In 1933 zit een weeshuis bij Charkov vol met ondervoede Oekraïense kinderen. Hun buik is opgezwollen en ze huilen hartverscheurend omdat ze pijn hebben en hun lichaam bedekt is met zweren. Maar op een dag is het plotseling verdacht stil.
Bezorgd sluipen twee vrijwilligers van het weeshuis naar binnen om te zien waarom. Een groep kinderen zit rond een kleine jongen.
‘De andere kinderen aten kleine Peter op. Ze trokken stukjes van hem af en aten die op. Kleine Peter deed hetzelfde. Hij scheurde stukjes van zichzelf af en at ze op. De andere kinderen dronken zijn bloed. We haalden het kind uit hun hongerige monden en huilden,’ zei een van de vrijwilligers.
In het voorjaar van 1933 heersen de dood en wanhoop in de Sovjetrepubliek Oekraïne. Elke dag sterven zo’n 10.000 mensen de hongerdood tijdens een ramp die door Stalin is georkestreerd om de Oekraïners op de knieën te krijgen.
Stalin vreest opstand
Sinds het midden van de 18e eeuw maakte Oekraïne deel uit van het Russische Rijk, maar na de val van de tsaar in 1917 riep het land de onafhankelijkheid uit. De vrijheid was echter van korte duur.

Er zijn weinig beelden van de ramp. Deze foto van een lijk in de straten van Charkov werd genomen door Alexander Wienerberger (1891-1955). De Oostenrijker was fabrieksdirecteur in de stad.
Toen de communisten in Rusland de macht grepen, brak er een burgeroorlog uit tegen de tsaristische nationalisten. Al gauw sloeg de strijd over naar Oekraïne. De communisten wonnen in 1921. Een jaar later werd Oekraïne deel van de nieuwe Sovjet-Unie.
Het land had zwaar te lijden onder de burgeroorlog. Maar 10 jaar later was de situatie nog steeds schrijnend. Hongerige Oekraïners moesten uren in de rij staan voor brood.
Onder de tsaar hadden de Oekraïners ook regelmatig honger geleden, maar volgens de communistische propaganda behoorde dat tot het verleden. De Sovjet-Unie zou namelijk een paradijs worden voor arbeiders en boeren. Maar door de honger nam de ontevredenheid alleen maar toe.
‘Het volk is bedrogen,’ stond op een affiche dat de arbeiders opriep om te staken.

Stalin regeerde de Sovjet-Unie als een dictator van 1922 tot zijn dood in 1953.
De Oekraïense onvrede noopte Stalin tot actie. Om te voorkomen dat hij hetzelfde lot zou ondergaan als de vermoorde tsaar, nam hij in 1929 drastische maatregelen. Alle boerderijen werden gecollectiviseerd, zodat de staat de voedselproductie in handen kreeg.
Boeren mochten geen land of dieren bezitten, maar moesten werken voor de staat.
Boeren raken alles kwijt
Sinds het midden van de jaren 1920 waren overal in de Sovjet-Unie kolchozen – collectieve staatsboerderijen – opgericht. Dit proces verliep langzaam om te voorkomen dat de voedselproductie zou instorten.
Brigades van partijfunctionarissen en jonge communisten moesten Stalins plan uitvoeren, beschermd door soldaten.
In Oekraïne werden minstens 50.000 mensen gedeporteerd omdat zij koelakken zouden zijn: boeren en contrarevolutionairen die het communistische paradijs saboteerden.

In de jaren 1930 werd de Oekraïense oogst op karren geladen en naar de grote steden in de Sovjet-Unie gebracht.
Sovjet-Unie werd steenrijk door Oekraïens graan
Stalin onteigende de boeren en pakte hun graan af. Het belang van de staat ging boven alles – zelfs als de boeren verhongerden.
Door de hervorming van de Oekraïense landbouw daalde de graanproductie. Maar zelfs toen berichten over hongersnood in de republiek Moskou bereikten, bleef de Sovjet-Unie graan exporteren. In 1932 en 1933 verkocht het land 1,7 miljoen ton aan het buitenland.
De export leverde geld op, waarmee de Sovjet-Unie machines kocht die nodig waren voor Stalins industrialisering. Bovendien werden grote hoeveelheden graan uitgedeeld aan hongerige arbeiders in de Russische steden.
Hoeveel graan de boeren in Oekraïne zelf mochten houden, werd bepaald door plannen die al lang vóór de oogst van dat jaar waren vastgelegd.
De Russen confisqueerden dus precies zoveel graan als het plan voorschreef, zonder te kijken of er genoeg overbleef om de boeren te voeden en de gewassen voor volgend jaar te zaaien.
De brigades namen niet alleen graan en dieren in beslag – de koelakken moesten ook hun boerderijen en bezittingen afstaan, vertelt ooggetuige Lidia Poltavets:
‘Ze kwamen met karren en namen alles mee wat ze vonden. Toen ze het zaad voor volgend jaar in beslag hadden genomen, pakten ze onze winterjassen, mantels en andere kleding. Daarna namen ze de kleren die we droegen.’
De vader van Poltavets werd gedeporteerd en de kinderen opgevangen door familieleden.
Het optreden van de brigades had rampzalige gevolgen voor de Oekraïense oogst. Boeren die voorheen trots en zelfstandig waren, kregen nu slechts een beetje brood als loon voor hun werk. De ontevredenheid en onverschilligheid namen toe.
Petro Grigorenko, een overgelopen generaal uit het Sovjetleger, beschreef later het steppedorp Archangelka met 2000 boerderijen. Vóór de collectivisatie bruiste de plaats van het leven, maar in de nazomer van 1930 veranderde alles:
‘Elke dag gebruikten acht mannen om beurten de dorsvloer. De andere arbeiders – mannen, vrouwen en jongeren – hingen rond of lagen in de schaduw.’

Tijdens de collectivisatie worden de bezittingen van een boer in beslag genomen, terwijl hij smeekt om iets te mogen houden.
Twee jaar later sloeg het noodlot toe. Terwijl de graanproductie in Oekraïne door de collectivisatie instortte, werd de hele zuidelijke Sovjet-Unie getroffen door droogte. In 1932 verdorde de toch al schaarse oogst op de velden.
Plaatselijke functionarissen meldden de eerste 83 gevallen van ondervoede Oekraïners met gezwollen buiken. Zes van hen waren al dood.
Stalin negeert noodkreet
Vanuit zijn luxueuze datsja in Sotsji aan de Zwarte Zee noemde Stalin alle berichten over de hongersnood ‘verzinsels’ en weigerde hij graan, bonen en erwten uit andere delen van de Sovjet-Unie naar Oekraïne te sturen. Pas toen een opstand dreigde, nam hij de situatie serieus.
‘Als we nu niets doen om de toestand te verbeteren, raken we Oekraïne wellicht kwijt,’ schreef hij in augustus 1932 aan de leider van de Oekraïense communistische partij, Lazar Kaganovitsj.
Stalin was echter niet van plan om de hongersnood te bestrijden. De dictator zag juist zijn kans schoon om de nationalisatie van de landbouwgrond te voltooien – en om af te rekenen met inwoners die streden voor Oekraïense zelfstandigheid. Hij versnelde de collectivisatie.

Duizenden boeren trokken naar de stad op zoek naar voedsel – en stierven van honger en uitputting op straat.
Er kwam een verbod op particuliere landbouw. Particuliere landbouw was nu wettelijk gelijk aan diefstal van staatseigendommen, waar de doodstraf op stond.
Daarna werd de Rode Garde gestuurd om de velden te bewaken tot de oogst binnen was, herinnert Natalia Talantsjoek zich. Zij was toen zeven jaar en woonde bij Dnjepropetrovsk.
‘Ze bouwden torens voor bewakers met geweren. Toen de rogge en tarwe geoogst werden en de mensen massaal toestroomden om de korenaren die de machines hadden achtergelaten te verzamelen, openden ze het vuur. We mochten geen graan oprapen. Ze schoten niet alleen op volwassenen, maar ook op kinderen.’
Hoewel de Oekraïners enorme voedseltekorten hadden, werd het graan naar Rusland gebracht om te voldoen aan de quota van het ministerie van Landbouw in Moskou. In november ging Stalin een stap verder door een ‘zwarte lijst’ in te voeren.
Marteling moet graan opleveren
De zwarte lijst stamt uit de Sovjetindustrie, waar productieve werknemers werden beloond door hun naam op een rood bord te schrijven. Minder productieve medewerkers kwamen op het zwarte bord.
‘Ze plaatsten haar hand in een deuropening en sloegen de deur dicht.’ Ooggetuige van martelingen in de provincie Tsjernigov, 1933
In Oekraïne hield de zwarte lijst in dat de kolchozen die hun doelstellingen niet haalden geen handel mochten drijven en dus geen eten konden kopen. Omdat Oekraïne een absurde hoeveelheid graan moest leveren, kwamen duizenden landbouwcollectieven op de zwarte lijst te staan.
Het enige wat de boeren van de kolchozen nog hadden, was het voedsel dat ze voor de autoriteiten verborgen wisten te houden. Partijfunctionarissen en soldaten gingen op zoek naar de achterovergedrukte voorraden.
Ze doorzochten huizen, bedden en iconen aan de muren en staken lange metalen staven in de graven van mensen die net aan de hongersdood waren gestorven.
Tientallen jaren later vertelde een jonge vrouw uit de Noord-Oekraïense provincie Tsjernigov hoe wreed de huiszoekingen waren:
‘De brigade vroeg waar we ons goud en graan hadden verstopt. Moeder antwoordde dat we dat niet hadden. Toen werd ze gemarteld. Ze plaatsten haar hand in een deuropening en sloegen de deur dicht. Ze brak haar vingers, bloedde en viel flauw. Toen goten ze water over haar hoofd en staken ze een speld onder haar nagels.’
Door de honger werd er ook meer geklikt: een informant werd beloond met een derde van het in beslag genomen voedsel. Alleen de leiders van de communistische partij hadden elke dag te eten. Zij kochten voedsel met bonnen, en op de elitescholen van hun kinderen werd goed eten geserveerd.
‘Het rook er zo lekker. Ik moest er bijna van huilen,’ vertelde een kind uit een arm gezin later.
Levend begraven
Wanhopig van de honger trokken de boeren ’s winters naar de stad op zoek naar eten. De kolchozen dreigden leeg te lopen, en Stalin voerde nieuwe beperkingen in: boeren mochten hun eigen gebied niet meer verlaten.
Buiten de grote steden werden wegversperringen opgeworpen, die de meeste mensen ontmoedigden of tegenhielden. Anderen baanden zich een weg door moerassen en bossen.
Maar toen de boeren in de stad in de rij gingen staan voor brood, vielen ze meteen door de mand. Ze waren gemakkelijk te herkennen aan hun haveloze kleren.
‘De politie haalde de dorpelingen uit de rij, zette ze op vrachtwagens en reed hen de stad uit,’ zei Varvara Dibert, een ooggetuige uit Kiev.
Eind februari 1933 hadden de Sovjetautoriteiten 190.000 boeren in de steden opgepakt. De meeste werden teruggestuurd naar hun kolchoz. Andere kwamen nooit zo ver. Boeren die werden opgepakt in Charkov ondergingen een vreselijk lot, vertelde ooggetuige Olena Kobylko:
‘Ze werden naar een veld aan de andere kant van de stad gebracht, zodat niemand ze zou zien. Hier werden ze – levend of dood – in een massagraf gegooid.’
Sommigen overleefden door vindingrijkheid. Olha Zazoela was toen zes jaar oud, maar vergat nooit hoe haar familie overleefde in het dorp Vitovtsi bij Kiev:
‘We verzamelden boomschors en hielpen mama om er meel van te maken. Daar bakte ze koekjes van.’
De Sovjet-Unie wist de hongersnood lang geheim te houden voor de buitenwereld door buitenlandse journalisten geen toegang te geven tot de getroffen Sovjetrepubliek. Pas in maart 1933 wist de Britse journalist Gareth Jones onopgemerkt Oekraïne binnen te komen.

Rode Garde bewaakt het graan dat Stalins brigades in Oekraïne verzamelden.
Als eerste westerse journalist zag de Welshman de ramp met eigen ogen:
‘Ik liep door dorpen en 12 staatscollectieven. En overal hoorde ik: er is geen brood, we sterven. Ik sliep in een dorp dat vroeger 200 trekossen had, nu waren er nog maar zes. De boeren hadden het veevoer opgegeten en vertelden me dat honderden mensen al van de honger waren omgekomen.’
Kinderen opgegeten door kannibalen
De situatie was zo wanhopig dat een arts in 1933 aan een vriendin schreef dat ze nog geen kannibaal was geworden. Maar, zei ze, ze wist niet zeker dat ze ‘dat niet zou zijn wanneer mijn brief je bereikt’.
Van 1932-1933 werden in Oekraïne 2505 mensen veroordeeld wegens kannibalisme, maar hedendaagse historici denken dat er waarschijnlijk veel meer kannibalisme voorkwam.
2505 Oekraïners werden veroordeeld voor kannibalisme in 1932-1933
Het ene geval van kannibalisme was nog schokkender dan het andere.
‘In ons dorp was onze buurman Vasyl opgezwollen door de honger. Hij kon niet meer lopen en lag op een matras te wachten tot hij zou sterven. Toen Vasyl stierf, sneed Jevdosjksa een stuk van zijn dij, kookte het en at het op. Kort daarna stierf zij ook. Haar neef, die naast haar woonde, vond de twee lichamen. Er zat mensenvlees in een van de potten,’ vertelde ooggetuige Nadja Tkatsjenko uit Midden-Oekraïne.
Nadja Tkatsjenko herinnerde zich ook dat haar moeder de kinderen verbood om in bepaalde delen van de stad te komen:
‘Het was namelijk gebeurd dat kinderen waren ontvoerd, vermoord en opgegeten.’
Terwijl de Oekraïners omkwamen van de honger, puilden de Russische voedselvoorraden uit. Maar liefst 3 miljoen ton graan lag er opgeslagen en bovendien exporteerde het regime tonnen boter en spek uit Oekraïne naar het buitenland.

De Sovjet-Unie leed onder de de droogte en de gedwongen collectivisatie. In 1935 meldde de Chicago American dat er 6 miljoen Oekraïners waren gestorven.
Sovjet-Unie ontkende alles
De gedwongen collectivisatie was een succes, stelde de communistische partij, die de hongersnood in Oekraïne probeerde te verbergen.
Westerse kranten staken in de jaren 1930 volop de loftrompet over de Sovjet-Unie. Het land werd bewonderd omdat de maatschappelijke bezittingen in handen waren van het volk. Maar niemand wist wat er zich in Oekraïne afspeelde.
Stalin en de partij ontkenden de hongersnood en probeerden hun gruweldaden voor de buitenwereld verborgen te houden.
Als westerse politici Oekraïne mochten bezoeken, gaven partijfunctionarissen een rooskleurig beeld van het communisme.
Zo kregen de inwoners van Kiev nieuwe kleren, werden de etalages gevuld met voedsel en werden auto’s uit andere steden in de straten geparkeerd vanwege het bezoek van de Franse premier Edouard Herriot.
Journalisten die geruchten over de hongersnood hoorden, durfden er niet over te schrijven omdat ze anders het land uit werden gezet.
De weinige berichten die in westerse kranten verschenen, kregen niet veel aandacht. De Europeanen en Amerikanen waren druk bezig met de economische crisis en Hitlers machtsovername in Duitsland.
Pas toen het Oekraïense verzet tegen de collectivisatie was gebroken, bood Stalin hulp.
In oktober 1933 verlaagde hij zijn eisen voor de graanleveranties drastisch en liet hij noodhulp toe in de rampgebieden. Tegen die tijd waren minstens 3,5 miljoen Oekraïners omgekomen – sommige historici denken zelfs dat het er 7,5 miljoen waren. In Oekraïne werd de hongersnood voortaan Holodomor genoemd, ‘hongeruitroeiing’.
Decennialang was de Holodomor een taboeonderwerp. Pas na de val van de Sovjet-Unie in 1991 kwam de waarheid over de genocide van Stalin op de Oekraïners aan het licht.