Uit een vondst uit het Syrisch-Turkse grensgebied blijkt dat de inwoners van de Hittitische stad Karkemish naar een gezagsdrager genaamd Matiya gingen als ze een geschil hadden.
Al in 1500 v.Chr. kenden de Hittieten een goed functionerend bestuursstelsel, dat rechtsprak in conflicten en vergunningen uitgaf om winkels te openen en huizen te bouwen.
Matiya onderscheidt zich echter van andere bestuurders: ze was vrouw. In de ruïnes van Karkemish vonden archeologen officiële zegels waarmee Matiya documenten ondertekende.