Op 10 september 1898 kreeg de Oostenrijkse keizer Frans Jozef te horen dat keizerin Elisabeth, met wie hij 46 jaar getrouwd was, bij een aanslag in Genève was omgekomen.
‘Het lijkt alsof niets mij bespaard blijft,’ schreeuwde hij uit, terwijl hij achter zijn bureau in de werkkamer van paleis Schönbrunn in Wenen zat.
Deze uitbarsting van wanhoop was tekenend voor een regeringsperiode die geteisterd werd door rampspoed en tegenslagen.
De inmiddels 68-jarige keizer had sterk het idee dat hij problemen aantrok. Feit was dat de tijd hem en zijn enorme rijk had ingehaald en dat zijn rol als keizer was uitgespeeld.
De 19e eeuw was een tijd van grote politieke veranderingen; concepten zoals democratie, nieuwe politieke ideologieën en nationaal zelfbeschikkingsrecht wonnen terrein. Ook onder de verschillende volkeren die in het Oostenrijks-Hongaarse rijk leefden.
Maar Frans Jozef en zijn regering hielden wanhopig vast aan een regeringsvorm die thuishoorde in de 18e eeuw.

Vanuit paleis Schönbrunn in Wenen heersten de Habsburgers over een enorm Europees rijk.
Machtsstrijd om de Oostenrijkse troon
Het begin van het einde van het Habsburgse Rijk kwam al 50 jaar eerder. In februari 1848 brak in Frankrijk een revolutie uit, die zich in de maanden daarna verspreidde door de rest van Europa. Net als bij de Franse Revolutie van 1789 was de slogan ‘vrijheid, gelijkheid, broederschap!’
Maar nu klonk die niet alleen in de straten van Parijs, maar ook in Frankfurt, Boedapest, Warschau en Wenen. De wereldorde, die tussen 1814-1815 in Wenen was vastgesteld na de Napoleontische oorlogen, werd nu door nieuwe politieke bewegingen op de proef gesteld.
Maar de Europese leiders waren niet van plan om hun autocratische regeringsvorm op te geven en moderne democratische experimenten toe te staan, waar de groeiende bevolking om vroeg.
In december 1848 liep de onrust in Wenen zo hoog op dat keizer Ferdinand besloot af te treden. Dit besluit leidde tot een machtsstrijd binnen de Habsburgse dynastie die het rijk al sinds 1526 regeerde.
Ferdinands jongere broer, aartshertog Frans Karel, had niet de ambitie of het geld om de macht te grijpen, maar zijn vrouw, aartshertogin Sophie, maakte van de situatie gebruik om de weg vrij te maken voor hun 18-jarige zoon, Frans Jozef.

De Franse revolutie van 1848 sloeg razendsnel over naar grote delen van Europa, waaronder ook Wenen.
Toen Frans Jozef aan de macht kwam, erfde hij tegelijkertijd een heleboel problemen. Een daarvan was Hongarije, waarvan de bevolking zelfbestuur eiste – zonder de inmenging van Wenen. Uiteindelijk vroeg Frans Jozef de Russische tsaar Nicolaas I om hulp.
De oude tsaar wilde zijn jonge collega graag helpen. Hij stuurde Russische troepen naar Hongarije en sloeg de opstand hardhandig neer. Als tegenprestatie rekende de tsaar voortaan op de loyaliteit van Wenen.
Maar tijdens de Krimoorlog van 1853-1856 kwam hij bedrogen uit. Toen Groot-Brittannië, Frankrijk en het Ottomaanse Rijk Rusland de oorlog verklaarden, bleef Frans Jozef, tot woede van de tsaar, neutraal. Een beslissing die fataal zou blijken te zijn.
Dochter wordt ziek en sterft
In 1854 trouwde Frans Jozef met zijn nicht, de Beierse prinses Elisabeth. Eigenlijk was het de bedoeling dat haar oudere zus, Helene, de echtgenote van de keizer zou worden, maar Frans Jozef werd verliefd op de beeldschone Sissi, zoals Elisabeth werd genoemd.
De eerste jaren waren ze gelukkig. Frans Jozef was overduidelijk gek op zijn mooie vrouw. Tussen 1855 en 1858 kregen ze drie kinderen, de dochters Sophie en Gisela, en hun enige zoon, kroonprins Rudolf. Maar in zijn geboortejaar werd het gezin getroffen door een tragedie.
In het voorjaar van 1858 waren ze in Hongarije, waar de tweejarige Sophie ziek werd en stierf. Sissi was ontroostbaar en trok zich terug. Dit tragische incident zou haar haar leven lang achtervolgen. In 1860 ging ze naar Madeira, waar ze zes maanden bleef.

De oudste dochter van Frans Jozef overleed in 1858 op tweejarige leeftijd. Er zouden nog veel tragedies volgen.
Ook daarna bleef ze lange reizen buiten Oostenrijk maken. Af en toe kwam ze terug naar Wenen, maar nooit voor lang. Na verloop van tijd werden de reizen van de keizerin het onderwerp van roddelpraat.
De Oostenrijkse neutraliteit tijdens de Krimoorlog zou het land duur komen te staan. De betrekkingen met Frankrijk en Rusland bereikten een dieptepunt, en in het noorden moest Oostenrijk machteloos toezien hoe het koninkrijk Pruisen politiek en economisch steeds machtiger werd.
In 1859 steunde Frankrijk het koninkrijk Sardinië, om de controle te krijgen over het Italiaanse schiereiland. Oostenrijk heerste over Noord-Italië, dat in die tijd was opgedeeld in verschillende kleine en middelgrote koninkrijken.
Frans Jozef verliest oorlog na oorlog
Frankrijk en Sardinië waren begonnen om zich te bewapenen. Ze wilden een Oostenrijkse oorlogsverklaring uitlokken, waardoor Frans Jozef de agressor zou lijken. Die strategie lukte en er ontstond een korte, maar hevige oorlog.
Na een nederlaag in de bloedige Slag bij Magenta en Solferino moest Oostenrijk de Noord-Italiaanse regio Lombardije afstaan aan Sardinië. Dat was het begin van de Italiaanse eenwording.

Na de nederlaag bij Magenta in 1859 raakte Oostenrijk steeds meer grondgebieden kwijt.
Maar Frans Jozef had grotere problemen dan Noord-Italië. Nadat Otto von Bismarck kanselier van Pruisen was geworden, bleef het koninkrijk in het noorden zijn territorium uitbreiden.
De Oostenrijkse keizer besefte dat zijn machtspositie in de Duitse Confederatie (die naast Oostenrijk vooral bestond uit kleine Duitse vorstendommen) niet langer veilig was.
In eerste instantie probeerde hij samen te werken. Hij hielp Pruisen met troepen toen dat in oorlog was met Denemarken over de hertogdommen Sleeswijk en Holstein. Na de overwinning op de Denen nam het zelfvertrouwen binnen het Pruisische rijk echter toe
In 1866 brak er een oorlog uit tussen de voormalige bondgenoten Oostenrijk en Pruisen. De strijd speelde zich af in Bohemen (nu een deel van Tsjechië) en duurde niet lang. Het ging nu niet om grondgebied, maar om de macht over de Duitstalige bevolking van Europa.
Oostenrijk leed een verpletterende nederlaag en Frans Jozef moest inzien dat hij zijn invloed op de Duitse Confederatie kwijt was. Dit fiasco had grote gevolgen.
In 1867 kon Frans Jozef niet voorkomen dat zijn rijk uiteenviel in de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. En alhoewel hij de macht bleef houden in beide delen van de unie, kregen de Hongaren meer autonomie dan ze tot dan toe hadden gehad.
Toen Pruisen in 1871 Frankrijk versloeg, werden alle Duitse staten verenigd in een nieuwe, grote mogendheid met de voormalige Pruisische koning Wilhelm als keizer. Frans Jozef wist dat hij zijn nieuwe collega in Berlijn te vriend moest houden, wilde zijn keizerrijk blijven voortbestaan.






Keizerrijk werd getroffen door rampspoed
Vanaf 1848 probeerde Frans Jozef wanhopig om zijn keizerrijk bijeen te houden. Maar zijn leger verloor oorlog na oorlog. En in 1914 kwam de genadeklap, toen de troonopvolger van de keizer in Sarajevo werd vermoord.
Oostenrijk 1848
De inwoners van het keizerrijk (rode grenzen) komen in opstand, de onrust wordt neergeslagen.
Nederlaag 1861
Na een korte oorlog verjagen Frankrijk en Sardinië Oostenrijk uit Lombardije en Toscane.
Nederlaag 1866
Na de Oostenrijks-Pruisische Oorlog moet Oostenrijk Venetië afstaan aan Italië, een van de bondgenoten van Pruisen.
Overwinning 1878
Na het Congres van Berlijn in 1878 bezet Oostenrijk-Hongarije de Ottomaanse provincie Bosnië-Herzegovina, die in 1908 wordt geannexeerd.
Het doek valt
Als Frans Jozef na de moord op zijn troonopvolger Servië de oorlog verklaart, breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Oostenrijk-Hongarije verliest en valt in 1918 uiteen. Het huidige Oostenrijk blijft over.
Spanning loopt op na annexatie
In 1879 sloten de twee keizers een gemeenschappelijk defensiepact, waar drie jaar later Italië ook lid van werd. Nu was Frans Jozef geallieerd met de twee staten die zich eerder hadden afgescheiden.
Frans Jozef kreeg echter niet alleen te maken met politieke tegenslagen. Op een koude ochtend in januari 1889 werd het lichaam van zijn zoon, kroonprins Rudolf, gevonden in het jachtslot Mayerling bij Wenen. In de kamer lag ook een dode vrouw, Marie von Vetsera.
Blijkbaar had de kroonprins eerst zijn minnares en daarna zichzelf doodgeschoten. Omdat er geen afscheidsbrief lag, werd het incident omgeven door complottheorieën en geruchten.
De kroonprins stond namelijk op gespannen voet met zijn vader, vooral als het ging om de politieke toekomst van het rijk. De conservatieve keizer weigerde hervormingen, terwijl de kroonprins bijvoorbeeld meer autonomie wilde voor de volkeren in het rijk.
De broer van Frans Jozef, aartshertog Karel, werd de troonopvolger. Toen hij in 1896 stierf, werd zijn zoon, Frans Ferdinand, de nieuwe kroonprins van het keizerrijk. Zijn dood 18 jaar later zou een belangrijke rol spelen in de wereldgeschiedenis.
Het Balkanschiereiland, in het zuidoosten van Europa, was eeuwenlang in handen van het Ottomaanse Rijk. Na de Krimoorlog kraakte het rijk echter in zijn voegen en probeerde de ene na de andere bevolkingsgroep zich af te scheiden.
Aan het begin van de 20e eeuw liepen de spanningen zo hoog op, dat het schiereiland werd vergeleken met een vat buskruit. In 1908 annexeerde Oostenrijk-Hongarije Bosnië-Herzegovina.
Deze Oostenrijkse uitbreiding zorgde voor veel onrust in het gebied: in Griekenland, Bulgarije, Montenegro en vooral in Servië.
Vier jaar later brak er op de Balkan een bloedige oorlog uit, die er onder andere toe leidde dat het Ottomaanse Rijk zijn Europese grondgebieden verloor. Het rijk behield een klein gebied rondom de hoofdstad Istanboel en de Bosporus – een belangrijke zeestraat tussen de Zwarte en de Middellandse Zee.
Moord veroorzaakt kettingreactie
Frans Jozef zette de leiders van de Balkan onder druk. Hij wilde absoluut voorkomen dat Rusland meer invloed kreeg. De oosters-orthodoxe Serviërs hadden hun Russische geloofsgenoten echter al als bondgenoten gekozen.
In 1914 waren de spanningen tussen Oostenrijk en Servië zo hoog opgelopen dat er ieder moment een nieuwe oorlog kon uitbreken. Op 28 juli ging de troonopvolger en neef van Frans Jozef, Frans Ferdinand, op staatsbezoek naar de Bosnische hoofdstad Sarajevo.
LEES OOK: Moord in Sarajevo stak wereld in brand

Keizer Karel I (vooraan te paard) moest met tegenzin oorlog voeren tegen o.a. Italië langs de rivier de Soča.
Nieuwe keizer vocht tot het einde
Toen keizer Frans Jozef in 1916 overleed, erfde zijn achterneef, Karel, de troon – en een wereldoorlog. Karel I probeerde wanhopig om Oostenrijk-Hongarije terug te trekken, maar tevergeefs.
In 1916, halverwege de Eerste Wereldoorlog, overleed de 86-jarige Frans Jozef. Hij werd opgevolgd door de vredelievende Karel I.
Oostenrijk-Hongarije had met Duitse hulp in 1915 Servië verslagen en het front met Rusland gestabiliseerd, maar in datzelfde jaar viel Italië aan om Zuid-Tirol te veroveren.
Toen keizer Karel aan de macht kwam, lukte het hem om de Italianen terug te dringen bij de rivier de Soča, waar beide partijen grote verliezen leden. De nieuwe heerser van Oostenrijk probeerde in het geheim te onderhandelen met Frankrijk over de terugtrekking van Oostenrijk.
Maar de onderhandelingen mislukten toen Karel weigerde Italië en Zuid-Tirol op te geven. De keizer moest dus blijven vechten, tot de nederlaag in 1918. Na de oorlog werd Oostenrijk-Hongarije opgedeeld in onafhankelijke staten en de monarchie ontbonden. In 1921 probeerde Karel twee keer tevergeefs om de Hongaarse troon te heroveren. Hij stierf een jaar later, straatarm in ballingschap op Madeira.
Met hulp van de Servische veiligheidsdienst was een groep terroristen de stad binnengedrongen om een aanslag te plegen. De schoten die de troonopvolger en zijn vrouw doodden, werden afgevuurd door de Servische nationalist Gavrilo Princip.
De moord veroorzaakte een kettingreactie die leidde tot de Eerste Wereldoorlog. Na de moord stelde Oostenrijk-Hongarije zulke harde eisen aan Servië dat het land dit zag als een oorlogsverklaring van Wenen.
Omdat beide partijen bondgenoten hadden, ontstond er een domino-effect en verklaarden talloze Europese landen elkaar de oorlog. Hoe langer de Eerste Wereldoorlog{"target":"_blank"}) duurde, hoe groter de spanningen binnen het Oostenrijkse rijk.
Terwijl Frans Jozef en zijn generaals vochten voor het behoud van de oude wereldorde, hadden revolutionaire groeperingen een ander beeld van de toekomst. Op 21 november overleed de Oostenrijkse keizer op paleis Schönbrunn in Wenen.
Hij was 86 jaar en had 68 jaar geregeerd, langer dan wie ook in de geschiedenis.