Hij veranderde zijn naam
Stalin werd in Georgië geboren als Ioseb dze Besarionis Dzjoegasjvili, in het Russisch Josif Vissarionovitsj Dzjoegasjvili. Hij veranderde zijn naam rond 1912, toen hij begin 30 was, in Jozef Stalin. Letterlijk vertaald betekent Stalin 'man van staal'.
Stalin was een klein mannetje
Stalin was dan misschien van staal, maar hij was klein van stuk. Met zijn 170 cm was hij even lang als Winston Churchill, maar 2 cm langer dan zijn Italiaanse collega Benito Mussolini.
Stalin gebruikte 'Photoshop'
Stalin was buitengewoon ijdel. Als kind had hij de pokken, waar hij een paar ontsierende littekens in zijn gezicht aan had overgehouden. Daarom liet hij steevast tijdens het ontwikkelen van portretten van zichzelf de imperfecties wegwerken.
Hij had een verhouding met een 13-jarig meisje
Lidia Pereprygina was 13 toen ze Stalin ontmoette. In 1914 werd hij door de Russische tsaar naar Siberië gestuurd wegens revolutionaire activiteiten. Stalin was toen 35. Lidia raakte zwanger, maar baarde een dood kind. Ze werd opnieuw zwanger, maar toen in 1917 Aleksandr werd geboren, was Stalin nergens meer te bekennen.
Hij is genomineerd voor de Vredesprijs
In 1945 en 1948 was Stalin genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede, maar hij kreeg hem niet. Beide nominaties waren wegens zijn rol bij het verslaan van nazi-Duitsland. Voor de goede orde moeten we erbij zeggen dat de nominaties plaatsvonden voordat de volle omvang van zijn oorlogsmisdaden aan het licht kwam.
Zijn zoon sneuvelde in nazi-Duitsland
Stalin was keihard, ook voor zijn familie. Zijn zoon Jakov werd in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers gevangengenomen, en omdat Stalin weigerde het enorme losgeld te betalen dat Hitler eiste, overleed Jakov in een Duitse cel.
Angst deed Stalin de das om
Stalin overleed op 5 maart 1953 op 73-jarige leeftijd. Wat er precies gebeurde in de dagen voor zijn dood is met raadselen omgeven.
Op 1 maart komt Stalin laat thuis na een diner en gaat hij naar bed. 's Morgens komt hij zijn slaapkamer niet uit.
Zijn lijfwachten maken zich zorgen, maar komen niet in actie. Ze hebben namelijk orders om Stalin niet te storen in zijn privévertrekken, en uit angst doen ze niets.
Pas laat in de avond ontdekken ze dat Stalin een beroerte heeft gehad. Pas de volgende ochtend arriveren er artsen, die vaststellen dat Stalin een hersenbloeding gehad heeft. Twee dagen later overlijdt hij aan de gevolgen ervan.