrouw hun buurman, Eduard I, te bemiddelen. Maar de Engelse koning trok zijn eigen plan.
Eduard liet weten dat de kandidaat die hij koos ondergeschikt zou zijn aan hem. De graaf van Carrick en John Balliol gingen akkoord, en op 17 november 1292 verklaarde Eduard dat Balliol het werd.
Zijn koningschap was echter van korte duur. Al in 1296 zag Balliol zijn kans schoon om in opstand te komen tegen de Engelsen, die in oorlog waren met Frankrijk. Toen Eduard I ‘Longshanks’ troepen naar Schotland stuurde, werd Balliol verslagen bij Dunbar en ging hij in ballingschap.
Nu hoopte de graaf van Carrick de troon over te nemen, maar hij kreeg een kribbig antwoord van Eduard:
‘Heb ik niets beters te doen dan tronen voor je te veroveren?’

In 1996 werd een Schots schrijn uit de middeleeuwen met een hart erin onderzocht, maar of het van Robert the Bruce is, is niet bekend.
Koning werd pas Braveheart na zijn dood
Als je Mel Gibsons film Braveheart hebt gezien, is het vast een verrassing voor je dat William Wallace nooit de bijnaam ‘Braveheart’ heeft gehad. Robert the Bruce was de enige die hem verdiende.
Toen de 54-jarige Robert the Bruce in 1329 op zijn sterfbed lag, kon hij terugkijken op een rijk leven met grootse prestaties. De paus had hem zelfs weer toegelaten in de kerk. Maar van één gebroken belofte had hij spijt: hij had gezworen op kruistocht te gaan om voor God te vechten, en dat was hem niet gelukt
Voordat zijn lijf het opgaf, droeg de koning echter zijn ridders op om met zijn hart op zak een heilige oorlog uit te vechten. Omdat er geen kruistocht gaande was, trokken sir James Douglas en een aantal andere ridders het jaar daarop naar Spanje om tegen de islamitische Moren te vechten.
Volgens de legende stormde sir Douglas op een sterk islamitisch leger af en slingerde hij het kistje met het hart van de koning naar de vijand, terwijl hij riep:
‘Onwards Braveheart, Douglas shall follow thee or die!’ – Ga voorop, dapper hart, Douglas volgt u of sterft.
Sir Douglas sneuvelde, maar het hart van de koning keerde terug naar Schotland.
Voortaan zou Schotland onder Engels gezag staan. In alle kastelen werd een Engels garnizoen gestationeerd, en magistraten namen het landsbestuur over. Elke Schotse edelman moest trouw zweren aan Eduard I – inclusief de jonge Robert the Bruce toen die het landgoed van zijn familie in het zuiden van Schotland en het noorden van Engeland erfde.
William Wallace komt in opstand
Als de Engelse koning had gedacht dat het rustig zou blijven in Schotland, kwam hij van een koude kermis thuis. Zijn vertegenwoordigers voerden zo’n schrikbewind dat ze de bevolking tegen zich in het harnas joegen, en in mei 1297 brak er een nieuwe opstand uit, deze keer onder leiding van de legendarische William Wallace, een ridderzoon uit de lagere Schotse adel.
Maar zonder steun van de hoge adel was de opstand van Wallace gedoemd te mislukken. Op de jonge Robert the Bruce kon hij aanvankelijk evenmin rekenen: die had aan Engelse zijde tegen John Balliol gevochten in de hoop dat hij als dank ooit zelf koning van Schotland zou worden.

William Wallace versloeg in 1297 de Engelsen bij Stirling Bridge. Maar hij overleefde de eerste Schotse onafhankelijkheidsoorlog niet.
Toen de Engelse koning Robert naar Schotland stuurde om een burcht te heroveren op de rebellen, deserteerde hij echter met de woorden:
‘Ik moet de kant kiezen van mijn eigen volk en de natie van mijn geboorte.’
Naast Robert steunden echter weinig edelen de strijd van Wallace. Negen van de 13 Schotse graven bezaten ook land in Engeland en beseften donders goed dat ze dat zouden kwijtraken als ze tegen de Engelse koning gingen vechten en erin slaagden Schotse onafhankelijkheid af te dwingen.
Na een aantal veelbelovende zeges op sterke Engelse legers bedachten veel hoge Schotse edelen zich echter. Eind 1297 kreeg William Wallace het bevel over de Schotse troepen.
Maar in de lente van 1298 stak Eduard I de Schotse grens over aan het hoofd van een enorm leger.
Bij het zien van die overmacht – en het horen van de belofte van meer land – trokken de edelen hun steun aan de rebellen weer in. Dit kostte William Wallace veel van zijn beste soldaten, en in juli 1298 werd de opstand neergeslagen bij Falkirk.
Robert the Bruce kiest weer de andere kant
William Wallace bracht het er ternauwernood levend van af, maar zijn dagen als rebellenleider in Schotland waren geteld.

Mel Gibsons film werd afgebrand door historici, maar won in 1996 vijf Oscars, waaronder die voor beste film.
Film ‘Braveheart’ zit vol verzinsels
Miljoenen mensen zagen de avondvullende film Braveheart van Mel Gibson. Hoewel de belangstelling voor de Schotse geschiedenis opbloeide, werd de lange vrijheidsstrijd van het land vertekend weergegeven.
Robert the Bruce verraadde Wallace niet
In de film verraadt Robert the Bruce de held William Wallace tijdens de beslissende Slag bij Falkirk. Maar de bronnen vermelden welke ridders en edelen aanwezig waren, en Robert the Bruce wordt niet genoemd. Het klopt echter wel dat Robert een aantal keer van kant wisselde tijdens de oorlog tegen de Engelsen, maar er is geen bewijs dat hij dat deed toen William Wallace de Schotse opstand leidde.
Wallace veroverde geen Engelse steden
In Braveheart bestormen William Wallace en zijn Schotten York en sturen ze het afgehakte hoofd van de plaatselijke sheriff naar de Engelse koning, maar dat is een verzinsel. Wallace viel Noord-Engeland wel aan, maar plunderde alleen kleinere plaatsen. Pas toen Robert the Bruce koning werd, vielen grotere steden als Berwick.
Oorlog eindigde niet met zege bij Bannockburn
Ook het einde van zijn film heeft Mel Gibson uit zijn duim gezogen: William Wallace wordt doodgemarteld en Eduard sterft, al overleed de Engelse koning in het echt pas twee jaar later, in 1307. Hierna zien we de Schotten onder leiding van Robert the Bruce de Engelsen bestormen bij Bannockburn en winnen ze hun vrijheid. De Slag bij Bannockburn vond plaats in 1314, en hoewel de Schotten wonnen, moesten ze nog 14 jaar vechten onder Robert the Bruce voordat hun land zelfstandig werd.
De Schotse adel koos ervoor de twee belangrijkste kandidaten voor de troon te benoemen tot ‘Beschermheer van Schotland’: Robert the Bruce en John Comyn, wiens familie de afgezette koning John Balloil had gesteund.
Al snel kreeg Robert the Bruce door dat de adel niet van plan was zijn claim op de troon te steunen. De edelen wilden John Balliol terug. Daarom koos Robert in 1302 opnieuw partij voor de Engelsen.
Maar hoewel Robert the Bruce voor de buitenwereld Eduard I steunde, smeedde hij achter de rug van de koning en de Schotse adel plannen. In het geheim vergaarde hij steun voor een grootschalige opstand, aangevoerd door hemzelf.
In 1305 kreeg Robert zelfs zijn rivaal Comyn zo ver zich achter hem te scharen – in ruil voor al het land van de familie van Robert wanneer hij gekroond werd.
Korte tijd later stelde Comyn echter de Engelse koning op de hoogte van de plannen, waarna Robert halsoverkop het hof moest verlaten.

De moord op John Comyn was wreed. Eerst stak Robert the Bruce zijn rivaal neer met een mes, waarna een groepje mannen Comyn onthoofdde.
Een jaar later nam Robert the Bruce wraak: hij lokte Comyn naar een ontmoeting in de kerk in Dumfries, niet ver van de Engelse grens. Op gewijde grond trok Robert zijn mes en stak hij zijn rivaal neer. Voor de paus was dit aanleiding Robert in de ban te doen.
Kersverse vorst moet vluchten
Zes weken na de moord op Comyn liet Robert the Bruce zich tot koning van Schotland kronen. De lokale kerk steunde hem, maar de adel was nog verdeeld. Vooral de bondgenoten van Comyn zonnen op wraak.
Intussen was er een Engels leger onderweg, en Eduard I verklaarde Robert vogelvrij en nam zijn Engelse bezittingen in beslag.
De kersverse koning der Schotten ging meteen in het offensief, en in juni 1306 kwam hij met een leger van 4500 man naar Perth. 3000 Engelse troepen verdedigden de stadsmuren.
De belegering draaide uit op een afgang. Robert the Bruce riep de Engelsen op de ongeschreven ridderwetten te volgen en open en bloot een veldslag uit te vechten, maar om tijd te winnen antwoordden de Engelsen dat het te donker was en dat ze de volgende dag zouden vechten.
De Schotse koning sloeg zijn kamp op voor de nacht.

De meeste gevechten tussen Robert the Bruce en de Engelsen vonden plaats bij Edinburgh, waar Schotland op z’n smalst is.
Als Robert the Bruce had geweten dat Eduard hem vogelvrij had verklaard, had hij vermoedelijk wel drie keer nagedacht.
Tegen een vogelvrije mocht je liegen, en dat had de Engelse bevelhebber gedaan. Midden in de nacht bestormden de Engelsen het Schotse kamp.
In de chaotische strijd raakte Robert the Bruce drie paarden kwijt, maar hij werd telkens gered door zijn mannen
De Schotten waren in de meerderheid, maar de Engelsen hadden hen verrast en wisten de vijand te omsingelen. Op het laatste moment sloegen enkele van Roberts ridders een bres in de omsingeling, waardoor de koning kon ontsnappen.
Robert bracht het er levend van af, maar zijn leger werd in de pan gehakt. De Schotse koning moest onderduiken.
Koning Zomer wordt bespot
De Engelsen noemden Robert the Bruce honend ‘Koning Zomer’ omdat hij maar zo kort had geregeerd. Overal op de Britse Eilanden waren spotverzen te horen.
‘Nu heeft Koning Zomer zich verschanst op de hei – naar de stad wil hij niet komen,’ luidde een ervan.

Volgens een legende verstopte Robert the Bruce zich in een grot en zag hij daar een spin die een web probeerde te maken. Pas bij de zesde poging lukte dat, wat de koning ertoe inspireerde de moed niet op te geven.
Robert the Bruce had al snel door dat hij ook op de Schotse hei niet veilig was. Toen hij probeerde zijn vrouw en dochter naar zijn zus in het veilige Noorwegen te sturen, werden ze gevangengenomen door de Engelsen. Zijn jongste broer werd gemarteld en gedood.
In de winter van 1306-1307 nam Robert de wijk naar de Hebriden ten westen van het Schotse vasteland, samen met enkele trouwe bondgenoten en zijn drie nog levende broers. Volgens de legende leefden ze in grotten terwijl Robert een nieuw leger op de been bracht om de Engelsen te verslaan.
De volgende lente deed hij een poging, maar de veldtocht begon met een persoonlijke tragedie: twee broers van Robert, Alexander en Thomas, verloren een gevecht met een Schotse clan die de familie Comyn steunde. Beide broers werden uit wraak gedood.
Ook Roberts poging om soldaten te werven mislukte. Toen de Schotse koning terugkeerde op het vasteland, had hij maar 600 infanteristen. En die kwamen tegenover 3000 Engelse ridders te staan.

Noorse koningin stuurde troepen naar haar broer
Toen zich in de zomer van 1306 donkere wolken samenpakten boven Robert the Bruce, probeerde hij zijn vrouw en dochter naar het veilige Noorwegen te sturen.
Hij koos voor dat land omdat daar zijn zus woonde: koningin-weduwe Isabel (1272-1358).
Isabel was in 1292 naar Noorwegen gekomen om te trouwen met koning Erik II. Tot aan zijn dood zeven jaar later was ze een van zijn belangrijkste adviseurs.
Ook als weduwe bleef Isabel aan de touwtjes trekken. Ze woonde officiële bijeenkomsten bij en lijkt een actieve rol te hebben gespeeld in de Noorse politiek.
Isabel keerde nooit terug naar Schotland, maar stuurde wel soldaten om voor Robert the Bruce te vechten. Wie precies is niet bekend, maar omdat de eilandengroepen Orkney en Shetland ten noorden van Schotland tot 1470 onder Noors gezag vielen, ligt het voor de hand dat Isabel daar de versterkingen voor haar broer vandaan haalde.
Maar Robert the Bruce maakte handig gebruik van het terrein. Hij beval zijn mannen zich op te stellen op een heuvel die aan twee kanten werd omringd door een moeras, waar de zware Engelse ruiters niet doorheen konden komen. Ze moesten wel frontaal aanvallen.
De Schotten hadden drie diepe greppels gegraven, waar de Engelse ruiters pardoes in vielen. De Schotse dichter John Barbouer beschreef de veldslag 60 jaar later:
‘Toen hoorde je het vreselijke geluid van brekende speren en harnassen – en het geschreeuw en gekreun van de gewonden.’
Achter de greppels en een muur van lansen hielden de Schotten stand, net zo lang tot de vijand het opgaf. Robert the Bruce had een kleine, maar psychologisch belangrijke zege geboekt op de Engelsen.
‘Het volk denkt dat Robert iedereen zal verslaan die tegen hem strijdt,’ schreef een gefrustreerde Engelse commandant.
Nieuwe strategie maakt het verschil
Het geloof in een overwinning werd nog groter toen de 68-jarige Eduard I op 7 juli 1307 na een lang ziekbed stierf.

Volgens een mythe hingen de zussen van Robert the Bruce en gravin Isabella in kooien aan Engelse kastelen, maar in werkelijkheid zaten ze in cellen in de gebouwen.
Zussen van de koning werden opgesloten
Toen Robert the Bruce in maart 1306 koning van Schotland werd, werd hij gekroond in het bijzijn van zijn vrouw Elizabeth, die koningin werd. Twee van zijn zussen, Mary en Christina, namen ook deel aan de ceremonie, waarbij gravin Isabella van Buchan de kroon op Roberts hoofd zette.
De vier vrouwen werden in september dat jaar echter gevangengenomen door de Engelsen en kregen, naar ridderlijke maatstaven, een strenge straf.
Elizabeth werd onder huisarrest geplaatst en kwam er dus goed vanaf – waarschijnlijk omdat ze van Ierse afkomst was en de Engelse koning geen onrust wilde in Ierland. Roberts jongere zus Christina werd jarenlang in een isoleercel in een klooster opgesloten.
Roberts zus Mary en gravin Isabella, die hem gekroond had, kregen de zwaarste straf. De twee werden opgesloten in kooien die zich volgens middeleeuwse bronnen in de forten van Roxburgh en Berwick bevonden. Dit was bedoeld om de Schotse koning te vernederen.
Pas na de overwinning bij Bannockburn acht jaar later slaagde Robert the Bruce erin om hen vrij te kopen.
De erfgenaam, Eduard II, was een zwakkeling die tijd nodig had om zijn troon veilig te stellen. Ondertussen kon Robert the Bruce heel Schotland achter zich scharen en zijn groeiende leger trainen
Robert besefte dat hij de strijd met de Engelsen anders moest aanpakken, wilde hij een kans maken om te zegevieren. De grote Engelse invasielegers waren beter toegerust dan de Schotse strijders, maar Robert wist dat de vijand niet het hele jaar een grote troepenmacht in Schotland kon houden.
Zijn nieuwe strategie werd 100 jaar later beschreven door de historicus Walter Bower:
‘Laat de Schotse krijgskunst deze zijn: voetvolk, bergen en moerassen. Laat haar bossen, haar bogen en haar speren de barricaden zijn. Laat het gevaar dreigen in haar smalle doorgangen, in haar groepen strijders. En laat haar velden zo fel branden dat haar vijanden op de vlucht slaan.’

Stirling Castle zou een beslissende rol spelen in de Schotse onafhankelijkheidsstrijd. In de buurt werd in 1314 de Slag bij Bannockburn uitgevochten.
In het voorjaar, toen de Engelse legers naar Schotland kwamen, trokken Robert en zijn mannen de Hooglanden in of hielden ze zich schuil in de bossen. In de herfst, als de Engelsen weer naar huis gingen en kleine garnizoenen achterlieten, kwamen de Schotten tevoorschijn om de burchten te heroveren.
Zo ging het zeven jaar door, en Robert kreeg de ene burcht na de andere in handen. Maar in 1314 duurde de belegering van het belangrijke Stirling Castle maanden.
De Engelsen stuurden een groot leger om de verdedigers te ontzetten, maar in plaats van de bergen in te vluchten, nam Robert zich voor om de vijand op 23 juni 1314 te stoppen bij het riviertje de Bannockburn even ten zuiden van het kasteel.
De Engelse overmacht was overweldigend. Robert the Bruce had ruim 7000 infanteristen en 600 ruiters, terwijl Eduard II bijna twee keer zo veel infanteristen en 3000 ridders op de been had gebracht.






Valkuilen met palen bezorgden Schotten de zege bij Bannockburn
In de zomer van 1314 wordt de belangrijkste Engelse burcht in Schotland, Stirling Castle, belegerd. De Engelse koning trekt aan het hoofd van een sterk leger noordwaarts om de rebellen van Robert the Bruce te verdrijven. Maar nu slaan de Schotten niet op de vlucht.
De Engelsen komen
Op 23 juni bereikt Eduard II Stirling. Aan de overkant van de Bannockburn stellen de Schotten zich op. De Engelsen vallen aan, maar worden verrast door de valkuilen die de Schotten langs de weg hebben gegraven. De ridders moeten recht in de muur van lange lansen rijden waarmee de Schotse infanteristen de weg versperren.
Schotten krijgen overhand
Terwijl de slag woedt, probeert een groepje Engelse ridders in het oosten langs de Schotse linies te trekken om de vijand de pas af te snijden, maar aan de andere kant van het bos slaat de Schotse achterhoede de aanval af.
Drassig kamp
Na de gevechten van de eerste dag steken de Engelsen de Bannockburn verder naar het oosten over en slaan ze hun kamp op in een moeras. Een Schotse edelman in Engelse dienst deserteert en vertelt dat de Engelse soldaten gedemoraliseerd zijn na de eerste dag vechten en de slechte nachtrust.
Verrassing bij zonsopgang
Kort na zonsopgang komen Schotse infanteristen met lansen het bos uit. De Engelse boogschutters worden vooruit gestuurd, maar hun pogingen om de Schotten uit te dunnen mislukken als ze zelf onder vuur komen te liggen van de Schotse boogschutters, waar er een stuk minder van zijn.
Engelsen verliezen
Het Engelse leger wordt teruggedrongen, maar de riviertjes Bannockburn en Pelstream belemmeren de aftocht. De harnassen zijn te zwaar om het water over te kunnen steken. Koning Edward weet te ontkomen, maar duizenden Engelsen sneuvelen of verdrinken. De nederlaag is compleet.
Een van deze Engelse ridders had Robert the Bruce bijna met zijn lans doorboord nog voor de veldslag begon, maar met zijn bijl had de Schotse koning hem de schedel ingeslagen.
De rest van de dag wisten de Schotten de vijand in bedwang te houden. De Engelsen verwachtten dat de Schotten de volgende ochtend zouden afdruipen of in het defensief zouden gaan, maar Robert viel het Engelse leger, dat twee keer zo groot was als dat van hem, frontaal aan.
De Engelsen waren verrast en kwamen vast te zitten tussen twee riviertjes, waardoor ze hun overmacht niet konden uitbuiten. Ze werden verpletterend verslagen. Aan het eind van de dag lagen er 5000 dode Engelsen en maar 500 dode Schotten op het slagveld.
Het was de grootste overwinning ooit van de Schotten op Engeland, maar Eduard II wist het slagveld te ontvluchten en de oorlog ging door.
Schotland krijgt zijn vrijheid
Na de zege bij Bannockburn gingen de Schotten in het offensief. De mannen van Robert the Bruce hielden huis in Engeland.
‘Als u Berwick verliest, verliest u het hele noorden.’ Commandant van Berwick, 1318
Tot grote ergernis van Eduard II belegerden de Schotten de havenstad Berwick, vlak ten zuiden van de huidige grens. De heffingen uit dit handelscentrum waren onmisbaar voor de Engelse staatskas.
Het zag er niet best uit voor Berwick. Stadscommandant Maurice de Berkeley liet een brief naar buiten smokkelen waarin hij zijn koning om hulp smeekte:
‘Ik verzeker u, sir, uw mannen verhongeren. Als u niet aan ons of de inwoners denkt, denk dan aan de stad die u zo dierbaar is. Als u Berwick verliest, verliest u het hele noorden.’
Maar er kwam geen hulp, en in 1318 viel de stad.
De Engelsen moesten machteloos toekijken hoe de Schotten bleven plunderen. De oorlog was echter inmiddels ontaard in een patstelling: niemand had de kracht om de strijd te winnen. Uit wanhoop viel Robert the Bruce Ierland binnen om de bewoners te bevrijden van het Engelse juk en hun steun te winnen, maar de invasie mislukte.
De oorlog werd uiteindelijk beslist door gebeurtenissen aan het Engelse hof. In 1327 werd de impopulaire Eduard II tot aftreden gedwongen door zijn koningin en haar minnaar. Zij zetten de 14-jarige zoon van Eduard en de koningin op de troon als Eduard III.

Met 300 schepen stak Edward the Bruce volgens een middeleeuwse kroniek over naar Ierland.
Schotse invasie van Ierland mislukte
In 1315 stuurde Robert the Bruce zijn laatste broer die nog leefde, Edward, naar Ierland. Hij moest de Engelsen verslaan en koning worden. Maar alles liep in de soep.
Bij aankomst in Ierland hoopten de Schotten als bevrijders onthaald te worden na 150 jaar Engelse onderdrukking. Maar voor elke Ierse edelman die zich aansloot bij Edward, de broer van Robert the Bruce, liep er één familielid over naar de Engelsen in de hoop de grond over te kunnen nemen.
Omdat er in die tijd een hongersnood heerste in Ierland, waren het 6000-koppige Schotse leger en de grotere Engelsgezinde troepenmacht vooral bezig met voedsel zoeken. De Ierse motivatie om zich achter Edward te scharen, was dan ook gering.
Er werd drie jaar gevochten voordat de beslissende slag plaatsvond bij Faughart, bij de huidige grens tussen Ierland en Noord-Ierland.
Edward liet de 2000 man die hij nog over had te ver uitwaaieren, en ze werden makkelijk verslagen. De laatste broer van Robert the Bruce sneuvelde. De Engelsen onthoofdden het lijk, sneden het in vieren en stuurden de delen naar elke uithoek van Ierland – om anderen ervan te weerhouden zich bij de Schotten aan te sluiten.
Na meer dan 30 jaar oorlog tegen de Schotten en gelijktijdige conflicten met Frankrijk en Ierse rebellen was Engeland aan het eind van zijn Latijn. De jonge koning had vrede nodig, en op 17 maart tekenden de Engelsen en Schotten een verdrag waarin Schotland erkend werd als zelfstandige natie met het geslacht van Robert the Bruce op de troon.
De Engelsen spraken van turpis pax, de vernederende vrede, en in Schotland was Robert the Bruce een held. De echte Braveheart had het Schotse koninkrijk vrij en onafhankelijk gemaakt.
Robert zelf kon echter niet lang van de vrijheid genieten: een jaar later stierf hij op zijn 54e. De Engelsen schamperden dat hij was overleden aan de ‘onreine ziekte’: melaatsheid.
Schotse bronnen reppen daar echter niet van. Er zijn wel aanwijzingen dat de koning zo veel at en dronk dat dat hem uiteindelijk fataal werd. Zijn zoon volgde hem op als koning van Schotland.