In het gebedenboek wijzen de tekeningen naar gebeden en gezangen die over twijfel en vergiffenis gaan.
‘O Here God, laat mij niet in de steek, hoewel ik in uw ogen niets goeds heb gedaan,’ luidt een van de passages.
‘Hendrik was erg angstig’
Volgens White laat dit zien dat Hendrik VIII gebukt ging onder schuldgevoelens en wroeging over zijn daden als koning.
‘We zien Hendrik vaak als een zeer zelfverzekerde koning die zijn gezag zonder terughoudendheid uitoefende, maar in deze aantekeningen zien we sporen van een Hendrik die erg angstig is,’ zegt White.
Er waren goede redenen waarom Hendrik VIII misschien bang was voor de toorn van God.
Tijdens zijn 40 jaar op de troon liet hij twee van zijn vrouwen en verschillende prominente ministers executeren.
Hij brak ook met het katholicisme en ontbond de Engelse kloosters, waarvan hij de rijkdom gebruikte voor zijn extravagante levensstijl.