Shutterstock

Wie gebruikte als eerste economische sancties?

Economische sancties maken dictators, staten en regeringen al duizenden jaren het leven zuur – en het begon allemaal met een strijd in het oude Griekenland.

De eerste economische sancties werden ingesteld in 432 v.Chr. De Atheense leider Perikles wilde maar één ding: de stadstaat Megara laten lijden.

Megara, dat tussen Athene en het schiereiland Peloponnesos lag, was in het oude Griekenland een belangrijk handelsknooppunt, maar had Athene verraden door met Korinthe en Sparta een bondgenootschap te sluiten dat de status van Athene als Griekse supermacht bedreigde.

Perikles wilde dat verraad keihard straffen, maar in plaats van soldaten en wapens in te zetten, bedacht hij iets anders.

Vijanden en bondgenoten in portemonne getroffen

In de loop der tijd zijn er allerlei economische sancties ingesteld als wapen om dictators van andere landen en vijandelijke staten onder druk te zetten.

© Museum of Fine Arts Budapest / Wikimedia Commons

Protestanten stellen handelsverbod in

In 1531 verboden protestantse kantons in Zwitserland de verkoop van o.a. meel, zout en wijn aan de katholieke kantons om de katholieken te dwingen een vredesverdrag uit 1529 na te leven dat bedoeld was om protestanten en katholieken vreedzaam te laten samenleven.

Foto van Bloedbad van Sharpeville in Afrika in 1960
© African National Congress Archives

Racistisch bewind moet worden gestopt

In 1986 stelde de internationale gemeenschap economische sancties in tegen Zuid-Afrika om het apartheidsregime tot onderhandelen te dwingen en het einde van de apartheid te bespoedigen. Zo verbood de EU de import van ijzer, staal en gouden munten uit Zuid-Afrika.

© Shawshots / Imageselect / Shutterstock / Popperfoto

Westen straft Poetins regime

In 2022 stelden de VS en de EU economische sancties in tegen Rusland om de Russische invasie van Oekraïne te stoppen. Europese bedrijven mogen geen zaken meer doen met bepaalde Russische banken, bedrijven en personen.

Economie van de vijand verstikt

Met toestemming van de volksvergadering voerde Perikles een decreet in dat kooplieden uit Megara de toegang tot de Atheense markten en tot alle havens die onder Athene vielen, ontzegde.

Zo’n straf was ongekend, maar het decreet bleek al snel precies het effect te hebben waarop Perikles had gehoopt: de jonge economie van Megara werd in de kiem gesmoord, en het was duidelijk dat elke stad die zich bij de concurrenten van Athene aansloot hetzelfde lot zou ondergaan.

Het decreet leidde het jaar erop tot het uitbreken van de Peloponnesische Oorlog, die tot 404 v.Chr. duurde en uitmondde in de val van het Atheense rijk.