Frederikke Reimer, Nationalmuseet.
Denemarken runen

Schuldbewijs in runen eindelijk ontcijferd

Uit een unieke inscriptie in zowel runen als Latijnse letters op een Deense kerkmuur blijkt dat middeleeuwse plattelandsgemeenschappen geavanceerde schrijftaal gebruikten om ervoor te zorgen dat schulden afgelost werden.

Sinds 1909 weten historici van een bijzondere inscriptie op de muur van de kerk in het Deense Sønder Asmindrup, niet ver van Kopenhagen.

De bovenste regel is geschreven in runen en luidt: ‘Toke nam zilver in bruikleen van Ragnhild,’ maar de volgende regel is een rare mix van runen en Latijnse letters en was tot voor kort een raadsel.

Maar Lisbeth Imer, handschriftonderzoeker en runoloog bij het nationaal museum van Denemarken, stortte zich onlangs op de zaak, samen met Anders Leegaard Knudsen, senior redacteur bij Diplomatarium Danicum, dat documenten uit de middeleeuwen publiceert.

Ze kwamen erop uit dat de laatste regel een datum was : ’2 mei in het jaar des Heren 1210.’

Met de toevoeging van de datum is de inscriptie een juridische schuldbekentenis – technisch geldig tot op de dag van vandaag.

Dit is pas de vierde juridische inscriptie van dit soort die wereldwijd bekend is en de eerste in Denemarken. De schuldbekentenis is extra opvallend omdat het gaat over een kwestie tussen twee gewone mensen, waar geen vorst bij betrokken is.

Denemarken runen

Juridische documenten op de muur zijn maar in drie andere kerken aangetroffen: de Fole-kerk op het Zweedse Gotland, de St. Sophia-kathedraal in Kiev en de St. Panteleimon-kerk in Galitsj in Rusland.

© Roberto Fortuna, Nationalmuseet.

Hoog opleidingsniveau

Vergelijkbare documenten zijn vaak alleen bewaard gebleven op perkament en komen uit de hoogste lagen van de samenleving. De nieuwe ontdekking laat zien dat er in de middeleeuwen een wijdverspreide schriftelijke cultuur was.

‘Ze waren vaardig en beheersten twee talen, wat duidt op een bepaald opleidingsniveau. Daarom denk ik niet dat de auteur een gewone boer was, maar eerder een pastoor of een hogere geestelijke,’ zegt Anders Leegaard Knudsen.

Aan het hof werd vooral in Latijnse letters in het Latijn geschreven, terwijl de gewone mensen zich meestal bedienden van hun moedertaal en die in runen schreven.

‘De inscriptie in Sønder Asmindrup laat zien dat er al vroeg in de middeleeuwen schriftelijke overeenkomsten werden gesloten tussen mensen die gewone boeren geweest moeten zijn, en dat wisten we simpelweg nog niet,’ voegt Imer eraan toe.