Golda Meïr – vaak de IJzeren Dame van Israël genoemd – was een van de oprichters van de staat Israël en werd in 1969 de eerste en enige vrouwelijke premier van het land.
Ze leidde Israël in de moeilijke tijd na de Zesdaagse Oorlog, toen het land onder grote druk stond van de Arabische buurlanden.
Tijdens Meïrs bewind mondde de gespannen situatie uit in de Jom Kipoeroorlog van 1973, en Meïr loodste Israël door het conflict met Egypte en Syrië.
De carrière van Meïr stond echter niet in de sterren geschreven toen ze in 1898 werd geboren als dochter van een timmerman in Kiev.
Op zoek naar werk emigreerde het arme gezin in 1906 naar de Verenigde Staten, waar de jonge Meïr in aanraking kwam met het zionisme.
De zionistische ideeën over de terugkeer van de joden naar het Heilige Land maakten indruk op de jonge vrouw en in 1921 reisde ze naar Palestina om mee te werken aan de oprichting van een joodse staat.
Meïr bezat een groot politiek talent
In Palestina raakte ze betrokken bij de arbeidersbeweging en dankzij haar prominente politieke positie werd Meïr in 1948 een van de ondertekenaars van de onafhankelijkheidsverklaring van Israël.
Meïr bleek over heel veel diplomatiek en politiek vernuft te beschikken. Dit bezorgde haar de posten van Israëlische ambassadeur bij de Sovjet-Unie en later minister van Arbeid en Buitenlandse Zaken.
In 1969 besteeg Meïr het hoogste ambt van het land als premier, maar haar tijd aan de top bleef niet zonder controverse.
Haar beleid tijdens de Jom Kipoeroorlog leidde tot veel kritiek en in 1974 trad ze af.
Toch bleef haar nalatenschap intact en wordt ze vandaag de dag herinnerd als een van meest invloedrijke leiders van Israël.
Israël werd gedoopt in bloed
Op 14 mei 1948 trok Groot-Brittannië zich terug uit zijn mandaat in Palestina en op dezelfde dag riep Israël de oprichting van een joodse staat uit. Al de volgende dag raakte Israël verzeild in een oorlog met de Arabische buren – een conflict dat nog tientallen jaren zou voortduren.

Arabisch-Israëlische oorlog
Datum: 15 mei 1948 - 20 juli 1949
Na de onafhankelijkheidsverklaring van Israël viel een alliantie van Arabische staten de nieuwe joodse staat aan.
Resultaat:
Er kwam een wapenstilstand, maar Israël claimde veel meer land dan in 1974 door de VN was voorgesteld in het oorspronkelijke verdelingsplan. Meer dan 700.000 Palestijnen verloren hun huis.

Suezcrisis
Datum: 29 oktober - 5 november 1956
Israël viel het Egyptische schiereiland Sinaï binnen nadat Egypte het Suezkanaal had genationaliseerd en de Israëlische scheepvaart had geblokkeerd.
Resultaat:
Israël trok zich met een staakt-het-vuren uit de Sinaï terug, in ruil voor bepaalde garanties – met name dat het Suezkanaal werd opengesteld voor Israëlische schepen en dat er een VN-vredesmacht in de Sinaï zou komen.

Zesdaagse Oorlog
Datum: 5-10 juni 1967
Na langdurige vijandelijke acties lanceerde Israël een preventieve luchtaanval en versloeg het Egypte, Jordanië en Syrië.
Resultaat:
Israël veroverde de Westelijke Jordaanoever, de Golanhoogte, de Gazastrook en de Sinaï. Dit veranderde de geopolitiek van het Midden-Oosten radicaal en creëerde nieuwe grondslagen voor toekomstige conflicten in de regio.

Jom Kipoeroorlog
Datum: 6-25 oktober 1973
Egypte en Syrië lanceerden een verrassingsaanval op Israël op de joodse feestdag Jom Kipoer.
Resultaat:
De oorlog eindigde met een staakt-het-vuren en status quo op het grondgebied. Het conflict voedde echter het gevoel van kwetsbaarheid in Israël en legde de nadruk op diplomatie, wat leidde tot nieuwe vredesbesprekingen en -akkoorden.