Winston Churchill had veel vijanden, en er zijn zeker tien aanslagpogingen op hem geweest.
Volgens Walter Thompson, Churchills vaste lijfwacht van 1921 tot 1945, werd in 1922 voor het eerst geprobeerd hem te vermoorden. Drie leden van de Ierse afscheidingsbeweging IRA werden bij Churchills Rolls-Royce gezien met geweren, maar ze werden op tijd in de kraag gevat.
Churchill was zeer gehaat in Ierland omdat hij als minister van Oorlog veteranen van de Eerste Wereldoorlog (bekend als Black and Tans) had ingezet om de Ierse vrijheidsstrijd neer te slaan.
De meeste aanslagpogingen vonden in de Tweede Wereldoorlog plaats. Tijdens de Duitse inval in Frankrijk viel gravin Hélène de Portes Churchill aan met een mes tijdens onderhandelingen over de oorlogsdeelname van de Fransen.
Portes was de minnares van premier Paul Reynaud en sympathiseerde met de fascisten. Daarom kon ze Churchills bloed wel drinken.