In 2019 reisde de ingenieur Celso García Vargas naar Peru en Bolivia om de onbekendere delen van het oude Incarijk te verkennen. In de buurt van de Incastad Ollantaytambo vond Vargas een ring die op het eerste gezicht niet veel verschilde van andere Incaringen.
Het sieraad was versierd met een primitieve afbeelding van een condor met drie staartveren, had krassen en was groen uitgeslagen. Maar het formaat verbaasde Vargas.
Met een binnendiameter van 2,7 centimeter zou de ring een mens van normale grootte niet passen. Een snelle berekening wees uit dat je met zulke grote vingers 2,3 à 2,5 meter lang zou moeten zijn.
Vargas had de lokale afstammelingen van inheemse Peruanen weleens gehoord over een oud volk van reuzen, en hier had hij mogelijk het bewijs.

De grote ring die in Peru gevonden is, roept de vraag op of hier echt een stam van buitengewoon grote mensen heeft geleefd.
Volgens de plaatselijke bevolking waren de reuzen sterke en bekwame bouwers geweest, die meerdere sporen hadden nagelaten. Het klinkt misschien als puur bijgeloof, maar de verhalen kwamen niet alleen van de locals.
Ze gaan terug tot de 16e eeuw, toen diverse Spaanse kolonisten meenden de bovenmaatse mensen met eigen ogen te hebben gezien.
Veroveraars vertellen over reuzen
Verhalen over reuzen komen in veel culturen voor, maar in Peru zijn ze erg hardnekkig.
‘Sommigen waren zo groot dat mannen van normale lengte nauwelijks tot hun knieën kwamen.’ Historicus en conquistador Cieza de León
Het eerste opgetekende verslag kwam van de Venetiaanse ontdekkingsreiziger Antonio Pigafetta, die mee was op de reis rond de wereld van Ferdinand Magellaan. Rond 1520 bereikten ze de kust van Zuid-Amerika, waar Pigafetta zijn ontmoeting met de reus beschreef:
‘Op een dag zagen we plotseling een gigantische naakte man op de oever staan. Hij danste, zong en gooide zand op zijn hoofd. Hij was zo groot dat we maar tot zijn middel kwamen en had dezelfde verhoudingen als een mens.’
Volgens Pigafetta maakte Magellaan kennis met de reus, die vriendelijk was. De kapitein noemde het volk de ‘Patagonische reuzen’, en tot op de dag van vandaag wordt het zuiden van Zuid-Amerika Patagonië genoemd. De reuzen werden zelfs ingetekend op veel kaarten van de Nieuwe Wereld.
Vooral met de komst van de kolonisten kregen de verhalen over reuzen in Peru voet aan de grond in Europa. Zo schreef de Spaanse conquistador en historicus Pedro Cieza de Léon in 1609 over een ontmoeting met de reuzen. Hij had het verhaal weliswaar gehoord van een andere Spaanse kolonist, maar was ervan overtuigd dat het waar was.
Volgens Cieza de Léon was er plotseling een vlot aangemeerd op het strand, dicht bij het kamp van de Spanjaarden, en daar zaten mensen op die groter waren dan de Spanjaarden ooit hadden gezien.
‘Sommigen waren zo groot dat mannen van normale lengte nauwelijks tot hun knieën kwamen. Hun enorme hoofden met schouderlang haar waren monsterlijk. Hun ogen waren zo groot als schoteltjes en ze hadden geen baarden,’ vertelt hij.
Cieza de León zei dat hij de reuzen weliswaar niet zelf had gezien, maar wel het bewijs van het kamp dat ze in de buurt van de Spanjaarden hadden opgezet. Zo stond er nog een stenen oven die de reuzen hadden gebouwd. Hij was zo groot dat gewone mensen hem niet konden gebruiken.
Bouwkunst wekt verwondering
De Spanjaarden ontdekten ook dat er veel indrukwekkende gebouwen in het landschap stonden die niet door gewone mensen gemaakt leken te zijn. Dit gold vooral voor Sacsayhuamán, een enorm stenen fort aan de noordelijke rand van de Incahoofdstad Cusco.

Het 15e-eeuwse fort Sacsayhuamán werd zonder het gebruik van mortel gebouwd.
‘De stenen zaten zo dicht opeen en pasten zo goed op elkaar dat je er geen speld tussen kon krijgen,’ schreef de Spaanse historicus en conquistador Pedro Pizarro.
‘Sommige stenen waren zo groot en dik dat het onmogelijk leek dat ze door mensen waren geplaatst.’
Tegenwoordig weten we dat de zwaarste stenen in Sacsayhuamán 60 ton wegen. Het is nog steeds onduidelijk hoe de Inca’s het indrukwekkende fort precies hebben gebouwd, maar één theorie is dat de stenen op boomstammen werden gerold.
De bouwwerken waren echter lang niet het enige teken van het bestaan van de reuzen. Sommige Spanjaarden meldden dat ze grote mensenbotten en tanden hadden gevonden.
‘Een been is vanaf de knie omlaag zo groot als een man.’ Missionaris Fernando de Montesinos
Zo schreef de missionaris Fernando de Montesinos eind 16e eeuw over merkwaardige mensenbotten die hij had gevonden: ‘Een been is vanaf de knie omlaag zo groot als een man.’
‘In een bijzonder grote grot lagen de resten van reuzen, waaronder de lichamen van drie reuzen met misvormde hoofden (langwerpige schedels, red.) gewikkeld in ceremoniële doeken,’ schreef de jezuïtische priester en missionaris Pablo José Arriaga in 1620.
Antropoloog houdt mythe in leven
Maar de vondst van een levende reus werd nooit bevestigd, en als ze al hadden bestaan, wees alles erop dat ze kort na de komst van de kolonisten waren uitgestorven.
In de 19e eeuw gingen meer archeologen en antropologen zich interesseren voor de oude mythe.

Ook vóór de Inca’s waren er veel Peruaanse volken die stukken hout rond het hoofd van baby’s bonden om de schedel een langwerpige vorm te geven.
‘Het Amerikaanse continent lijkt een plaats te zijn geweest waar het wemelde van grote mensen, want er zijn veel overblijfselen gevonden van mensen die een stuk groter waren dan de huidige bewoners,’ schreef de New-York Tribune bijvoorbeeld na de vondst van ongebruikelijk grote schedels.
De grote botten waren echter waarschijnlijk fossielen van prehistorische dieren, terwijl de langwerpige schedels vermoedelijk het resultaat waren van het Incagebruik om het hoofd van kinderen uit de hogere klasse een langwerpige vorm te geven.
Ondanks 500 jaar aan vondsten en verhalen zijn de meeste onderzoekers het er tegenwoordig over eens dat de verhalen over de reuzen niet meer zijn dan overdrijvingen en Peruaans volksgeloof.
Maar vanwege de vondst van de ring denkt in elk geval de Chileense historicus Rafael Videla Eissmann dat er in de 16e eeuw wel degelijk een geïsoleerd levend volk van buitengewoon grote mensen kan hebben geleefd in Peru.
De ring mag dan geen keihard bewijs zijn van hun bestaan, vast staat dat de fascinatie voor de reuzen van Peru nog jaren zal voortleven.