Walt Disney zit briesend in de auto als hij op de ochtend van 29 mei 1941 door de poort van de Disney-studio in Burbank, Californië rijdt. Zijn Packard Coupé moet zich een weg banen door een menigte stakende werknemers.
‘Walt Disney, je moet je schamen!’ roept tekenaar Art Babbitt door een megafoon. En tegen zijn medestakers zegt hij: ‘Dat is hem! De man die gelooft in broederschap voor iedereen behalve hemzelf.’
Disney is woest. Hij stapt uit de auto en wil Babbitt te lijf gaan, maar meerdere aanwezigen springen ertussen. De tekenfilmbaas beent naar zijn kantoor en beveelt een fotograaf om foto’s te nemen van alle stakers.
De foto’s worden opgehangen op zijn kantoor, zodat Disney de gezichten kan zien van degenen die hem hebben verraden – elke werknemer die het heeft gewaagd hem te trotseren.
Want hoewel Walt Disney bij de Amerikanen bekendstaat als Uncle Walt, die vrolijke, vriendelijke filmmaker, is hij achter de schermen een bikkelharde baas, die zijn bedrijf met harde hand runt.

In Olympia gebruikte Leni Riefenstahl camerahoeken en filmische middelen – zoals close-ups – die in die tijd baanbrekend waren.
Geruchten over nazisme en jodenhaat kleven aan Disney
**Disney was politiek behoorlijk rechtsgeoriënteerd en is er vanwege zijn nationaal-conservatieve opvattingen en dubieuze connecties wel van beschuldigd een antisemiet en nazisympathisant te zijn.
Walt Disney stak niet onder stoelen of banken dat hij meer rechts dan links was. In 1935, op reis in Europa, bezocht hij de familie Mussolini in Rome.
Toen Hitlers favoriete propagandafilmmaker Leni Riefenstahl in 1938 de VS bezocht, ontving Disney haar (in tegenstelling tot de rest van Hollywood) met open armen en leidde haar rond in zijn studio.
Ook sprak Disney begin jaren 1940 op ‘America First’-rally’s, die tot doel hadden de VS buiten de oorlog te houden. Hier nam ook de piloot Charles Lindbergh aan deel, die zich positief uitliet over het Derde Rijk.
Deze dubieuze acties gaven aanleiding tot verhalen dat Walt Disney een fascist en antisemiet zou zijn. Maar dat valt te betwijfelen. Disney had joden in dienst en wees Riefenstahls verzoek om haar film Olympia in de VS te promoten van de hand.
‘Ik heb geen bewijs gevonden dat Walt Disney een antisemiet was, anders dan het vluchtige antisemitisme dat in die tijd bij vrijwel alle niet-joden gangbaar was,’ zegt Disney-biograaf Neal Gabler.
Botte managementstijl
Na het enorme succes van Sneeuwwitje en de zeven dwergen (1937) kon Disney het zich veroorloven om een grote filmstudio te bouwen in de buurt van Hollywood. Zijn bijna 1000 werknemers verhuisden in februari 1940.
Het zenuwcentrum van dit 3 miljoen dollar kostende complex was het animatiegebouw, waar Walt Disney zijn dagen doorbracht. Al zijn aandacht ging uit naar tekenfilms, vooral de langere. De stripverhalen liet hij grotendeels over aan tekenaar Carl Barks.
Disney wilde van de studio de perfecte werkplek maken. Maar hoewel de faciliteiten top waren, was het geen pretje om voor Disney te werken, want hij was een harde, veeleisende baas.
‘Je snapt ook niks,’ riep hij uit als hij een tekening zag die niet aan zijn verwachtingen voldeed.
Walt Disney was de man met de briljante ideeën, de animaties waren het werk van zijn tekenaars en de rest van het personeel.

Walt Disney stelde hoge eisen aan zijn tekenaars en schold ze en plein public uit als ze niet aan zijn verwachtingen voldeden.
Hij verwachtte dat de tekenaars van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat zouden werken – net zoals hij altijd had gedaan. Maar ze kregen er geen erkenning voor.
‘Met lof bereik je niks,’ zei hij tegen een werknemer.
Op de zogeheten story meetings, waar de films werden besproken, konden de animators hooguit hopen dat Disney met zijn vingers op tafel trommelde als hij een idee of tekeningen beoordeelde. Dit betekende dat het materiaal bruikbaar was.
Hield hij op met trommelen, dan was het terug naar de tekentafel, wisten de werknemers. En als Disney in een slechte bui was, vernederde hij zijn werknemers graag ten overstaan van iedereen door hun werk af te kraken.
‘Bij vergaderingen probeerde je jezelf zo onzichtbaar mogelijk te maken,’ herinnerde striptekenaar Ward Kimball zich.
Het moest duidelijk zijn dat Disney de baas was, en volgens animator Jack Kinney kon de sfeer erg grimmig worden als iemand de baas durfde tegen te spreken:
‘Hij keek je dan woest aan terwijl hij met zijn vinger in je borst prikte ... Heel intimiderend.’
Staking maakt Disney wraakzuchtig
Ondanks de hoge eisen en de gespannen sfeer zagen veel mensen het als een eer om voor Walt Disney te werken. Hij was toch de koning van de tekenfilmwereld.
Maar het slechte salaris stond in geen verhouding tot de lange werkdagen. Daarom broeide er begin 1941 een opstand.
Twee van de fakkeldragers waren de tekenaars Art Babbitt en David Hilberman. Zij werden lid van de vakbond Screen Cartoonists Guild, SCG.
Babbitt verdiende zelf goed, maar wilde zich inzetten voor zijn slechtbetaalde collega’s. Dat besluit had hij genomen toen een vrouwelijke collega was flauwgevallen omdat ze geen geld had om lunch te kopen.
‘Ik weet zeker dat die hele ellende een communistische actie was.’ Walt Disney over de staking van zijn personeel, 1941
Steeds meer werknemers werden lid van de SCG, die een overeenkomst met de studio eiste. Maar Disney wilde niet onderhandelen met vakbonden, die hij verafschuwde.
Toen hij Babbitt en nog 16 SCG-leden ontsloeg, barstte de bom op 29 mei 1941. Zo’n 300 stakers riepen leuzen en hielden spandoeken met afbeeldingen van beroemde Disney-figuren omhoog.
‘Ik zit niet aan de touwtjes vast,’ stond er op een tekening van Pinokkio. En op een ander bord: ‘Sneeuwwitje en de 700 dwergen’ – doelend op het feit dat Disney zijn werknemers als slaafjes behandelde.
Vanuit zijn kantoor hoorde Disney het geroep van de stakers, terwijl hij steeds meer foto’s van de ‘verraders’ aan de muur hing.
‘Verdomme. Hij keert mij de rug toe. We kunnen ook zonder hem,’ gromde Disney als hij een foto zag van iemand die hij herkende. Intussen had hij een aantal niet-stakende medewerkers naar zijn kantoor geroepen. Een van hen was Jack Kinney:
‘We kregen het onbehaaglijke gevoel dat hij zijn woede bewaarde om later wraak te nemen.’

Onenigheid over loon en werkomstandigheden leidde in 1941 tot een conflict tussen Disney en zijn werknemers.
Disney voelde zich verraden, omdat hij vond dat hij alles voor zijn werknemers had gedaan. Hij weigerde dan ook een deal te sluiten met de vakbondsleiders, die hij ‘communistische klootzakken’ noemde.
‘Ik weet zeker dat die hele ellende een communistische actie was,’ ging Disney tekeer in een krantenartikel.
De staking had hem bitter gemaakt. In de toekomst zou hij zijn werknemers scherp in de gaten houden.
Disney maakt jacht op communisten
In augustus 1941 haalde Walt Disneys broer en partner, Roy Disney, hem over om naar Brazilië te gaan. Zo kon Roy in alle rust onderhandelen met de vakbond.
Een maand later waren de stakers weer aan het werk, nu met betere salaris- en vakantievoorwaarden. Bovendien waren de mensen die waren ontslagen, teruggehaald.
Walt zou zo boos zijn geweest over de overeenkomst dat hij zijn kantoor in Rio de Janeiro kort en klein sloeg. Even wilde hij zelfs geen tekenfilms meer maken, maar uiteindelijk keerde hij toch terug naar de studio in Burbank.
In de Tweede Wereldoorlog maakte de Disney-studio propagandafilms voor het leger, en na de oorlog kwam de normale tekenfilmproductie weer op gang.
Oorlogspropaganda redde studio
Toen in de Tweede Wereldoorlog de bioscoopinkomsten uit Europa wegvielen, dreigde de Disney-studio failliet te gaan. Maar gelukkig had het leger behoefte aan propaganda en educatieve films.

Mickey riep het volk op
Disney maakte in de oorlog veel propagandaposters. Zo maande Mickey Mouse mensen om Pearl Harbor niet te vergeten en om op hun hoede te zijn voor geheim agenten.


Minnie werkte als verpleegster
Niet alleen de mannelijke Disney-figuren hielpen mee in de oorlog. Op deze poster staat Minnie als verpleegster van het Rode Kruis. Ze herinnert de Amerikanen eraan dat ook vrouwen hun steentje moeten bijdragen.
VIDEO: Bekijk de trailer van de Disney-film Victory Through Air Power (1943)
Hoewel de studio het zwaar had, betaalde Disney de verfilming van het boek ‘Victory Through Air Power’ uit eigen zak. Hij wilde de boodschap – dat luchtoverwicht en bommenwerpers de sleutel waren tot het winnen van de oorlog – per se uitdragen.
Intussen sloot Disney zich steeds meer op in zijn kantoor, altijd met een sigaret in zijn mond. Als hij naar buiten kwam, was hij nog scherper en botter tegen zijn werknemers dan voorheen.
‘Zijn hele houding draaide om het neerhalen van mensen,’ herinnerde Ward Kimball zich.
Brieven en FBI-documenten duiden erop dat Disney – om het ‘onkruid’ van de maatschappij met wortel en tak uit te roeien – informant was geworden voor de FBI.
Naar verluidt briefde Disney begin jaren 1940 al informatie over zijn werknemers en connecties in Hollywood door. Na de staking van 1941 zou hij de foto’s van de stakende werknemers aan de FBI hebben laten zien om potentiële communisten te identificeren.
Volgens een FBI-memo uit 1954 werd Disney zo gewaardeerd als informant dat het kantoor in Los Angeles adviseerde om hem aan te nemen als ‘special agent’.
De familie Disney ontkent elke betrokkenheid van Walt bij de FBI. Maar dat hij een verbeten strijd voerde tegen communistische elementen in zijn bedrijf en in de filmindustrie, staat buiten kijf.
Eind 1947 woonde Disney een hoorzitting bij in het Huis van Afgevaardigden in Washington, waar de Committee on Un-American Activities de invloed van het communisme in het land onderzocht. Disney noemde zonder aarzelen de tekenaar Hilberman.
‘Hij was het brein achter de kwestie, en ik denk dat hij een communist is. Hij heet David Hilberman,’ zei Disney toen hem gevraagd werd om betrokkenen bij de staking van 1941 te noemen die volgens hem communistisch waren.
Hilberman werkte op dat moment niet meer voor Disney, en de filmmaker vertelde de commissie trots dat hij de vermoede communisten in Burbank een voor een had ontslagen.
‘Nu heb ik het gevoel dat iedereen in de studio 100 procent Amerikaans is,’ legde hij uit.
Aan het einde van het interview werd Disney bedankt omdat hij zo’n ‘goede getuige’ was.
Kanker wordt Disney fataal
Hoewel de werknemers Disney niet konden vertrouwen – en vaak zijn getreiter moesten slikken – bracht de studio de ene na de andere tekenfilm uit.
Maar Disneys gezondheid ging achteruit. Hij had meerdere zenuwinzinkingen, en de pijnstillers werden weggespoeld met whisky.
In 1966 kreeg de kettingrokende tekenfilmbaas longkanker, en op de ochtend van 15 december stierf Walt Disney in het ziekenhuis van Burbank, tegenover de studio. Hij werd 65 jaar.

De stakende werknemers gebruikten Disneys eigen personages tegen hem. ‘Ik zit niet aan de touwtjes vast,’ staat er op het Pinokkio-bord.
Hoewel de volle omgang van Disneys werk als FBI-informant niet bekend is, was hij blijkbaar wel zo belangrijk dat FBI-directeur J. Edgar Hoover persoonlijk een telegram stuurde aan zijn weduwe Lilian.
‘Zijn strijd voor de hoogste morele waarden en zijn prestaties zullen altijd een inspiratie blijven voor degenen die het voorrecht hadden hem te kennen,’ schreef hij.
Walt Disney heeft bij leven maar liefst 25 Oscars ontvangen – nummer 26 kreeg hij postuum. Dat is meer dan welke filmmaker ook. De wereld had zijn favoriete oom verloren. Zijn schaduwkanten kenden slechts enkelen.