Net als bijna iedereen in de 17e en 18e eeuw was de Franse koning Lodewijk XIV, de Zonnekoning, bang voor warme baden.
Artsen hadden namelijk ontdekt dat warm water de poriën opent, en volgens hen konden zo allerlei ziekten het lichaam binnendringen.
Die hielden zich vooral schuil in stilstaand water. Ook de pest had zich op deze manier verspreid, zo dachten de geneesheren.
Toch gold de Zonnekoning als zeer schoon, want hij nam elke ochtend een ‘droog bad’, waarbij bedienden hem wasten met aqua vitae – ethanol dat uit circa 90 procent alcohol bestond.
Alleen zijn gezicht kreeg een plensje koud water.
De dagelijkse wasbeurt hielp echter niet bijster veel tegen ’s konings slechte adem en zweetlucht.