Een hofdienaar waadt op deze winderige morgen in april 1002 door het water voor de kust van Normandië.
In zijn armen draagt hij een 16-jarig meisje, stevig ingepakt tegen de kou. Voor hen ligt een langschip klaar voor vertrek.
Voorzichtig tilt de man het meisje aan boord, waar ze wordt overgenomen door een groep hofdames die haar tijdens de reis zullen vergezellen.
Het meisje heet Emma. Ze is de jongere zus van de graaf van Normandië en is op weg naar Engeland om te trouwen met koning Ethelred II, ter bezegeling van het onlangs gesloten verbond tussen Normandië en Engeland.
Al snel schallen er luide commando’s over het dek. De aanstaande koningin zal tijdens haar zeereis geëscorteerd worden door een vloot van versierde schepen.
De riemen gaan te water, de wind laat de okergele zeilen bollen en de vloot zet koers naar open zee.
Drie dagen later bereiken de schepen de kust van Zuidoost-Engeland.
Vanaf daar gaat het over het land verder naar Canterbury, waar aartsbisschop Elfric Emma en de bijna 20 jaar oudere Ethelred in de imposante kathedraal in de echt verbindt.
De mooie, jonge vrouw knielt voor het altaar, en de bij elkaar gekomen Engelse bisschoppen bidden in koor, zalven haar met olie en zetten een kroon op haar hoofd. Zo wordt Emma de koningin van Engeland.
Tijdens de feestelijkheden die volgen verschijnen delicatessen als wild zwijn, rundvlees, paling, haring, oesters en zalm op tafel, vergezeld van mede, bier, sterke cider en Rijnwijn.
De voornaamste gasten krijgen ook reiger en kraanvogel geserveerd, die de havik van de koning gevangen heeft.
De stemming komt er steeds beter in. De alcohol vloeit rijkelijk en uiteindelijk heffen zelfs de bisschoppen het glas bij de feestliederen op fluit, hoorn en doedelzak.
Niemand kan bevroeden dat Emma 50 jaar haar stempel op Engeland zal drukken – en dat ze de Vikingen op hun nummer zal zetten met een kunstje dat ze lijkt te hebben afgekeken van de Egyptische koningin Cleopatra.